De verkeerspolitie ZORG VOOR DE VEILIGHEID OP STRATEN EN WEGEN behoud voor het laatste kiezen. Het zou gevaarlijk en onjuist zijn op grond hiervan te beweren, dat we het beter zonder de Recherche dan zonder de Verkeerspolitie kunnen stellen, maar het is toch wel goed deze vergelijking eens even te maken. De man, die zich zonder een deugdelijk achterlicht en desondanks zonder angst of gemoedsbezwaren op de donkere weg waagt, zal waarschijnlijk voor het naar bed gaan zijn buitendeur zorgvuldig op slot doen om eventuele inbrekers de toegang te beletten Nu wil dit alles niet zeggen, dat de mensen van de Motorpolitie, uitgerust met witte pet en witte koppelriem, door de Leeuwar ders met een blik vol onbegrijpen wordt nageoogd, wanneer ze op de motor (al of niet met zijspan) door de straten rijden. Ze genieten ontzag en ze genieten stellig ook waardering voor hun werk in het belang van de verkeersveiligheid. De organisatie Voor een goed begrip van de taak en het werk van de Verkeerspolitie moet men echter iets meer weten over dit onderdeel van het politieapparaat, dat onder de leiding staat van inspecteur H. J. Snoekc. Tot de Verkeerspolitie behoort in de eerste plaats de Motorbrigademet als hoofd brigadier D. Draaisma. De per soneelssterkte van deze brigade is tien man en de uitrusting bestaat uit vier solo motorfietsen en vier motorfietsen met zij span. Verder beschikt de Verkeerspolitie o.m. over een jeep, die van een geluids installatie kan worden voorzien. Dan krijgen we de Rijwielbrigade, onder leiding van brigadier A. de Boer. Deze Sommige weggebruikers schijnen een uitzondering te vormen op de regel, dat de mens een met rede begaafd wezen is. De verkeersbepalingen zijn in het leven geroepen om orde te scheppen in de toestand op de wegen, die zonder een dergelijk ingrijpen al spoedig in een chaos zou ontaarden. En deze orde is voor de weggebruikers een levensbelang, m de meest letterlijke zin van het woord. Spelen met de verkeersvoorschriften is namelpk spelen met eigen en anderer leven. Dat dit geen theorie is, weet ieder, die in de kranten dagelijks de verhalen over ongelukken bij het wegverkeer kan lezen. Desondanks moeten fietsers en automobilisten voortdurend in toom worden gehouden, hun voertuigen moeten geregeld worden gecontroleerd, omdat een vreemd soort zorge loosheid velen de gevaren van het verkeer over het hoofd doet zien. De mens is een met rede begaafd wezen, imiar geldt dit bijvoorbeeld ook voor de fietser, die op een donkere, regenachtige avond in de stad of op een buitenweg rijdt, terwijl hij drommels goed weet, dat zijn achterlicht niet brandt? Hij weet of kan be grijpen, dat dit de oorzaak kan zijn van een aanrijding, waarbij hijzelf het eerste slacht offer is. Desondanks blijft, hij voortgaan op de ingeslagen weg, tenzij zijn duistere prac- tijken door een agent worden opgemerkt. Dan is het enige ongeluk, waarmee hij werkehj rekening heeft gehouden, gebeurd: hij krijgt een bonnetje. En bij familie, vrienden en kennissen heft hij zijn klaaglied aan over de politie, die zo gauw met een bekeuring klaar staat. „We bekeuren inderdaad veel", zegt inspecteur II. J. Snoekc van de Leeuwarder Verkeerspolitie, „maar de resultaten van ons strenge optreden zijn zichtbaar. Men ziet hier 's avonds maar weinig mensen met een defect achterlicht rijden, terwijl dit aantal in plaatsen waar de politie meer geneigd is tot soepelheid veel groter is Daar komt nog bij, dat het resultaat van een waarschuwing vaak zo bedroevend is. Wanneer een overtreding begaan wordt onder omstandigheden, die voor clementie pleiten, dan blijft het bonnetje vaak achter wege. Maar wat zijn de resultaten? Herhaaldelijk is geconsulteerd, dat een fietser na een waarschuwing voor een niet- brandend achterlicht, even wachtte tot de agent uit het gezichtsveld was verdwenen en dan weer op zijn nog altijd ondeugdelijk karretje stapte. Inspecteur Snoekc heeft zelf enige tijd geleden een autorijder op de bon gezet, omdat het rode knipperlicht, dat als richtingaanwijzer moest fungeren, niet in orde was. De automobilist verzekerde bij hoog en bij laag, dat hij niets van het defect had bespeurd en hij bepleitte zijn onschuld op alle mogelijke manieren. Maar toen de heer Snoekc op het bureau van deze bekeuring vertelde, deelde een van zijn ondergeschikten hem mee, dat deze zelfde chauffeur, rijdend in dezelfde wagen met hetzelfde defect, al veel eerder een waarschuwing van hem had gehad Dergelijke ervaringen maken een politie man wantrouwend, ook tegenover degenen, die te goeder trouw zijn en van wie ver wacht mag worden, dat ze genoeg hebben aan een simpele waarschuwing. En zo valt er wel eens een bekeuring, die beter achterwege had kunnen blijven. Maar over het algemeen is 'een strenge handhaving van de regels van het levensgevaarlijke verkeersspel een zaak van het grootste belang het belang van de weggebruikers zelf. Wanneer wij thans een beschouwing wijden aan het werk van de Leeuwarder Verkeers politie, dan moet het element van dienst baarheid aan een zeer belangrijke publieke zaak op de voorgrond staan. Voor de keus gesteld van een ernstig verkeersongeluk of een flinke beroving, zal ieder zonder voor- Dit gebeurt nog altijd te vaak. O

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1953 | | pagina 9