ANDERS VAN DER SLOOT 17 Als nadelen zouden kunnen worden aan gemerkt: 1. Bij plan I en II wordt de spoorlijn 3 tot 4 km langer. Dit behoeft echter geen bezwaar te zijn, aangezien men dit ook in andere plaatsen aantreft. (Bijvoorbeeld te Bremen). 2. Bij doortrekking van de spoorlijn over de Afsluitdijk en het leiden van de Scandinavië-express over Leeu warden, zou deze, behalve bij plan III), het hoofdstation niet aandoen, maar de halte L'warden-Oost (even tueel Zuid). (Behalve bij plan III). 3. Er zijn kunstwerken nodig. Bij plan I een vijftal; bij plan II een tweetal; bij plan III één. Wanneer men de tegenwoordige kleinsteedse situatie, die er nooit had mogen zijn en de stad reeds onberekenbare schade heeft berokkend, zou handhaven, en lapmid delen gaat toepassen, zoals tunnelbouw bij de overweg Schrans, ombouw van de stationshal, die er op zichzelf niet eens onaardig uitziet, al is ze te klein, dan zou het eigenlijke kwaad niet in de wor tel worden aangetast, en dan zou de be staande wantoestand voor lange tijd worden vastgelegd, met alle gevolgen van dien. Misschien dat zich dan in een paar eeuwen geen gelegenheid tot ver betering zou voordoen. Leeuwarden heeft als niet door oorlogshandelingen getrof fen stad toch al een achterstand bij ste den als Rotterdam, Arnhem, Groningen, e.d., die gedeeltelijk vernieuwd uit de oorlog te voorschijn komen. Leeuwarden krijgt nu een kans om zelf te beslissen hoe het in de toekomst zal worden aangezien: voor een grote stad, dan wel voor een kleine stad, die als de mindere van Groningen wordt beschouwd en ook als zodanig behandeld. En nog wel voor betrekkelijk weinig kosten kan daarin verandering worden gebracht! Er dient goed te worden beseft, dat van de bestaande situatie, die in aanleg ver keerd is, nooit iets behoorlijks is te maken. Theoretisch zou men misschien, indien men de halve binnenstad zou af breken terwille van een geforceerde handhaving van het stationsgebouw op zijn verkeerde plaats, voor zeer veel geld, iets kunnen scheppen, dat er min of meer representatief zou uitzien, maar daarbij zouden veranderingen dienen te worden aangebracht in de historisch en organisch gegroeide binnenstad. De er varing leert, dat iets dergelijks vrijwel altijd mislukt. Waarschijnlijk zou Leeuwarden dan ook door uitvoering van het boven ontwik kelde project, met tien millioen gulden meer bereiken dan bij een poging om met geweld van de bestaande verkeerde situatie iets goeds te maken, met twee honderd millioen. Laat Leeuwarden dus de geboden kansen benutten! Yn 'e joun fan de léste Septimberdei is de Ljouwter skilder Anders van der Sloot, 72 jier aid, forstoarn. Sa't er hjir noch op 'e foto stiet, hat mannichien him kind. De léste jierren hat er lykwols it pinsiel net mear brükt, hwant in slepende sykte undermine syn krêften. Dat hat in greate bisiking foar dizze dynamyske geast west, hwant Anders van der Sloot wie geastlik noch lang net oan 'e ein. Hy hat net in maklik libben hawn en hy hat it himsels ek net malclik makke. Earmoed hat meastal syn diel west en to- freden oer syn wurk wied er net gau. Dat wurk hat ek net altiten de weardearring krige, dy't it yn wierheit wol for- tsjinne. Anders van der Sloot wie nou ienris net in man, dy't mei syn wurk yn 'e moade wie. Mar dêrom hie dizze earlike fakman fansels like goed rjocht op weardearring. It is to hoopjen, dat dy ek nochris bliken dwaen mei troch de oan- keap lyk as de provinsje dien hat fan in wurkstik fan him. Hy wurdt dêrmei net mear holpen, mar de Friezen hawwe foar harsels ek noch hwat goed to meitsjen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1955 | | pagina 19