het zout overbleef en verkocht dit aan de
zoutslijters.
Romkes was van 1811 tot aan zijn dood in
1837 wethouder van Leeuwarden en in 1820
zelfs een jaar 'presiderend burgemeester'. De
burgemeesters hadden in die tijd een korte
zittingsduur: zijn voorganger Wierdsma was
het in 1818 en 1819 en zijn opvolger Zeeper in
1821 en 1822. Romkes was niet de enige eige
naar van het pand. Abraham Bruinsma was
volgens de kohieren van de Reële Goedschat-
ting van 1806 mede eigenaar. Beide namens
hun echtgenotes, de zusters Regina Johanna
en Clara Maria Zijlstra. Een constructie die
meer voorkwam, zeker wanneer het huis
werd gebruikt als de 'stadswoning', terwijl el
ders een 'buiten' werd bewoond. Het echtpaar
Romkes had vanaf 1804 een huis met hof,
schiphuis en gardeniersland aan de Pot-
marge. De Romkeslaan ontleend er zijn naam
aan. Lang heeft zijn vrouw Clara Maria er niet
van kunnen genieten. Ze overleed in 1816.
Het huis werd in het begin van de vorige
eeuw afgebroken.
gen' en in 1652 als 'de Corenmerkt'. Hier werd
sedert 1535 de door de stadsregering inge
stelde vrije korenmarkt gehouden. Op de pijp
nabij de Wortelhaven, de Vischmarkt, ston
den toen de zeevis- en meervisbanken, waar
kooplieden verplicht waren hun vis aan te
bieden. In 1697 liet men de visbanken over
dekken en in 1851 werden zij verplaatst naar
de Oosterkade.
De grachtenwoningen kennen al een lange
historie; zo had Korenmarkt 213 bewoners uit
de maatschappelijke bovenklasse, zoals ad
vocaten aan het Hof van Friesland, stadsbe
stuurders en kapitaalkrachtige handelaren.
In mei 1924 stelden Burgemeester en Wet
houders voor om ook de Korenmarkt de
naam Voorstreek te geven.
1859-1790 De predikant, de zoutzieder
en de bouwkundige
Dijkstra was als bewoner in 1859 de opvolger
van de hervormde predikant Benjamin Nie-
wold, die in Leeuwarden in 1816 'met eenpa
rige stemmen' was beroepen. Hij was in 1782
geboren in Leeuwarden en gehuwd met Maria
pen herenhuis was voor hun handel qua lig
ging aan het Nieuwe Kanaal gunstiger dan
aan de Korenmarkt. Bovendien was er achter
het pand ruimte voor een koffiebranderij,
ontworpen door Kramer. Later werd het be
drijf verplaatst naar Diemen.
De rijkdom kwam ook tot uitdrukking in de
plaats op de lijst van hoogst aangeslagenen
voor de directe rijksbelasting in Friesland en
uit het bezit van villa Laanzicht uit 1890 met
een uitzonderlijk grote tuin aan de Span
jaardslaan 82, tussen de Harlingerstraatweg
en de Pelikaanstraat. Uiteraard ook gebouwd
naar ontwerp van Kramer en met een tuin
ontwerp van Vlaskamp.
1924 Van Corenmerkt tot Voorstreek
Waar de Voorstreek nu een levendige winkel
straat is, heette dit stuk straat anderhalve
eeuw geleden de Korenmarkt en was het een
chique woongracht. Deze lag tussen de Fran-
ciscuspijp (nu Korfmakerspijp) en de Wortel
haven. In 1565 werd het nog aangegeven als
'tusschen de Visch- en Sint Franciscusbrug-
Jacoba Lülofs, voogdes van het Nieuwe Stads
Weeshuis. Hij kocht Korenmarkt 213 in 1823
van Romkes en Bruinsma. Na zijn dood in
1851 woonde zijn weduwe er nog acht jaar
met haar ongehuwde dochter, waarna ze ver
huisden naar Eewal 52.
In april 1790 kwam Johannes Romkes
(1764-1837) hier vanuit de Kleine Hoogstraat.
Uit de Leeuwarder Courant van 27 maart 1799:
'Johannes Romkes, zoutzieder te Leeuwarden
op de Koornmarkt, alhier adverteert aan alle
zijne zoutslijters, dat hij niet in staat is ge
weest zijn zout zoodanig wit te fabriceeren
als na gewoonte, uit hoofde zijn zoutwater-
bak extra lek is en hij door sterke aftrek geen
genoegzaam zout zeewater heeft kunnen
aanvoeren. Dus verzoekt hij dat alle commis-
siën zo immer mooglijk worden uitgesteld
tot aanstaande zaterdag 30 maart, wanneer
hij hoopt weder een genoegzaam voorraad
van extra fijn en wit zout te zullen hebben'.
Romkes had zijn zoutketen op het Vliet en
aan de Potmarge. Hij haalde het zeewater uit
Harlingen, kookte (ziedde) het net zo lang tot
Gezicht op de visbanken ter hoogte van de Wortelhaven. Tekening van J. Gardinier Visscher, 1790
Collectie Fries Museum, Leeuwarden