CULTUUR-VERSCHROMPELING heeft er over in de kranten kunnen lezen óf er moeten behoor lijke subsidies komen, óf men legt het bijltje erbij neer. Zonder een flinke steun van overheidswege, aangevuld door die van andere zijde er wordt hierbij vooral aan het bedrijfsleven gedacht is het voortbestaan van het Frysk Orkest niet mogelijk. Het Rijk - dat een deel der subsidie zal moeten opbrengen - stelt zich in dergelijke zaken op het standpunt, dat eerst de be trokken streek blijk moet geven van offervaardigheid, en dus komt het er in de eerste plaats op aan, wat Leeuwarden en Friesland nu zullen' doen. Onze vroede vaderen zullen nu moeten bewijzen wat het hun waard is, het gevaar van cultuur-verschrompeling te keren. We hopen van .harte, dat zij dit bewijs met een ruime hand zullen geven, zodat het voortbestaan van het orkest ge waarborgd wordt. Maar daarmee is men er nog niet; de band tussen het orkest en het publiek kan ook nog heel wat hechter worden dan die nu is. Ook hier moet een Leeuwarder gemeenschap zich manifesteren! De zaal van de Harmonie moest eigenlijk te klein zijn om alle concert-bezoekers te bevatten. Eerst dan zou Leeuwarden er blijk van geven, een orkest waard te zijn en prijs te stellen op het behoud van dit stuk cultuur. Of de film nu zoveel met cultuur te maken heeft, zal menigeen vragen die het Frysk Orkest en de Filmkring in één adem hoorde noemen? De goede film zeer zeker, en het was nu juist het doel van de Filmkring om het publiek daarmee meer en meer ver trouwd te maken. Hoewel dit werk zeker niet zonder resultaten bleef, heeft de Filmkring het om financiële redenen moeten op geven. Gelukkig kon hier Kunst aan Allen in de bres springen. Weliswaar is deze vereniging, die toch al veel kostbare risico's draagt, niet in staat om het hele programma van de Filmkring over te nemen, maar ze besloot toch om dit seizoen vier film-avonden te geven die allereerst de hoogtepunten uit het verleden van de film zullen bevatten, en bovendien enige moderne rolprenten van speciaal karakter zullen brengen. Indien de activiteit van Kunst aan Allen door belangstelling van het publiek beloond wordt, zal ze zich ook op dit gebied kunnen uitbreiden en het bare tot den strijd tegen cultuur-verschrompeling kunnen bijdragen. W. E. Er wordt tegenwoordig zó veel over cultuur gesproken, dat men niet eens een groot scepticus behoeft te wezen om te veronderstel len, dat het met die cultuur dan wel niet al te best gesteld zal zijn. Inderdaad verkeert alles wat het culturele leven poogt te dienen en te bevorderen, vrijwel voortdurend in moeilijkheden. Te Leeu warden is nu de Filmkring daaraan bezweken, en het Frysk Orkest dreigt eraan ten onder te gaan. Ileel wat mensen zullen zeggen, dat de wereld zonder Filmkring en zonder Frysk Orkest ook wel zal blijven draaien, en dat is ongetwijfeld waar. Men kan er aan toevoegen, dat die wereld ook zonder dat een enkel mens haar zou bewonen wel zal blijven draaien, al zal er dan niemand zijn om dat te constateren. Het is allerminst onze bedoeling, hier een cultuur-filosofische beschouwing ten beste te geven. We willen er alleen even op wijzen dat velen in de warreling en spanning der gebeurtenissen en de strijd om het dagelijks brood vergeten, dat de mens bij brood alleen niet leven kan en, indien hij verzaakt wat hem van lager georganiseerde .schepselen onderscheidt, noodwendig tot de staat dier schepselen moet terugvallen. Zo beschouwd is het niet onbe denkelijk, wanneer het culturele leven tekenen van ineenschrom pel ing vertoont, waar die zich dan ook voordoen. Indien het Frysk Orkest zou verdwijnen, dan zou dit een ver arming voor Friesland, en speciaal voor Leeuwarden, waar het gevestigd is, betekenen. Muziek is een der edelste kunstvormen, maar om er geheel van te genieten moet men er in opgeleid worden; in het luisteren ernaar evenzeer als in het beoefenen ervan. Voor het een zowel als het ander is de aanwezigheid van een orkest vereist. Het kan door verantwoorde en goed uitgevoerde programma's zijn publiek opvoeden en het kan een stimulans voor de muziek-beoefening zijn. Het biedt zijn leden een grondslag aan voor het bestaan als uitvoerend musicus een grondslag die zij moeten zien te verbreden en versterken door het geven van lessen, maar die toch niet zó smal mag zijn dat hij geen schijn van een levensmogelijkheid laat. Dit laatste was met ons orkest wèl het geval en het bestuur heeft zich nu tot de openbare mening gewend om te betogen, dat het zo niet langer kan doorgaan. Men

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1952 | | pagina 3