geweld de poorten te forceren, maar zodra de patrouille gepasseerd was, klommen ze met 25 man het bolwerk bij de Hoeksterpoort over, geholpen door een schuit, die hen over de gracht voer. Onder geschreeuw van de straat jongens kwamen de Vlietsters zo in de stad en kregen hulp van hun buurtgenoten, die al in de stad waren vóór het sluiten van de poort. Onder een hoeraatje trok de bende af op het chargershuisje op het bastion van de Hoek sterpoort. Binnen een half uur lag het tegen de grond en trok de stoet, vergezeld van een grote menigte, langs de bolwerken naar de Vrouwe poort, onderweg de huisjes bij de Amelands dwinger (waar nu de kazerne staat) en de Wirdumerpoort 'omramaaijende'. Alle ge bouwtjes, ook die van de Vrouwepoort, die op het bolwerk stond waar nu de Harmonie staat en die op het kleine Fentje, (achter de Olde- hove, iets noordelijker van de Pier Pander Tempel), samen zes in getal, werden tussen halftien en één uur 's nachts binnen drie uren omvergehaald. De Vlietsters keerden voldaan en tevreden over hun werk naar huis terug. Maar ze vonden, dat het werk nog niet hele maal was afgemaakt en daarom gingen ze op vrijdag weer de stad in om de kettingen, waar mee de molens door de opzichters afgesloten werden, te verbreken. Alle verzamelde kettin gen werden naar de Tuinsterpoort gesleept en daar met een plechtig gebaar in de stadsgracht gegooid, onder het roepen van 'Vivat Oranje', daarmee de verwachting uitend dat de oplos sing bij de prins vandaan moest komen. Nie mand belette hun deze actie; niemand gaf de burgervendels bevel om te schieten. Ze zou den het waarschijnlijk ook niet gedaan heb ben, want de Vlietsters voerden uit wat de Leeuwarder burgerij graag wilde. Bovendien bevalen ze de molenaars, dat ze het verbod om te malen tussen zes uur 's avonds en zes uur 's morgens moesten over treden en zij die dat weigerden te zullen straf fen met het afbreken van de molen. In de stad werden alle landlieden op de weekmarkt aan gespoord het werk van de Leeuwarders na te doen, wat echter niet nodig was, want overal was het volk al bezig geweest om opruiming te houden onder de huisjes van de gehate pach- Portret van Willem IV, prins van Oranje-Nassau, in wapenrusting in een kustlandschap met links militaire attributen, waaronder een kanon en een helm. Op de achtergrond schepen die door sloepen worden bevoorraad Olieverfschilderij van Jacques-André-Joseph Aved, 1751. Collectie Rijksmuseum, Amsterdam

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2018 | | pagina 12