MiflrteiiKtaiul en CJeineenschaj» 4 In onze gemeenschap neemt de midden stand een der voornaamste plaatsen in. Het verkoopapparaat is in handen van de mid denstand en dus bestaat er een dagelijkse relatie tussen deze groep en het publiek. Een gemeenschap zonder middenstand is ondenkbaar. Do handwerkproducten, oudtijds door handelaars in pothuizen en op kramen ver kocht, werden door de, in gilden verenig de, handwerkers vervaardigd. Allengs ging men die waren verkopen in dichte huizen en stalde men ze voor de kleine ruitjes uit. De koopman ging „de boer op", terwijl de vrouw thuis, via de tafel, handel dreef. Langzamerhand werden de kleine ruitjes groter en de tafel werd toonbank. Op deze wijze evolueerde de winkelstand tot wat hij nu is. De koopman had geen tijd meer op pad te gaan en de kopers hadden een „uitje" door even naar de stad te gaan. De groei van de winkelstand was snel, zo dat beunhazerij niet uitbleef en organisatie met beperking noodzakelijk werd. In zekere zin herleefden de gilden in de vakorganisa ties, die de vakdiploma's afnemen en daar door het publiek beschermen en een waar borg tegen beunhazerij zijn. De winkeliers brengen de nieuwste snufjes, de laatste mode binnen uw bereik en de moderne verkoopkunde streeft naar zo effi ciënt mogelijke bedrijven, die rusten op de pijlers van vakkennis en psychologie. Daar door blijft de winkelstand onmisbaar, om dat zonder haar de gemeenschap zou ver vlakken tot een kleurloze massa, waardoor cultuur zou verdwijnen en het individu zou worden tot een nummer en een naamloze. De consekwentie van het centralisatie idee, zou één grote verkoopfentrale zijn. waar we alle dagelijkse dingen konden kopen. Allengs zou de beperkte keus leiden tot verdere beperking, waardoor tenslotte het eenheidsconfectiejurkje, de eenheids sigaret, de eenheids.(gaat u maar door) zou overblijven. Wie door de gezellige winkelstraten van vandaag de dag loopt, be leeft de vreugde van het „ontdekken", van het „sneupen", waarna de koop van een artikel volgt, met de vreugde van het bezit. In onze stad kan men, door de bonte ver scheidenheid van winkels en duizenden ar tikelen, te kust en te keur. Door specialisatie kunt u in allerlei prijsklassen terecht en de De redactie van „De Leeuwarder Gemeenscha))" verleent gaarne plaatsruimte aan al degenen, die hun opvattingen over Leeuwarder problemen in het openbaar gebracht willen zien. Daarom was deze bijdrage van de heer Rijpkema haar zeer welkom, zonder dat zij daarmee geacht wil worden zijn denkbeelden bij voorbaat te onder schrijven. Over de positie van Leeuwarden als handelscentrum en als centrum van amusement is stellig veel te zeggen. Misschien kan, naar aanleiding van dit artikel over dit onderwerp een vruchtdragende discussie ontstaan. winkelier zal u met zijn vakkennis adviseren ;en goede koop te doen. Achter de schermen Achter de schermen trachten de winkeliers gezamenlijk, door verenigingen, uw belang stelling te wekken voor hun winkelstraten. In bepaalde stadsdelen worden acties ge boren, die de klant voordeel kunnen bren gen. Deze acties zijn uit enthousiasme voort gesproten en het is dus de moeite waard er aandacht aan te schenken. Wanneer er feest moet zijn, gaat de mid denstand voorop. Met slagen van acties, het versieren van de binnenstad, hangt af van de medewerking van de middenstand. Dat de kosten hiervan zeer belangrijk zijn en min of meer een ongevraagde be lasting vormen, is duidelijk. De Onafhankelijke en dikwijls eenzijdig ge richte geestesgesteldheid van de individuele middenstander is vaak een handicap voor een vereniging van middenstanders. Een gemeenschappelijk bindend voorstel is daar om eerste voorwaarde voor het slagen van plannen. Dergelijke dingen worden dan ook- zonder veel woorden, dus zakelijk afgehan deld. Organisatie Het organisatieleven in onze stad bestaat dus in de vorm van gegroeide wijk-(winke- liers)verenigingen, die zijn overkoepeld door een contactcommissie, die onder meer in het Oranjecomité het verantwoordelijk work doet. Uit dezelfde commissie groeide de „Detail- handelsraad", wellicht een der voornaamste organen, waaruit ook de stichting „Consu- mentencrediet" voortkwam. Hierdoor wordt de kanker van „het op de pof" kopen be streden en stelt men de koper in staat arti kelen aan te schaffen, zonder zichzelf en de winkelier in financiële moeilijkheden te brengen. Een soort „rotaryclub" van zakenlui staat in Leeuwarden bekend als „Zakencentrum". Verschillende vraagstukken op economisch en ander gebied worden belicht, door ter zake kundige specialisten. Het teleurstellende feitdal het publiek van buiten de stad niet voldoende naar de hoofdstad getrokken wordt, maakt dat Leeuwarden hoe langer hoe meer een zelf- verzorgingscentrum wordt. De oorzaak van dit wegblijven van het provinciale pu bliek ligt niet aan de winkeliers, maar heeft andere oorzaken. Van andere zijde dan die van de middenstand moet hier baanbrekend werk worden verricht. De stad is niet attractief genoeg. Wie 's avonds in Leeuwarden uit wil gaan, wordt teleurgesteld. In de bioscoop is het onge zellig, variété ontbreekt, men mag er zelfs geen sigaret roken. Attracties als een dieren- O O tuin, een bosplan, een behoorlijk recreatie oord, -ontbreken. liet averechtse idee om de veemarkt kilo meters buiten de stad te plaatsen jaagt de tceinige provinciale bezoekers helemaal de deur uit. Ervaringen elders bevestigen dit. Het organiseren van schoolreisjes uit de provincie naar de stad dient te worden aan gemoedigd. Openluchttentoonstellingen en het overbrengen van het Natuurhistorisch museum naar een betere plaats, dient aan gevat te worden. Allerlei middelen, die kun nen meewerken aan het attractief maken van dc Friese hoofdstad moeten als een be- legging op de langere afstand worden ge zien. Het is werkelijk nodig dat de vroede vade ren de slapende stad wakker schudden. Dc middenstand staat klaar om met opge stroopte mouwen zijn steun te geven. Im mers, bij een aantrekkelijk centrum, dat Leeuwarden kan zijn, zelfs moet zijn, gezien zijn positie als Friese hoofdstad, is in de eerste plaats de middenstand gebaat. Groei en uitbouw zijn alleen mogelijk waar publiek en belangstelling bestaan. RIJPKEMA.

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1952 | | pagina 4