1. ooct static*. Nieuwe Situatie Station - Ou e f wecj. 15 Dat het rij- en voetgangersverkeer tel kens een aantal minuten moet wachten voor de gesloten overweg is minder erg: daar zal geen auto om uit de stad weg blijven. Wèl erg is, dat door de kleinsteedse indruk van de binnenstad Leeuwarden veelal bij Groningen wordt achterge steld, met als gevolg een minder bezoek aan Leeuwarden, dan normaal zou zijn. Men komt thans alleen maar in Leeuwar den, als men er persé moet zijn: voor het overige gaat men liever naar Groningen: dat is immers een „grote stad". Deze meermalen geconstateerde feiten te wil len goedpraten met dooddoeners als: de Friezen komen toch wel naar Leeuwar den heeft weinig effect, aangezien meer Friezen naar Groningen gaan dan men vermoedt en de niet-Friezen en de auto riteiten in de regel Groningen boven Leeuwarden stellen. Wat is nu de oplossing, die Leeuwarden moet hebben? 1. Bouw een nieuw kopstation, 130 m breed, loodrecht staande op het te genwoordige en op de sporen, lopende vanaf het nieuwe inspectiegebouw der P.T.T. (dat er helaas zonder over leg is neergezet, maar misschien in het nieuwe station kan worden op genomen) tot aan de Hofstraat. Men krijgt dan een negental sporen. Ter vergelijking diene, dat het tegen woordige station Leeuwarden zeven tot acht sporen heeft, en de Midden staatsie te Antwerpen (kopstation) een achttal. 2. Opruiming der bebouwing tussen Hollanderdijk en Hofstraat, verder enkele dienstwoningen der N.S., be nevens een paar dienstgebouwen op het N.S.-emplacement, welke een hokkenkarakter hebben. In totaal een honderdtal panden, waarvan vele niet duur zijn: de woningen aan de Smidsbuurt bijvoorbeeld moeten toch worden gesaneerd. 3. Omlegging van de spoorlijn naar Gro ningen om de Noord of om de Zuid, zodat ze van de Westzijde het station zullen bereiken (via de lijn der lo- kaalspoor naar Stiens, of via het in 1951 verlaten stuk spoorlijn naar Zwolle Plan I en II). Mochten de N.S. er prijs op stellen de rechte lijn door de stad te handhaven, b.v. bij aanleg van de spoorlijn over de Af sluitdijk en ingeval de Scandinavië- of Noordwest-express over Leeuwar den geleid wordt, dan zouden de sporen naar Groningen ter plaatse van station en overweg moeten wor den ingegraven in een spoorweg tunnel, zodat de trein uit het stads beeld wordt verwijderd. (Plan III). 4. Het autobusstation, dat totaal onge schikt is gelegen, en waar jaarlijks geld bij moet, zou, als onderdeel van het spoorwegstation, moeten worden aangelegd ter plaatse van de te dem pen sloot langs de Hollanderdijk. Hier kan, zonder dat de machine- loods wordt afgebroken, een dertig tal autobussen staan. 5. De overkapping in te richten als lan dingsplaats voor helicopters, waar door alle soorten verkeer op één punt worden gecentraliseerd. De voordelen van deze oplossing zijn de volgende: 1. Een monumentaal plein ontstaat voor het nieuwe station, waaromheen zich op vrij terrein een passende bebou wing zal ontwikkelen, zodat verkre gen wordt een representatieve entree van de binnenstad bij aankomst per spoor en bovendien van de belang rijke invalsweg Schrans. 2. Verdwijnen van de spoorweg uit de stad, waardoor van de omgeving Spoorstraat een fraai plantsoen is te maken. Alleen de raccordementslijn naar de LIJEMPF zou dan door dit plantsoen blijven lopen, met aanslui ting Oostelijk, maar dit is geen be zwaar. (Niet bij plan III). 3. Sanering van de Hollanderdijk, Smids buurt e.d. 4. Een nieuwe halte (bij plan II: Leeu warden-Zuid; bij plan I: Leeuwarden- Oost) zou kunnen worden geopend. Vooral de laatste dient serieus onder ogen te worden gezien, gezien de in de nabije toekomst te wachten sterke uitbreiding van de stad aan de Oostzijde. (Een halte begint pas ren dabel te worden bij een aanliggende stadswijk van minstens tienduizend inwoners). 5. De Schrans, een winkelstraat met zeventig winkels, die er thans los bijhangt, zou door het nieuwe Sta tionsplein aan de Wirdumerdijk wor den verbonden, wat bevorderlijk is voor beide. 6. Verdwijning van de overweg, op een representatieve manier. 7. Alle soorten verkeer (lucht, spoor weg, autobus) zullen worden gecen traliseerd op een plaats, die er uiteraard grootser en representatie ver kan uitzien dan wanneer ieder afzonderlijk wordt ondergebracht. Dit is in het belang van alle drie, aan gezien het aantal doorgaande reizi gers dan allicht zal toenemen, gelijk de ervaring leert. 8. Indien het door de verplaatsing van de veemarkt vrijkomende terrein, vergroot met het vrijkomende terrein van het autobusstation, wordt be stemd voor de bodewagens, dan had men ook alle vormen van goederen transport (spoorweg, weg, water) bij elkaar, vlak bij een groot scheeps- vaarwater. 9. Bovengenoemde oplossing is betrek kelijk goedkoop, aangezien tijdelijke omleggingen, e.d., hierbij weinig be hoeven te worden uitgevoerd. De stad ontvangt hier waarschijnlijk bij een minimum aan kosten een maxi mum aan verbetering. 10. Vervallen van de kosten van bewa king van drie overwegen in de te genwoordige Groninger lijn. Seortgeuoow 4 turit'u 2 Ni tow Station 3- \Zervalie* Overweg- 4. Ood AutobOfeStation- 5- Nieuw Autobosstat ion v.'/rm Nieuwe N. &RONIN&SN PLAN X- "W> busstation. F-,: Beboowina St<atu>wspl«i.M- L^-i. V.»' fc-v -> - n" I.V.CV. ..J V' '-i-V'ot tvv, A "TOBKOUfTiö fcODBTBRREIN HUIZ.UM N. &KON,NöeN pLAti J[

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1955 | | pagina 17