Een Leeuwarder meisje vond in 1790 haar geluk op Vlieland Hiltje Gerards Decennia lang kende onze stad een gere nommeerd geslacht van pottenbakkers aan Het Vliet: de familie Dorama (ook Dorema wordt gebruikt). Het bedrijf bestond tot in het begin van de vorige eeuw en is in meer dere naslagwerken beschreven. Ook is er veel bekend over Thijs Dorema, die naast het leidinggeven aan de aardewerkfabriek veel tijd over had voor zijn taak binnen de Leeuwarder schutterij en voor tal van be stuurlijke functies. Er is evenwel een minder bekend familielid over wie niet eerder is ge publiceerd, maar aan wie wel een aardig verhaal 'hangt' dat ook refereert aan de pot tenbakkersfamilie: Janke Jansd. Dorema Naar het hoe en waarom Janke rond 1785 op Vlieland verzeild raakte kunnen we alleen maar gissen, maar ik denk dat ze daar in dienst was bij een van de weinige notabe len of zeekapiteins die het dunbevolkte eiland in de achttiende eeuw rijk was. In ieder geval kreeg ze al spoedig aandacht van de verliefde jongemannen, waarvan Bouwe Pronk het meeste werk van haar maakte. Zijn vader, die ook Bouwe heette, komen we in de boeken tegen op Vlieland (het Eiland Vlie) in het jaar 1766, getrouwd met ene Neel- tje. Daar werd in dat jaar het gezin verblijd met de geboorte van een zoon Bouwe ge naamd, die dus als Bouwe Bouwesz. Pronk door het leven ging. Zeer waarschijnlijk was vader Bouwe een nazaat van Claes Pronck, ook van Vlieland, die in 1709 met 'sijn gemene reeder een galjootschip bestelde in Saandam'. Bouwe senior verdiende de kost met vissen evenals later zijn zoon Cornelis, die later voor 1/16 deelgenoot werd in een vissersschip. Een praktische oplossing Ook Bouwe junior heeft gevaren, hetzij op de vrachtvaart, hetzij ter visvangst, totdat hij dus zijn oog welgevallig liet rusten op de jonge dame Janke Jansdr. Dorema. Bouwe was Janke ook niet onverschillig en zo gebeurde het dat 'op 24 november 1790 Bouwe Bouwesz. Pronk en Janke Dorama, jongedogter beyde van hier in Onze Kerk (de Nederlands Hervormde Kerk H.G.wettig zijn getrouwt - Pro Deo'. Erg rijk hadden de twee het dus blijkbaar niet. Het jaar 1790 was toch al een belangrijk jaar voor onze Bouwe: 'Op 4 februari 1790 is Bouwe Bouwesz. Pronk op de Belijdenis van zijn Ge loof met de Heilige en Christelijke Waterdoop Bekeerd en voor een Broeder en Ledemaat onzer gemeente aangenomen door Adriaan Vrijer'. Daar moeten we even langer stilstaan. Zoals bekend hadden de Nederlanden zich in de 80-jarige oorlog niet alleen ontdaan van de Spaanse koning maar ook godsdienstvrijheid veroverd, wat er op neer kwam, dat er in Ne derland een protestantse staatskerk was, de gereformeerde kerk (nu Nederlands her vormd) en wat daarnaast bestond werd in meerdere, maar meest in mindere, mate ge doogd. Ook de Doopsgezinde Broederschap waartoe Bouwe behoorde was een van die stromingen met vrij veel aanhangers, vooral in Noord-Holland en Friesland, in welke pro vincie Witmarsum de geboorteplaats was van de grondlegger Menno Simonsz. De aardewerkfabriek van Thijs Rinses Dorama aan het Zuidvliet rond 1915 Foto: J. Dwinger

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2018 | | pagina 28