LeovAr^LA.^ 18 Ook inspecteur Lolke van der Zweep, die fel anti-Duits was, kon de nieuwe orders niet ge wetensvol uitvoeren en diende zijn ontslag in. De NSB'er W. Terpstra, chef van het departe ment van onderwijs, vatte dit op als een de monstratie tegen de maatregelen van de bezettende overheid en stelde voor, onder be dreiging van de Sicherheitspolizei, Van der Zweep het verblijf in de noordelijke provincies te ontzeggen. Twee maanden voor Dolle Dins dag werd Van der Zweep opgevolgd door de NSB'er Ype Koldijk, die vanaf 1935 hoofd van de Willem Lodewijkschool was geweest. Hij rapporteerde aan Den Haag onder meer dat er onder zijn voorganger dertig illegale benoe mingen hadden plaats gevonden. Van der Zweep vond het wijselijk zich maar even 'koest' te houden en werd na de oorlog eervol in zijn functie herbenoemd. Later vinden we hem terug als psychotechnisch adviseur en co-auteur van verschillende lesmethoden op het gebied van taal en lezen. Op 28 oktober 1946 werd inspecteur Koldijk voorgeleid bij het Tribunaal Leeuwarden. Hem werd aangewreven 'loyaal te hebben meege werkt aan de maatregelen van de bezetter en dat hij als lid van de NSB, het Opvoedersgilde en de Nederlandse Volks Dienst geen sympa thie heeft verdiend. Zijn functie als lid van de commissie voor het uitzenden van tewerkge- stelden aan de verdedigingswerken en zijn colporteren met Volk en Vaderland hebben ook niet bijgedragen aan zijn populariteit'. Koldijk verontschuldigde zich door te zeggen De gedenksteen in de voormalige Joodse Dus- nusschool dat hij als NSB'er buiten de gemeenschap werd gehouden en in dit isolement niet geweten had wat er allemaal in de maatschappij om ging. Ook wist hij daarom niets van de orders, die de Nederlandse regering vanuit Londen had gegeven aan de ambtenaren, waartoe ook hij behoorde. Het Tribunaal veroordeelde hem tot twee jaar internering, verbeurdverklaring van het vermogen tot 1000,- en ontzetting uit de beide kiesrechten voor de tijd van tien jaar. Daarbij werd rekening gehouden met het ontslag uit zijn functie en met het vervallen van alle pensioenaanspraken, hem reeds op gelegd door de Commissie van Zuivering. Tijdens zijn internering in het kamp op het vliegveld Leeuwarden hielp hij op de zieken zaal. Medegevangene Harterink (zie Leovardia 48) zag hem daar binnenkomen: 'Er zijn weer enkele mensen uit het Huis van Bewaring ge komen, onder anderen Koldijk. Wat zien die mensen er uit. Uitgemergeld en bleek, een kaal hoofd en een baard. Ieder van hen lijkt een rasmisdadiger. Ze voelen zich hier als in een paradijs overgeplaatst met de zon, het plein om te luchten, de ruime dagverblijven en de behoorlijke ligging in de slaapzalen'. (dagboekaantekening 1 oktober 1945). Liever op straat rondzwerven dan naar school De organisatie en voortgang van het onderwijs werd al vanaf het begin van de bezetting ge troffen door de vordering van een aantal schoolgebouwen, zoals op de Arendstuin, aan de Oostersingel, op de Gedempte Keizers gracht, in de Leeuwerikstraat, de Coornhert- straat en de Boerhavestraat. Om de leerlingen toch te kunnen opvangen werden op een aan tal andere scholen de lestijden zodanig aange past dat er iedere dag gewerkt kon worden van acht tot half zes met een ochtend- en een mid- daggroep. Toen het vorderen van steeds meer lagere en middelbare scholen voortduurde en leerkrachten zich beschikbaar moesten stellen voor de Arbeidsinzet of, om daaraan te ontko men, onderdoken, werd het voor schoolbestu ren steeds moeilijker onderdak te regelen, te verhuizen of te werken met steeds wisselende invalkrachten. In de laatste oorlogwinter lag het onderwijs in onze stad voor een groot deel stil. De meeste scholen beschikten over geen of weinig brandstof waardoor het in de schoollokalen soms ijskoud was. Er was dan ook nauwelijks meer sprake van schoolbezoek. Dit deed in specteur Koldijk in de Leeuwarder Courant verzuchten: 'Vele ouders laten blijkbaar hun kinderen liever op straat rondzwerven dan ze naar school te zenden. Ik weet dat onvol doende kleeding en schoeisel dikwijls de voornaamste oorzaken zijn. Daar komt nog bij dat vele ouders bezwaar hebben tegen het ver blijf hunner kinderen in een onverwarmd schoollokaal. Als lid van het rijksschooltoe- zicht wil ik gaarne stimuleerend optreden en tevens die moeilijkheden bestrijden (ik denk bijvoorbeeld aan evacuatie en tewerkstelling), welke den voortgang van opvoeding en on derwijs in den weg staan. Thans wordt aan alle opvoeders der jeugd met klem deze eisch gesteld: "In Godsvertrouwen alles voor volk en vaderland".' En dan te bedenken dat deze inspecteur lid was van de commissie tot uit zending van arbeiders naar Drenthe en dus zelf debet was aan tewerkstelling van vaders en leerkrachten. Na Dolle Dinsdag werd het meer en meer onmogelijk de scholen open te houden en waren steeds meer leerlingen van onderwijs verstoken. Pas na de bevrijding kwam het on derwijs weer op gang, een chaotische tijd ach ter zich latend, waarin de bezetter tevergeefs heeft getracht zijn verderfelijke invloed op kinderen uit te oefenen. Toch nog een succesje voor de bezet ter? Het reguliere onderwijs probeerde, zoals we zagen, zoveel mogelijk de regels van de over heersers te ontduiken. In een volgende bij drage lezen we hoe de Duitsers voor het eigen volk (de kinderen van de soldaten, van de Rijksduitsers en van de NSB'ers) de mogelijk heid vonden voor het geven van nationaalso- cialistisch onderwijs: de Duitsche School in Leeuwarden, de eerste in de noordelijke pro vincies.

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2017 | | pagina 20