Het lager onderwijs in Leeuwarden tijdens de
bezetting
VERKLARING
Le ovarii La..
Paul Bron
In zijn boek Rijkscommissariaat Nederland
(1969) schrijft Konrad Kwiet: 'De Tweede
Wereldoorlog kenmerkt zich door z'n ide
ologisch karakter. Een strijd tussen levens
beschouwingen, uitgevoerd met militaire
middelen. De bezetting van Nederland
bleef dan ook niet beperkt tot het onder
controle houden van een land, maar richtte
zich op een volledige nazificatie van de be
volking om die tenslotte in te voegen in de
Duitsch-Germaansche gemeenschap.'
Wij Nederlanders waren immers
als 'Edelgermanen' rasgenoten
van de bezetter. En was het
nationaalsocialisme niet een
ideologie die beschikte over een boodschap op
alle terreinen van de maatschappij? De Rijks
commissaris had het idee, dat eenieder die
werkelijk grondig kennis maakte met het na-
tionaalsocialisme er ook in ging geloven.
Daarom werd geprobeerd om alle activiteiten
in de samenleving te concentreren in zoge
naamde fronten en gilden. Om het Neder
landse volk stap voor stap in het nationaal-
socialisme te brengen was het onderwijs, on
dergebracht in het Opvoedersgilde, een be
langrijk instrument, te beginnen bij het lager
onderwijs. Er werden dan ook al in een zeer
vroeg stadium maatregelen getroffen die door
de schoolbesturen niet in dank werden aan
vaard.
Sterker nog, alle maatregelen die de positie
van het nationaalsocialisme via het onderwijs
moest verstevigen zijn finaal mislukt, doordat
de krachten ontbraken om effectieve pressie
uit te oefenen op diegenen op wie het in de
eerste plaats aan kwam, de onderwijzers, on
derwijzeressen en docenten. Een milieu,
waarin door leerkrachten en leerlingen fel met
de oorlogsgebeurtenissen meegeleefd werd en
als bedoeld in punt 6 der circulaire van den secretaris-generaalwaarnemend
hoofd van het departement van binnenlandsche zaken dd, 30 September 1940,
nr. 47176, afd. ambtenarenzaken.
De ondergeteekende,
beroep
betrekking
geboren den
wonende te
te
verklaart, dat naar béste weten noch. tjÈÊjt noch pt1- «ht.genoot{6)» h
haar zijzelf haar verloofde
zijner (barer) (hunner beiden) ouders of grootouders ooit heeft behoord tot
de Joodscho geloofsgemeenschap.
ondergeteekende is bekend, dat zich in geval vorenstaande verklaring
niet juist blijkt te zijn aan onmiddellijk ontslag blootstelt.
1940
(handtookoning)
Doorschrappen in geval de ambtenaar niet gehuwd of verloofd is.
N. S. 18026
i
Blanco specimen van een zogenaamde 'ariërverklaring' uit het archief van de voormalige gemeente
Utingeradeel