r
witte baard, die het opzicht bij het bou
wen had. Deze onderneming is door drank
misbruik en een ruw leven van de eigenaar
ten gronde gegaan.
Liter kwam Wolfs met een prachtige, ver
nieuwde earoussel, die een schitterend front
met beeldhouwwerk en geschilderde doe
ken en een fraaie verlichting had. Ook bin
nen was dit wel de mooiste earoussel, maar
de entreeprijs was dan ook hoger dan die
bij de bedrijven van Niset en Benncr, die
vaak rfaast Wolfs stonden. Naast Wolfs
heeft ook wel een hippodrome-rijbaan voor
paarden, van Jean Wolfs gestaan.
Meestal waren er drie draaimolens, later
was er ook een zweefmolen. Verder een
zeer vermakelijk draaiend rad, een vlooien
theater, het levend en sprekend mensen
hoofd, „Susanna in het bad", liet Theater
flart, waarin Henriëtte Davids en haar
broer Louis optraden, het panorama, het
doolhof, de bioscoop van Lohof, voorheen
Sliecher, waar een mooi pierement voor
stond en waar de film „De reis naar de
maan," naar het boek van Jules Verne,
ieder jaar werd vertoond, en nog vele an
dere attracties.
Dan waren er meestal drie schouwburgen,
aohtcr de Harmonie, bij de Beurs en bij
dc Waag. In de oude schouwburg (nu
Friese Biljartclub) werden voorstellingen
gegeven, verder in Zaal van der Wielen (nu
Schaaf). In de schouwburg bij de Beurs
trad het Nederlands Toneelgezelschap wel
op met stukken van Heijermans. In de Har
monie bracht het gezelschap „Veugels"
variëteiten.
Voorts had men de kleine tentjes met
waarzeggers en somnambules, waar men
sen, die de waarheid niet wilden horen,
zich toch de toekomst lieten voorspellen.
Men had ook het tentje, waarop stond
„koninklijk Spiritisme, professor Mullens
Dochter."
Een keer is hier een zogenaamd Tnrks
Cabinet geweest. Daar verdwenen dingen
op een zeer geheimzinnige wijze. Het man
netje, een gewone Hollander in Turks ge
waad, maakte het publiek wijs, dat zijn
vrouw over de hoofden van de mensen zou
vliegen en zich achter in de tent bij het
publiek zou voegen. En inderdaad: de
dame verscheen plotseling achter in het
theater, maar wij kregen al gauw in de
gaten dat mevrouw Turkstra (zo zullen we
haar maar noemen) door een zijdeur aan
de voorkant naar buiten kwam en dan op
een holletje naar de achterkant liep om zich
daar tussen het publiek te begeven.
Dat het Turks Cabinet hier met een wel
gevulde geldbuidel vandaan ging, blijkt wel
uit het volgende. Men had op 't Kuiterskwar
tier, waar nu tandarts Van Kollem woont,
B. L. C. de Haans Bank, waar ik na de
kermis toevallig voor zaken moest zijn. Ik
hoorde toen een bediende zeggen: „Wan
neer er één geld heeft verdiend, dan is dat
de Turk. Wat heeft die kerel hier een klein
geld ingewisseld
Ook had men hier vaak het theater
„Dauphine." Wanneer die man zijn toe
spraak tot het publiek hield, dan dacht men
met een echte Oosterse magiër te doen te
hebben. Zijn enigszins donker uiterlijk ver
sterkte dit vermoeden. Hij vertelde het
publiek, dat hij eigenlijk te goed was op
de kermis te staan en tenslotte legde hij
uit, dat hij zijn vrouw kon veranderen in
een laurierboom, waarna hij - om zijn
huwelijksgeluk niet definitief te vernietigen
de laurierboom weer in zijn bloedeigen
vrouw omtoverde. Schijnbaar gebeurde dit
ook; bijna onzichtbaar werd een netwerk
van draden voor de vrouw neergelaten,
waar de laurierboom op afgebeeld stond.
Dan was er nog de zogenaamde worstel-
tent van Miss Gerda. Met die dame mocht
men worstelen en wanneer de klant sterker
bleek te zijn dan de „miss", dan kreeg hij
of zij een prijs.
Een klein circus stond op de plaats, waar
thans het beeld van Mercurius het stads-
De stoomcaroussel van Janvier, die op
6 October 1946 te Den Haag ver
brandde. Vele malen heeft dit kermis-
paleis in Leeuuxtrden gestaan.
beeld versiert. In dat spel kon men mid
den in de zomer sleetje rijden. De bedien
den in dit circus liepen allen in dikke pel
zen van ijsberen en hadden dus een warm
karwei. Men gleed daar waarlijk als over
sneeuw, want alles was met zeep glad ge
maakt.
Dan was er eens een vermakelijkheid,, waar
men een dame, ook een zekere Miss Ger
da, in het water kon laten tuimelen. Als ik
me goed herinner moest men een bal tegen
een witte vlek op een piek gooien. Raakte
men deze goed, dan ploempte de „miss" in
het water.
Ezeltje rijden was de sport in een andere
inrichting. Men kon daar een horloge win
nen wanneer inen drie minuten op de
ezelsrug kon blijven zitten iets wat spo
radisch gelukte. Elders kon men met een
beer worstelen; wie kans zag de beer op
de rug te gooien verdiende een gulden.
Eens gelukte dit een Leeuwarder, die daar
na de bijnaam „berenknokker" kreeg....
Dan stond er een man op de kermis met
een groot lxird, waarop een moordgeschie
denis in verschillende „etappen" was afge
beeld. De man droeg een grijze hoed en
wees met een stok de plaatjes aan terwijl
hij het moordverhaal vertelde. Ik herinner
me nog het laatste bedrijf, waarin de veld
wachter de moordenaar arresteerde en zei:
„Gij zijt ook een rare snuiter, kleren met
bloed bevlekt, jij komt ook niet van de
bruiloft
Een moordgeschiedenis heeft ook aanlei
ding gegven tot de vorm van „kracht
sport", die men de Kop van Jut noemt. Een
zekere Jut vermoordde in de vorige eeuw
mevrouw Van der Kouwen en het publiek
kon zijn wraak koelen door flink op de
„kop van Jut" te slaan. Of dit vermaak al
voor de door Jut gepleegde moord bestond
is mij niet bekend.
Later kwamen de Auto-achtbaan, die nog
bij velen wel bekend is, en de Alpensport,
waaraan ik nog een herinnering heb. Ik
kocht op een Zaterdagmiddag in de kermis
een toen moderne strohoed, ging in de Al
pensport naar boven om een ritje te maken
en onder het omlaagglijden waaide de hoed
af. Een andere Alpentourist gleed er over
heen, zodat het nieuwe hoedje meteen in
pulver was
In de kermistijd gingen velen 's avonds met
hun meisje naar de Bontekoe, waarvan
Albert Bol in de Harmonie zong:
„Op de grote Bontekoe
Ging het een beetje raar soms toe.
Maar de zedenwet
Heeft het thans belet
P. v. d. BRUG.