gevraagd: GEMEENSCHAPSZIN
dikwijls vergeet uw vrouw niet haar huis
sleutel, zodat zij, dank zij de welwillend
heid van de buren en via hun balkon het
eigen huis weer moet bereiken? Wanneer
ge des middags hongerig thuiskomt, om
helst ge uw vrouw, wijl ge meent, dat zij
al weer uw lievelingsgerecht heeft klaar
gemaakt. Maar wat ge op de trap rook, was
het luchtje uit buurvrouws keuken, zodat
ge ook tegenover uw eigen vrouw de voor
delen van het wonen in een gemeenschap
kunt uitmeten.
Wanneer uw kelder om de voorbeelden-
reeks daarmee te besluiten onder water
staat, blijken ook de vijf kelders uwer
huurlieden ónder water te staan, zodat er
eendrachtig gehoosd dient te worden: de
wet der communicerende vaten dwingt u
tot gemeenschapszin!
Zó groeit in de nieuwe wijken van
I,eeuwarden een nieuwe vorm van ge
meenschap. Geen commune, maar een
gemeenschap, waarin ieder zijn indivi
dualiteit kan behouden, koning kan blij
ven in eigen kasteel, mits hijzelf reke
ning houdt met zijn buren, zoals zijn
buren rekening houden met hem. Die
kleine gemeenschapjes tot één grote
Leeuwarder gemeenschap samen te
bundelen is een schoon ideaal. Maar
daarvan zijt ge toch al doordrongen,
want ge leest dit blad niet voor niets!
Met blijdschap ontvangt ge op zekere dag
officieel bericht, dat u een huis is toege
wezen. Een huis in een van Leeuwardens
nieuwe straten; een huis één-hoog, twee-,
straks misschien wel drie-hoog.
Ge gaat verhuizen en installeert u in uw
nieuwe woning, die in de bovenomschre
ven gevallen ook wel „flat" wordt geheten.
Wanneer ge dan des avonds voor het eerst
in uw nieuwe huis eens rustig uitblaast van
de vermoeienissen van die eerete dag, dan
klinkt plots door uw nieuwe woonruimten
dreunend hamergeklop. De gehele dag zijt
ge zélf zo bezig geweest: hier een schilderij
ophangend, daar een boekenplank beves
tigend, elders een pakkist openbrekend. Uw
buurman heeft waarschijnlijk de gehele
dag precies hetzelfde gedaan, maar hij is
van plan juist even later te gaan uitblazen
dan u. En dus zit ge daar, u verslikkend in
uw thee en terwijl ge hoest (hoor die kerel
eens hoesten, denkt uw buurman inmiddels)
bedenkt ge met schrik, wat dat worden
moet:
Uw bovenburen, zo hebt ge reeds ge
zien, bezitten twee kinderen van naar
schatting vier en zeven jaar. Boven uw
hoofd zullen dus gedurig kindervoe
ten dansen en springen;
Uw buurman van het hamergeklop be
speelt een accordeon; ge zag hem zelf
de koffer binnensjouwen. U zult naar
Dansende Vingers of naar de Czardas
van Monty moeten luisteren en het
radio-concert missen, waarop u uw
zinnen gezet had.
Een buurman aan de andere zijde
hebt ge niet, maar in het trapportaal
zullen des morgens om zeven uur de
melkflessen van een vroege melk
boer voor u de réveille rammelen;
Maar gelukkig hebt ge nog een buur
man beneden u: op hem kunt ge alles
verhalen, wat anderen u aandoen. U
kunt hem in zijn bed doen trillen,
wanneer u danst, u kunt hem uw
radioprogramma's opdringen, u kunt
de kalk van zijn plafond in zijn thee
kopje doen storten en daarna nog eens
hard op de vloer bonzen omdat ge zo'n
last hebt van zijn- gehoest.
Aldus peinst ge, terwijl ge voor het eerst
in uw nieuw huis zit uit te blazen. Uw
hamerende buurman heeft u met één klap
geconfronteerd met hét grote probleem van
de na-oorlogse woningbouw: dat der ver
draagzaamheid. Ge zult in uw kleine huis,
dat als een cel is in de veel grotere bijen
korf van het woningblok ten volle uzelf
kunnen zijn, ge zult uw individualiteit ten
volle recht kunnen doen wedervaren, mits
ge uw buren geen overlast aandoet. Dat is
de beperkende bepaling, die het fatsoen,
die uw gemeenschapszin u oplegt. Die
regel wordt in de grote maatschappij toe
gepast (men streeft er althans naar) en aan
die regel zult ge u ook in de kleine maat
schappij van het blok etagewoningen moe
ten onderwerpen. Ge zult rekening moeten
houden met uw buren en het volume van uw
radio daarnaar moeten regelen. Uw buurman
zal zich in het gebruik van zijn accordeon
beperkingen moeten opleggen, de kinde
ren van uw bovenbuurman zullen zo gauw-
mogelijk naar een speelweide moeten, ten
einde daar en niet thuis het grootste deel
van hun vitaliteit te lozen en de melkboer
zal matigheid moeten betonen in het fles-
sengerammel. Ifet leven en wonen in een
gemeenschap vraagt offers en hoe kleiner"
die gemeenschap wordt, des te groter wor
den de offers. Dat alles realiseert u zich in
uw nieuwe huis en ge komt tenslotte tot
de conclusie, dat die offers noodzakelijk
en onvermijdelijk zijn.
Dat ge met de andere bewoners van uw
blok in een kleine gemeenschap gevoegd
zijt, merkt ge ook al ras uit het feit, dat
het gemeenschappelijk trapportaal in on
derling overleg moet worden schoon ge
houden. De vrouwen zullen zich tot die
taak moeten verenigen in eensgezindheid,
mét emmers en bezem. Een goede ver
standhouding hebben zij bovenal nodig,
want hoe dikwijls valt niet een stuk was
goed op een lager gelegen balkon en hoe
W. R. STEUR