van fijne smaak'. Ook de danseres Mary Ho-
mans werd vaak geprezen om de mooie wijze
waarop zij de Passione uitvoerde, terwijl het
Duo Black White op 6 mei een echt komisch
nummer bleek. Hij zong, en bespeelde tegelij
kertijd een vrij ingewikkeld slagwerk, terwijl
zij met haar exotische uiterlijk niet alleen
danste, maar ook Nederlandstalige hawaiian
liedjes zong zoals Groet van Hawaii aan Hol
land. Ze gebruikten daarbij nog geen hawaiian
gitaar, maar zouden het lied tien dagen later
wel voor het merk Homecord op de plaat zet
ten. Met hun optreden kwam een einde aan
het cabaret op de zondagmiddag in het Oranje
Hotel.
De middagen in Concertzaal Schaaf gingen
echter gewoon door en vaak leidde David Ca-
rels weer het orkest, tot dit in de herfst van
1925 door de pianiste Tine van Nimwegen
werd overgenomen. Hoewel er tijdens die
concerten regelmatig goede artiesten optra
den, keerden slechts enkelen daarvan enige
keren terug, zoals de zangeres Pearl l'Estran-
£hnvrtonï)uQ
Het Shannon Duo
Illustratie uit weekblad De Kunstvan 16 mei 1914
ger, die met haar krachtige stem een aardig re
pertoire van Engelse en Hollandse liedjes
bracht. Ook het Shannon Duo zorgde in maart
1924 met zijn tango's en stepdansen voor veel
vrolijkheid. Een maand later traden ze op in
Cabaret De Oldehove. In februari 1925 trokken
vooral The Morley's veel aandacht als 'ha
waiian entertainers'. Dit duo bleek echter
vooral op virtuoze wijze de banjo te bespelen.
Het einde van Grand Gala
Inmiddels was de concurrentie voor Carels in
Leeuwarden flink toegenomen, doordat zowel
Cabaret Buis en Cabaret Eden aan het Zaailand
regelmatig danseressen en soubrettes lieten
optreden. Bovendien was dansen ook hier
sterk in de mode gekomen en zorgde deze rage
vooral in het weekend voor een toename van
het aantal dansmogelijkheden. Bovendien
bood Cabaret-Dancing De Oldehove, naast het
dansen, nu ook iedere avond nog het optreden
van artiesten. Al deze zaken trokken hun pu
bliek toch min of meer uit dezelfde bevol
kingsgroepen.
In februari 1925 adverteerde Carels, dat er
voortaan weliswaar iedere avond cabaret
dansant zou zijn, maar dat de speciale attrac
ties zouden blijven komen, zoals het uit zeven
personen bestaande Capé Ballet. Onder lei
ding van Lisa Capé bracht dit ensemble twee
weken lang een programma vol internationale
dansen en als solonummers uitgevoerde
dansfantasieën. Nadat tijdens de kermis de
vijftoppige dansgroep The Rivas iedere avond
een schitterend staaltje van nationale dans
kunst had opgevoerd, stond in september het
Capé Ballet opnieuw op de planken in Grand
Gala. Weer werd het gezelschap geprolongeerd
en dus adverteerde Carels op zijn gebruikelijke
wijze: 'Alle Buren, Burgers en Buitenlui... naar
Grand Gala. Aanvang precies als het begint!'.
In januari 1926 kwam, toch nog onver
wachts, een einde aan het Cabaret Grand Gala
en stond het pand in de Korfmakersstraat te
koop of te huur. De familie Carels vertrok uit
Leeuwarden, keerde terug naar de Randstad en
vestigde zich in Zandvoort, waar ze een pen
sion had. In 1934 overleed mevrouw Carels en
drie jaar later Carels zelf.
Orkestleider en barpianist
David Carels zette zijn muzikale loopbaan
voort als leider en pianist van zijn eigen Lloyd
Stars aan boord van de schepen van de Rotter-
damsche Lloyd. Daar verzorgde hij tijdens de
lange reizen naar het toenmalige Neder-
landsch-Indië de dans- en amusementsmu
ziek. In 1935 kwam hij nog eenmaal terug in
Leeuwarden en trad daar twee dagen lang op
in Hotel Spoorzicht, waar hij als gast op 5 en 6
juli nog eenmaal zijn vroegere repertoire
speelde naast de Leeuwarder band The
Rhythm Kings.
Eenmaal aan wal in Indië trad hij ook daar
met zijn band op, ondermeer in Soerabaja,
waar hij in maart 1940 nog met zijn Lloyd
Stars in de Piccolo Club de nieuwste Hol
landse schlagers liet horen. In maart 1941 de
monstreerde hij daar in Cabaret Tabarin een
nieuw instrument, de 'Solo Fox', waarmee hij
het geluid kan laten horen van een saxofoon,
een viool en allerlei andere instrumenten. 'Zo
kan men een indruk krijgen van de merkwaar
dige vooruitgang van de muziektechniek in
Amerika', meldde een advertentie in de lokale
krant. Bovendien zong hij de nieuwste Ameri
kaanse hits.
Vanaf augustus speelde hij weer in deze
zaak met een geheel Hollands orkest. Tijdens
de oorlogsjaren werd hij door de Japanners
geïnterneerd. Na de oorlog trad David Carels
ondermeer op in de Militaire Sociëteit en ver
zorgde daarnaast de dansmuziek in de garni
zoenskantine. Vanaf 1951 werkte hij
voornamelijk nog als barpianist, aanvankelijk
in de Savoy Bar van het Homann Hotel en later
vanaf mei 1954 tot zeker juli 1957 in de bar van
Grand Hotel Preanger. Daarnaast gaf hij les als
gediplomeerd leraar voor piano en accordeon
en adverteerde hij soms in de Preanger Bode
met 'Engageert Dé Carels voor al uw feesten'.
In 1961 keerde hij tenslotte naar Amsterdam
terug, maar vertrok vandaar naar Noorwegen,
waar hij opnieuw als pianist in restaurants op
trad. Jaren later kwam hij toch weer naar ons
land terug waar hij in 1972 in Rotterdam over
leed.