Het ijsvermaak van vroeger
DECEMBER
WINTERMAAND
10
Zo zijn wij dan weer bij de laatste
ónze twaalfde maand van
het jaar 1955 gekomen. Uit vorige
artikelen weet u dat de Romeinen een
andere jaartelling hadden en dat het
voor hen de tiende maand was (decern
tien). In goed-Nederlands werd zij
Wintermaand gedoopt, omdat op de
21ste de kortste dag valt en de winter
begint, althans volgens de kalender.
In de tijd van Karei de Grote werd
December de Heilige Maand genoemd,
later sprak men ook van Christusmaand.
Op 25 December vieren wij immers het
Kerstfeest, waarbij wij de geboorte van
de Heer Jezus gedenken; een kerkelijk
feest dat in de plaats kwam van de
eeuwenoude viering van het voorbij
gaan der duisternis (korte dagen) en de
terugkeer van het licht (lange dagen).
Wanneer wij het over de winter hebben,
dan denken wij meteen aan sneeuw en
ijs, die zulk een groot ongerief kunnen
zijn, maar die ook zoveel blijdschap
brengen.
Friesland, en natuurlijk ook Leeuwarden,
zijn vanouds centra van de ijssport ge
weest en nog zien wij elk jaar met span
ning uit naar de mogelijkheid van
schaatsenrijden, met als bekroning de
Elfstedentochtl Dat het begin en einde
van die wereldberoemde sportprestatie
in onze goede stad liggen (al is de start
dan niet meer in het centrum van
Leeuwarden), maakt dat de stadsbewo
ners wel zeer met deze gebeurtenis
meeleven.
Maar ook de hardrijderijen op eigen
grachten zijn vanouds iets bijzonders ge
weest en zeker de éérste hardrijderij voor
vrouwen die op 1 Februari 1805 werd
gehouden. Al die Yfke's, Wobbigje's,
Akke's en Imkje's kwamen niet alleen
uit de stad, maar vertegenwoordigden
de gehele provincie. Op de lijst stonden
130 namen en de leeftijden varieerden
van 15 tot 51 jaar! De eerste prijs was
een gouden oorijzer, de tweede een
streng gitten met een gouden kroontje.
U vindt op pag. 11 een afbeelding van
deze wedstrijd, zoals die werd gehouden
op het gedeelte tussen Westerplantage en
de Verlaatsbrug; indien de molen er nu
nog stond dan zou die achter de Har
monie te zien zijn.
De eerste prijswinnares was Trijntje
Pieters uit Poppingawier, de tweede
prijs was voor Janke Wybes uit Dam-
woude. De baan had een lengte van 39'/2
Rijnlandse roeden (een Rijnlandse roede
was 'n kleine vier meter lang). „Deeze
lengte is door eene Vrouw met zijde
Wind in 13 secunden afgereden, het
welk eene snelheid van 36V* voeten in
eene secunde uitleverd (één voet is on
geveer 30 cm) en overeenkoomt met de
snelheid van de beste Hard-dravers. En
wanneer men de gewone tred van een
Voetganger op 4'/s voeten in ééne se
cunde rekent, dan had gemeld Vrouws
persoon, met dezelfde snelheid van 36'/z
voeteh in iedere secunde voort rijdende,
één uur gaans in Zeven minuten en
bijna 24 secunden kunnen afleggen"
ja, in de oudheid konden de Friezinnen
óók heel wat!
In de tweede helft van de vorige eeuw
stichtte men een „Gemaskerde IJsclub
Leeuwarden" compleet met Reglement.
De contributie bedroeg een kwartje per
maand en iedereen, die 18 jaar of ouder
was, kon lid worden. Men kon voor
1,50 een costuum huren, dat men niet
mocht bemorsen, verscheuren of beder
ven. Maar „het is de gemaskerde leden
ten strengste verboden op den dag der
Rijderij met eene dame op de baan of
bijbaan te rijden"; de boete daarvoor
bedroeg één gulden. U moet niet te min
denken over de prestaties der club, want
in 1865 ('s morgens om 10 uur) was er de
„Historische Voorstelling van de blijde
inkomst van Prins Willem I van Oranje
en zijne gemalin Charlotte van Bourbon".
Uitvoerig staat in het programma be
schreven welke historische personen
door de stad lopen en te paard rijden.
Het programma op het ijs bestond dan
uit no. 1: ,,'s Morgens zweeren de Ede
len"; no. 2: 's Middags spiegelgevecht
voorstellende: „Een aanval op Leeuwar
den door de Schieringers" (naar ge
schiedkundige aantekening van Jhr H. B.
van Sminia) en no. 3: „De verovering
van het Blokhuis". In 1875 stelden de
gemaskerden de blijde inkomst van graaf
Willem Lodewijk, onze eerste stadhou
der, voor.
Indien er komende winter ijs is, wie
doet dit onze voorouders dan eens na?
Het jaar 1955 loopt ten einde en deze
serie artikeltjes dus ook. Wij besluiten
met het gedichtje, dat boven aan het