floe *1 lie 1 oorNtreeli sedeiii|il u orilen?
v Is er een compromis mogelijk tussen „verkeer" en „schoonheid"? j
Gooi dicht die boel
Bewaar het stadssehoon
Een gedeelte dempen
Voor en tegen
Het probleem van do stadsgrachten leeft
bij vrijwel alle Leeuwarders en wij gelo
ven, met de heer Vellcnga, dat de princi
piële voor- en tegenstanders van demping
veeil groter in aantal zijn dan de onver
schilligen. Om de publieke opinie te peilen,
zou men eigenlijk het beste een enquête
kunnen houden. Hoe de verhouding tussen
voor- en tegenstanders dan zou uitvallen
is, dunkt ons, niet te voorspellen. Wel ge
loven wij, dat er weinig blanco briefjes
zouden worden ingeleverd.
De stadsbus neemt de hoek bij de Leeu
warder Courant. Voor mij zitten twee
vrouwen te griezelen. Ze vinden het kenne
lijk eng, zo dicht bij het water langs te
gieren.
Eén van hen poneert de tegenwoordig wel
meer vernomen mening: „Ze moesten die
grachten dempen; dan krijg je brede en
veilige straten".
Maar de ander vertelde een verhaal van
een familielid, die jaren geleden naar
Amerika was geëmigreerd en deze zomer
zijn vacantie in Nederland had doorge
bracht. Hij had keer op keer zijn bewon
dering geuit over de mooie plekjes, die
Leeuwarden biedt. „En daar was de Voor
streek ook bij".
Als het vraagstuk van het geheel of gedeel
telijke dempen van de grachten in Leeu
warden aan de orde komt, vindt men dan
nog neutralen?
Of zijn er slechts felle voorstanders en nog
fellere tegenstanders van dempen? Zijn er
ook, die het koud laat?
Moeten we de grachten dempen? Degenen,
die deze vraag bevestigend beantwoorden,
hebben een aantal goede argumenten bij de
hand.
Daarvan is het argument van de stank het
zwakste. Die „stinkerij" is iets tijdelijks en
is volgens de heren technici met een cen
traal r.olermgsplan afdoend te verdrijven
Er in vallen en verdrinken komt practisch
niet voor.
Het verkeer, de mogelijkheid voor een
veilig en goed geleid verkeer, zal de door
slag moeten geven.
Dat betekent, dat de Nieuwestad (we be
doelen de gracht) gespaard kan blijven. Het
gaat dan in hoofdzaak om Voorstreek en
Kelders, in mindere mate om Tuinen en
Weaze.
Er zijn ogenblikken van de dag, dat het
gevaarlijk is op de nauwe Voorstreek. Als
ergens een vrachtauto staat, ontstaat er of
een opstopping of een moeilijke situatie
voor passerende auto's, driewielers en fiet
sen. Op bepaalde punten zijn de uitwijk
mogelijkheden kleiner dan verantwoord te
achten is bij bet huidige verkeer in een
stad als Leeuwarden.
Kom Zaterdagmiddags eens kijken op
Voorslreek of Kelders. Honderden voetgan
gers, die vaak voetje voor voetje voorwaarts
gaan, en die belaagd worden door tiental-
lende bellende fietsen en het nodige aan
tal claxonnerende auto's.
Ook gevaar van verzakking van de wal
kanten, zoals op Tuinen en Vliet, is lang
niet denkbeeldig. Daarom is het radicale
advies van velen: Gooi dicht die boel!
Daarmee schep je brede wegen, met veilig
heid vöor alle categorieën weggebruikers.
Dan ben je van een hoop narigheid af.
Deze argumenten met deze conclusies zijn
dunkt me, wel de voornaamste van de
voorstanders.
Nu de tegenstanders. Hun grote contra
argument is het stadssehoon. Om dat te
ondersteunen hebben ze nog wat bij-argu
menten achter de hand ook.
Daze grachten verhogen de schoonheid
van onze stad, die mede door de grachten,
in alle toonaarden geprezen wordt. De
grachten behoren tot het karakteristieke
van de oude binnenstad, en het zou een
aantasting van eeuwenoud stedenschoon
zijn, deze grachten te dempen.
Wat krijg je er voor terug? Is de Eewal
zo mooi, of de Tweebaksmarkt, of de
Gedempte Keizersgracht? Je verpest er een
oude binnenstad eenvoudig mee!
Wat dat verkeer betreft, zoeken de tegen
standers het in een rondweg voor het
zware verkeer, dat op die wijze de binnen
stad kan mijden.
Voor de rest zoeken ze hét in parkeerver
boden, het sluiten vcor doorgaand verkeer
en fietsen op bepaalde dagen en uren. Dat
verkeersprobleem is wel op te lossen, maar
onze grachten willen we houden!
Persoonlijk huldig ik de volgende opvat
tingen inzake het wel of niet dempen van
de grachten. Naar mijn mening zullen we
er op de duur niet aan ontkomen, bepaalde
voorzieningen te treffen. Ook bij een
rondweg blijft er nog heel wat verkeer
door een binnenstad gaan. Denk alleen
mxar aan de winkels en bedrijven in deze
wijken.
Verder heb ik niet alleen belang bij een
srhone stad, maar ook bij een „vlotte"
stad. Een stad, waar inwoner en vreemde
ling z'ch snel en zo veilig mogelijk kunnen
verplaatsen.
Daarom m-en ik, dat 11a korte of lange
tijd, schoonheid en „vlotheid" een compro-
m:s zullen moeten sluiten. Een compromis
bijvoorbeeld van deze aard: overweeg de
moge'ijkheid van dempen van de Voor
streek vanaf de Leeuwarder Courant tot
aan de Wortelhaven.
(Vraagstukken van stroming en afwatering
laat ik nu buiten beschouwing).
Op die wijze bewijst men iedere wegge
bruiker een grote dienst, en laat men een
groot brok stadssehoon van je welste
intact. En een goed aangelegde brede
straat is ook mooi!
Mocht ik het nu bij menigeen verkorven
hebben, dan hoop ik toch bij die ene dame
u.t de stadsbus in het gevlei te zijn ge
komen j7 T. VELLENGA
De moeilijkheid bij dit probleem is, dat
de voor- en tegenstanders het eigenlijk in
beginsel wel met elkaar eens zijn. De voor
standers van (gedeeltelijke) demping be
twisten allerminst, dat hierdoor een aan
zienlijk offer wordt gebracht aan het
stedenschoon. Maar ze menen, dat dit ver
lies ruimschoots wordt goedgemaakt door
de winst aan goede verkeerswegen.
De tegenstanders van demping zouden, op
hun beurt, het bestaan van een verkeers-
vraagstuk niet graag willen ontkennen
Maar liever dan het stedenschoon aan de
oplossing hiervan op te offeren, zoeken ze
naar een oplossing, die de binnenstad on
aangetast laat.
Dit principe van „de kool en de geit
sparen" lijkt op het eerste gezicht zeer aan
trekkelijk, maar daarachter doemt meteen
een nieuwe kwestie op: mag men het hart
van een levende, bedrijvige stad tot een
soort openluchtmuseum maken? En daarbij
kan men wijzen op het feit, dat het karak
ter van bijvoorbeeld de Voorstreek toch al
heel sterk is gewijzigd, doordat deze straat
een middenstandscentrum is geworden. De
bezadigde rust van vroeger is ook nu al
definitief verdwenen
Een ander argument tegen de demping
cmtleent men aan de statistieken van de
verkeersongevallen. Daaruit blijkt, dat de
Voorstreek geen bijzonder groot aantal on
gelukken oplevert. Waarschijnlijk is dit
een gevolg van het feit, dat ieder hier in
bijzondere mate op zijn hoede is. Een ge
vaarlijke wegsituatie maant tot voorzichtig
heid en veilige wegen worden vaak zozeer
misbruikt, dat juist daar veel aanrijdingen
ontstaan.
O