Een derde jeugdfoto van Greetje Zelle (1876-1917)
Leov&r^ LA.il
Evert Kramer
Van Greetje Zelle kenden we tot nu slechts
twee jeugdfoto's: de vroegste, op een bok
kenwagen, haar trotse vader voldaan toe
kijkend, en rond haar vijftiende op een
groeps- of klassenfoto toen ze op de mms
zat. Maar enige tijd geleden dook een
image op, te dateren tussen beide boven
genoemde leeftijden in.
Langs de randen is de originele foto,
daterend uit circa 1885 en bedoeld
voor een latere kopieserie in een
tijdschrift omstreeks 1910, bijge
werkt, waarschijnlijk wegens sleetsheid. We
mogen haar op deze foto een jaar of negen a
tien schatten. Waarom denken we dat ze het
is? Het betreft foto nummer 8 uit een serie
van acht stuks.*
De tweede foto daaruit - nummer 5 - is
100% zeker de latere Mata Hari, vandaar dat
ik geen dwingende reden zie om te twijfelen
aan toeschrijving van deze fotografische
voorstelling aan het jonge meisje Greetje.
Haar rok is volgens mevrouw G. Arnolli
(conservator mode textiel van het Fries
Museum) te kort. Ze draagt volgens deze des
kundige een schortjurk over haar jurk, zon
der modekenmerken. Donkere kousen
werden volgens haar algemeen gedragen,
destijds standaard dracht voor meisjes.
Haar schoeisel lijkt op een soort zomer
schoenen. De grote hoedendoos zou volgens
Arnolli kunnen wijzen naar de enorme hoe
den die rond 1885 ook al voorkwamen. Overi
gens, haar vader was destijds hoeden- en
pettenverkoper in de stad.
Beschrijving uiterlijk: donker haar, een
donkere blik, enigszins aftangende mond
hoeken (ook op de eerder al genoemde, wat
latere groepsfoto herkenbaar) en zware wenk
brauwen, én een wat gedrongen neusje waar
bij ook op latere foto's de neusgaten zichtbaar
Foto nummer 5 uit een serie van 8, waarop met 100% zekerheid de latere Mata Hari staat afgebeeld
zijn. Ook haar rechte benen en wat grove
handen stemmen overeen met latere afteel-
dingen van haar. Meting van de stand van de
ogen ten opzichte van neus en lippen, dit in
vergelijking tot latere opnames van haar, bie
den houvast, maar dit ligt meer op het terrein
van de forensische gelaatkunde. Een opname
en profil was geschikter geweest voor verge
lijking met het oog op de stand van de oren
ten opzichte van de neus en kin, en voor de
vorm van het voorhoofd.
Haar blik en entourage overtuigen mij ook.
Het was volgens leeftijdgenootjes (volgens
haar biograaf, journalist H.W. Keikes in Het
meisje Mata Hari, 1974)) een verwend meisje,
oogappel van haar vader, vaak in mooie kleer
tjes op straat, die zo te zien perplex stond
toen een fotograaf haar kiekte in deze toe
stand van boodschappenmeisje. Is dit het
moment van naderend onheil rond het fail
lissement van vader, waardoor personeel in
schakelen van buiten schaars goed werd in
dit voorheen welvarende gezin?
Een match voor het pand met een bepleis
terde voorgevel op de achtergrond is nog niet
gevonden, maar dat kan inmiddels zijn ver
dwenen wegens sloop. Een mooie opdracht
aan de lezer om dit alsnog te traceren in de
oude binnenstad ergens rondom de Grote
Kerkstraat, daar waar ze het langst met haar
ouders en jongere broertjes woonde. Een
goede hint vormen zeker ook de veldkeitjes
in de bestrating van toen.