Camstraburen en Eebuurt UovxTÏU. Voor de ontwikkeling van de stad zijn de Harlinger- en de Dokkumer trekvaart/Dokkumer Ee sterk bepa lend geweest. Vanaf 1647 gaan er trekschuiten varen naar Dokkum. Dit wordt veelal door zogenoemde snikken (trekschuit met zeilvoering) gedaan. Omgeving In de directe omgeving van de Eebuurt waren in de 19e eeuw meerdere scheepswerven zoals de werf De Hoop, voorheen Krom Regt. Ook was er de gemeentewerf (opslag). Tegenover de Eebuurt, aan de overzijde van de Dokkumer Ee zag men uit op de scheepswerf van Hessel en Lucas van der Kolk De Helling. Door de onteigening van de Arendstuin (van Aerssen tuyn) wordt de ontwikkeling van dit gebied sterk gestimuleerd. Vanaf de Kippe- loop/Verwersbrug, de voormalige herberg Nieuw Blauwhuis bij de Hoekstersingel en langs Oldegalileën liep een smal en vaak on begaanbaar pad naar Snakkerburen en Lek- kum. Na 1870 werd het achterliggend gebied sterk verbeterd en nam ook de bedrijvigheid toe. In 1872 werden aan de Hoekstersingel de pakhuizen van Dirk de Vries Co. opgericht. De Kiepeloop/Verwersbrug werd zowel over dag als 's nachts 'gedraaid'. Het bruggeld be droeg overdag 5 cent en 's nachts 40 cent. Men sprak van Klein-Camstraburen en Groot- Camstraburen. Met Klein-Camstraburen bedoelde men het gebied dat nu Eebuurt heet, en Groot-Camstra- buren het gebied op de westoever van de Dok kumer Ee. Na 1877 spreekt men niet meer van Klein-Camstraburen, maar alleen nog van Eebuurt. Dat had er mee te maken, dat in 1859 Klein- en Groot-Camstraburen werden ge scheiden door het graven van een verbin dingswater tussen de Dokkumer Ee en de Prinsentuin. De toenmalige huizen van de fa milies Ruitenschild, Miedema en de weduwe Van der Mey moesten hiervoor worden afge broken. De Noorderbrug is nu nog de overge bleven verbinding tussen voormalig Klein- en Groot-Camstraburen. 't Kleine Krantsje schrijft: 'Woonden aan de Eebuurt, waar de hartslag van de handel altijd voelbaar was, de vooraanstaanden van de stad, aan de veel rustiger gelegen Reijndersbuurt leefden mensen als veldwachter Pieter de Kant. Meerde de Tjerk Hiddes om half acht 's avonds af aan de kade van de Eebuurt dan zocht de lieve jeugd vertier: schommelen alsof het een roeibootje was, totdat De Kant uit zijn huis kwam en op zijn Luwadders sommeerde: Jonges, gaen nou toch fan dy boat af.' Wim Maurer In 1650 werd de grondpacht van de huizen op Camstraburen betaald aan jonkheer Goffe van Camstra, de naamgever voor dit gebied. Volgens de aantekeningen van Wopke Eekhoff bestond Camstraburen in 1642 onder andere uit verschillende hui zen, waaronder gardenierswoningen en huisjes van koemelkers, maar ook molens, scheepstimmerwerven, een blekerij, tichel- werk, een herberg en een brandewijnsto kerij evenals 'een heerlijkheit' met het no dige land, eigendom van griffier dr. Epeus Glinstra. Wopke Eekhoff noemde Cam straburen de noordelijke voorstad van Leeuwarden. Wat nu Eebuurt, Reijnders- buurt en Arendstuin heet lag namelijk bui ten de stadswallen. Camstraburen De bewoners De Dokkumertrekweg vóór de doorgraving naar de stadsgracht langs de Noordersingel in 1859. Hiervoor moesten de brede boerderij en het huisje met de witte voorgevel wijken

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2017 | | pagina 25