Bescherming Bevolking in Leeuwarden 6 M Toegegeven, het is niet prettig, zeven jaar na het einde van de tweede wereldoorlog zich al weer bezig te moeten houden met de gevolgen van een eventuele derde vol- kcrenkrijg. Maar het zou van een verkeerde opvatting getuigen, daarom een soort struisvogelpolitiek te bedrijven en de kop in *t zand te steken. De omstandigheden in de wereld, waaraan U en ik niets kunnen veranderen, leiden er toe, dat onze regering in 1949 meende, dat het nod.g was, zich te bezinnen op de gevolgen van een eventuele oorlog voor de burgerbevolking en om te overwegen, of daartegen iets gedaan zou kunnen worden en zo ja, wat. Dit heeft geleid naar goed vaderlandse gewoonte tot het instellen van een commissie, die nu eens niet lange jaren confereerde en daarna met een uit voerig en zeer gedocumenteerd rapport voor de dag kwam, wat dan meestal in een van de bureauladen werd opgeborgen, neen na nauwelijks een half jaar kwam deze com missie met ook een lijvig rapport uit de bus, doch van stond af aan, nadat het rapport door de regering was aanvaard, is met de uitwerking daarvan een aanvang gemaakt. De meesten van ons hebben daarvan weinig gemerkt; een enkele maal drong er eens iets naar buiten van de voorbereidingen die werden getroffen, doch eigenlijk pas het laatste half jaar heeft de bevolking iets meer vernomen van wat de Bescherming Bevolking (B.B.) nu eigenlijk wil en doet -V- Laat ik U een kort overzicht geven van de wijze, waarop deze organisatie werkt, waarbij ik dan voorop stel, dat deze BB. niet bewapend is, niet vecht, niet verde digt, doch een zuiver burgerlijke instelling is, alleen ten behoeve van de burgerij, ter wijl het gehele apparaat dienstbaar zal zijn aan het tot het kleinst mogelijke minimum terug brengen van de gevolgen van een eventuele derde wereldbrand. Aan het hoofd staat de Minister van Bin nenlandse Zaken, met naast zich als uit voerend orgaan een z.g. nationaal com mando. In iedere provincie heeft de Commissaris der Koningin de leiding, ge assisteerd door een provinciaal commandant terwijl plaatselijk de verantwoordelijkheid berust bij de burgemeester (in grotere plaatsen) of een kringraad van burgemees ters (in de kleinere gemeenten). De grotere plaatsen, die meestal ook de meest kwets bare zijn, noemt men de A.-gemeenten, de overige gemeenten zijn ondergebracht in zogenaamde B.-kringen. In Friesland zijn 2 A.-gemeenten, n.l. Leeuwarden en Har- lingen, en de overige gemeenten zijn inge deeld in 5 B.-kringen met als kringhoofd plaatsen Franeker, Dokkum, Ileerenveen, Drachten en Sneek. In iedere A.-gemeente en B.-kring is de gehele BB onderverdeeld in een z.g. „Over- heids-organisatie" en de „zelfbeschermings organisatie". Hoewel wij Uw speciale aan dacht vragen voor deze zelfbeschermings organisatie, dient U voor het goede begrip te weten, dat in de overheidsorganisatie vijf diensten zijn, t.w. Brandweer, Politie. Opruim- en Reddingsdienst, Geneeskundige dienst en Dienst Sociale Verzorging. Voor al deze diensten dient de organisatie te be schikken over de nodige vrijwilligers, want de gehele BB, is opgebouwd op de basis van de vrijwilligheid. In geheel ons land schat men het aantal benodigde vrijwilligers op ruim 200.000. Dat is nog al wat. In Leeuwarden zullen er ongeveer 3000 nodig zijn. U begrijpt, dat deze diensten, wanneer de nood aan de man komt, voldoende op elkaar inge schoten moeten zijn, om te weten, wat ieder moet doen. Daarom moet er geoefend worden en deze oefeningen die niet zo heel veel tijd van de vrijwilligers zullen vragen, zullen vrij spoedig een aanvang nemen. Naast deze „overheidsorganisatie" bestaat er de zelfbescherming. Dit is eigenlijk het allerbelangrijkste deel van de gehele BB., want als de zelfbescherming niet goed zou functionneren, heeft de overheidsorganisatie weinig zin. En het is voor die zelfbescher ming in 't bijzonder, dat wij Uwe bijzondere aandacht vragen. Wat houdt die zelfbescherming nu eigenlijk precies in, zult U vragen. Och, het is eigenlijk allemaal heel simpel. De basis van de zelfbescherming is niets meer en niets' minder dan hulp aan de naaste, een een voudige daad van hulp aan die in nood verkeert. Of, zoals men dat in de Ooste lijke provincies van ons land noemt: buren- plicht. En dat niet alleen. Want bij de zelf bescherming gaat het in de eerste instantie om Uw kinderen, om Uw man. Uw vrouw. Uw familie. En daarnaast Uw buren, Uw vrienden, Uw straat- of buurtgenoten, Uw wijk. Uw stad. Men bedenke, dat een even tuele volgende oorlog daarvan kunnen we overtuigd zijn even sterk achter als aan het front zal worden gevoerd. En een goed georganiseerde bescherming dat leerde ons Engeland in '40 en '44 „kan ;r tegen op". Een organisatie, die weet wat te wachten staat, kan een stootje verdragen en klapt niet bij de eerste narigheid in el kaar.

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1952 | | pagina 6