Het zat feest zijru
De BONTE
Nog steeds geen
toenadering
Leeuwarder
Gemeenschap
PAGINA 3
ANTON
VAN DRONRIJP
A... 1,
Wij spraken met:
Wij troffen hem op een terrasje, nip
pend aan een glaasje ranja. „Ranja
is heel goed voor de stembanden," zei
hij, terwijl wij zijn uitnodiging aanvaar
den om er even bij te komen zitten. En
terwijl hij nipte, hadden wij de gelegen
heid zijn profiel te bekijken. Markante
Jrekken, dachten wij. Vooral de kin was
opvallend sierlijk gewelfd. Toch was het
ons nog steeds een raadsel waarom de
meisjes van deze man dromen ze zou
den even goed van ons kunnen dromen,
meenden we, al wisten we tegelijk, dat
we ons vergisten.
Hij keek peinzend voor zich uit; wij
zagen, dat er iets in zijn hoofd woelde.
„Denkt u aan een nieuw liedje?" vroe
gen we, want we kunnen ons moeilijk
voorstellen dat de zanger Anton van
Dronrijp ooit aan iets anders denkt dan
aan liedjes.
Hij schrok op uit zijn gepeins, zuchtte
•ven en antwoordde:
Het zal feest zijn in Leeuwarden groot feest. Stadgenoot en vreemdeling zullen
ook nu weer verrukt en verbaasd zijn over wat er te doen zal zijn in de Friese
hoofdstad.
Laten we beginnen met de Badinerie, die de winkelstraten in rep en roer zal
brengen. Er komen kraampjes op de stoepen en in die kraampjes zullen de
winkeliers nu eens niet tonen wat ze gewoonlijk verkopen, maar hun uiterste best
doen om elkaar te overtroeven in het bedenken en uitvoeren van zeer merkwaardige
en ongewone dingen. Wat het precies zal worden moet eigenlijk nog een geheim
blijven, maar iets willen we er toch van vertellen.
Een der winkeliers zal zich bezig houden met het vervaardigen van ontplofbare
stoffen, die dan tussen het publiek geworpen en tot ontploffing gebracht zullen
worden. Een ander heeft het plan opgevat het publiek door zijn winkelpersoneel
met catapulten te laten beschieten, terwijl een derde kleine potjes verf omhoog zal
gooien. Wie het vangt wint een aardig prijsje. Het bepalen van de winnaars wordt
sterk vergemakkelijkt door het feit, dat vóór het gooien de deksels van de potjes
worden gehaald.
Aardigheidjes bij de vleet dus en dan is er bovendien nog van allerlei in de stad
te doen op het gebied van kunst en vermaak. We mogen onze lezers allereerst
wijzen op de wedstrijd in liet versieren van de uniforme vuilnisemmers, die op het
Wilhelminaplein tentoongesteld en door een jury beoordeeld zullen worden.
Verder zal op het Wilhelminaplein een muzikale snelheidswedstrijd worden
gehouden. Alle plaatselijke muziekverenigingen zullen meedoen aan deze uniek*
gebeurtenis, waarbij alle corpsen tegelijk dezelfde mars Inzetten. Wie het eerst
klaar is heeft gewonnen.
Leeuwarden zal dus weer vol feestelijk opgewekt vertier zijn. Zorgt, dat u er bij bent!
„Inderdaad, maar het is erg moeilijk. Ik
weet nog niet waar liet meisje moet
wonen."
„Welk meisje?" vroegen we dom.
„Het meisje van het liedje," zei Anton
van Dronrijp. „Weet u wat de moeilijk-
heid is? Ik heb bijna overal al meisjes
laten wonen. In de molen, in het huisje
bij het sluisje, in de polder, in het veer
huiswat blijft er nog over? Het
moet tenslotte ook nog willen rijmen.
„Uw pad gaat niet over rozen," zeiden
we.
„Rode rozen, witte rozenik zou
het natuurlijk ook weer eens met
bloejnen kunnen proberen. Weet u een
bloem te bedenken?"
„Vergeet-me-nietje", antwoordden wij
prompt en we maakten een goede beurt.
„Vergeet-me-nietje.... Grietje., liedje.
Er zit wat in."
Hij verzonk weer in gepeins en wij
wachtten geruisloos om hem niet te sto
ren.
„O. K.'\ zei de zanger na een poosje,
„dat spijker ik wel voor elkaar. Zet u
maar in de krant, dat Anton van Dron
rijp hier in Leeuwarden zijn allernieuw
ste succesliedje zal zingen. Het heet:
„Grietje, mijn vergeet-me-nietje." Bin
nenkort komt het ook op de gramofoon-
plaatl"
Wij snelden heen om u dit belangrijke
nieuws heet van de naald mede te delen.
Do groeiende afkeer vaa Moscovisch
gebak is, gezien de verhoudingen in da
internationale politiek, alleszins te ver
klaren. Willen de Russen open kaart
met het Westen spelen, dan zullen ze
ons toch op z'n minst halverwege tege
moet moeten komen.
Van een neiging om in deze richting
iets te ondernemen blijkt echter bitter
weinig. Wij hebben goede reden om aan
te nemen, dat men in Moscou nog
steeds even afwijzend tegenover Friese
dumkes staat als vroeger. Wat helpen
woorden wanneer ze niet door denken
worden ondersteund?
En zo vorderen de Fries-Russische han
delsbesprekingen in Augustinusga
slechts langzaam. Zelfs een stamboek
stier, die gisteren ter opluistering de
conferentiezaal betrad, vermocht de
trieste stemming niet te breken. Wel
brak het dier, toen het met zijn aan
de salonsfeer ontwende poten iets te
vrijmoedig optrad, enkele andere din
gen, waaronder de bril van de Rus
sische delegatieleider. Door dit incident
werd de blik op de hangende kwesties
bij deze Rus aanzienlijk vertroebeld.