en verrre derende'omstaat 9«*<«n L C QV&iTè ÏA, 1Ü k 'ó:l' -J4 j.jlj Crlo'iTUfO iw «'«'•^"^iSa'iSySS!1; '7.® J i I mrrbtfoi J awn i«- dzi* Liti"n VurdtB V,»- I Wnni'iiil bli tUtteiipr'■'w f. ,ow/rtr«rL f'-■/ 3-SI■ggrtiï'i'Sb „(«rtrltMllW I V tlFrtfll Vltslc ICTlol^l unS ÏÜÏwSr dul';.!'d cn n«d"""""c" ;hr Lpiifn Inssen rauptf". On jlfóloffei-5 If Iwflertf AlBnis I pel rttitf* slut III fatmrtneude hfinntrlng Hicr lievond ?(L'h lijdaiia dfi Tweede Wereldanrlog I hp) MamB"Schwoi-iei" Weg - J Vonisw tnt«ktob«ria^ wer-iten tuer K krijgsgevangenen uit de f Sowjet Unie gevangen gouden. J VdnJaiioofl 19'iS bevrijding op 6 mei i9^S waren in Het kamfl po/fffeke gevangenen l uit Nederland ondergebracht. van wie velen' tengevolge f Van de on menselijke &CxJElS Het Nederandse herdenkingsmonument bij het voormalige Arbeitslager Schwarzer Weg bij Wil- helmshafen Bron: http://www.kampwilhelmshaven.nl/fotos.htm dervoed waren. Ondanks de beroerde om standigheden wisten we toch nog te sabote ren. Dit was het geval wanneer de Duitse bewaking even niet oplette, dan tilde de ene gevangene de stenen op de wagen en tilde een andere ze er weer net zo hard af. Dat was de manier om nog enig verzet te tonen. Veel slachtoffers Na het werk kregen we in het kamp waterige koolsoep en een snee brood. Op het laatst werd het eten steeds minder. Het kamp was dan ook een bakermat van ziektes. Na een maand was het gedaan met de weerstand. Daarna stierven er dagelijks zo'n vijf a zes mensen. Door de inzet van medegevangene dokter Siebinga uit Opeinde was het te danken dat het aantal gestorvenen niet hoger was. Zijn middelen waren gering maar door zijn moed en inzet gaf hij hoop en vertrouwen. De ge vangenen hadden hiervoor veel bewondering en respect. Hij was een baken van medemen selijkheid in een onmenselijke omgeving. Ook werd in het kamp door de Duitsers ge tracht gevangenen over te halen om alsnog te tekenen voor de Arbeitseinsatz. Hiervoor kwam een officier langs die brood en boter aanbood en een sigaret aan de gevangenen gaf en hen daarna vroeg om te tekenen. Toen ik merkte dat mijn broer overwoog om te te kenen, verijdelde ik dit door te zeggen: 'We tekenen niet maar willen wel een sigaret'. Het kamp werd bewaakt door de SS. Zij die pro beerden te vluchten en werden betrapt schoot men zonder pardon neer. Tinus kon de ontberingen niet weerstaan. Hij werd ziek en uitgeput in de ziekenbarak opgenomen. Exodus Begin april 1945 werd iedereen in het kamp medisch gekeurd om naar Nederland terug gestuurd te worden. Op 14 april begon de exo dus. In overvolle goederenwagons kwamen we in Emden aan. Daar werden we inge scheept in rijnaken. Achteraf bleek dat de Duitsers van plan waren om deze te torpede ren. Omdat de Duitse vliegtuigen een gealli eerde aanval op een duikbootbasis moesten pareren ging dit niet door. In Delfzijl leek het erop dat de groep van 550 mensen weer naar Duitsland terug moest varen. De burgemees ter voorkwam dit gelukkig. Met boerenkarren ging het richting Uithuizermeeden waar we in een school werden ondergebracht om het einde van de oorlog af te wachten. We werden bewaakt door vrijwilligers van de Neder landse arbeidsdienst. Toen ik zag dat mijn broer goed verzorgd werd, ontsnapte ik maar korte tijd later werd ik weer opgepakt en naar het dorp 't Zandt gebracht. In de kamer van de norse commandant, die een slechte reputatie had, maakte ik wat bijzonders mee. Zijn her dershond gromde vervaarlijk en ik snap nog niet hoe ik het kon doen maar sprak tegen het beest: "Bijke jongen, rustig maar" en liep naar hem toe en riep: "Zitt!" Tot verbazing van de Duitser deed de hond dit ook. Er kon zelfs een glimlach af. "Du bist ein guter Mensch", zei hij hoofdschuddend tegen mij. Ik werd vervolgens weer weggebracht. Enkele uren later werd er geschoten en werden we door de Canadezen bevrijd. Uitgeput naar huis Ik wilde zo snel mogelijk naar huis maar ge makkelijk ging het niet. Met veel moeite kreeg ik van de Canadezen een lift naar Har- degarijp. Vervolgens ging ik te voet verder. Niemand bekommerde zich om een jongen van inmiddels 18. Halverwege Leeuwarden kon ik uiteindelijk met leden van het binnen lands verzet meerijden tot de Groninger straatweg. Uitgeput kwam ik aan in de Tweede Koestraat, de plaats waar het ver schrikkelijke avontuur begon. Twee weken later completeerde Tinus, meer dood dan le vend, het gezin. Na de ontberingen volgden nog enkele teleurstellingen. Ik was inmiddels door mijn werkgever, de PTT ontslagen en kon geen aanspraak maken op compensatie voor oorlogsslachtoffers. Gelukkig werd ik later wel weer aangenomen. Het gemis van schadevergoeding vond ik niet erg, het wei geren van erkenning wel. Zwaar is het im mers wel geweest, de vernedering was het ergste! Later bleek dat van de 1000 gevange nen er 200 het niet hebben overleefd. Het is ons ons leven lang bijgebleven en het heeft vooral het leven van mijn inmiddels overle den broer Tinus negatief beïnvloed.' Dit artikel is bewerkt door Henk de Vries De Royal Canadian Dragoons werden op 15 april 1945 op de Groningerstraatweg binnengehaald als de bevrijders van Leeuwarden Foto: ir. P. Stallinga

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2018 | | pagina 25