Zu/emmcn
Zeilen
Gymnastiek
DE VAN DER VEENS
WETEN ER VAN MEE TE PRATEN
4
FAMILIE SPORTFAMILIE SPORTF AMILIE SPORTFAMILIE SPORTFAMILIE SPORTFAMILIE SPORTFAMILIE SPORTFAMILIE SPORT
Friesland, veroverde als militair in
Indonesië het (burger)zwemkampioen-
schap van Oost Java en sleepte terug
in het vaderland in de jaren '51 en '52
met uitzondering van de 1500 meter, alle
provinciale kampioenschappen in de
wacht.
Het werd een gloriejaar, dat laatste jaar,
want bij gewestelijke successen bleef het
niet en nog meer dan anders richtten de
gesprekken in de bovenwoning aan het
Schavernek zich op de zwemmerij. In juli
werd Jitse uitgezonden naar de Olym
pische Spelen in Finland, waar hij onder
de zestien grootmeesters van de rugslag
elfde werd, in augustus greep hij de
hoogste rugslagtitel van Nederland, in
december zat hij in de landenploeg, die
voor een'wedstrijd tegen de Spanjaarden
naar de verre Canarische Eilanden ging
en tenslotte zwom hij in Brugge de
snelste tijd van zijn leven (1 minuut 7,4
seconde), waarmee hij een achtste plaats
op de wereldranglijst verwierf. Daarvóór
droeg hij ook al verschillende malen het
oranje trainingspak, daarna kwam hij
tot '55 in vrijwel alle Nederlandse
zwemploegen uit.
Toen, in het jaar, dat nu achter ons ligt,
daalde de ster, die zolang aan het zwem-
firmament geschitterd had. Jongere
krachten kwamen op en drongen de
Nederlandse zwemkoning van '52 en '53
van zijn troon. Als een vorst, die zijn
tijd heeft gehad, snoept Jitse van der
Veen nu van de zoete herinneringen
samen met zijn verloofde Reny de Jong,
die zelf eens kampioene van Friesland
op de honderd meter borstcrawl was en
De hele sporttamilie Van der Veen op een plaatje. We gaan van links naar rechts:
Tjitte de turner, Piet de zeiler, Antje de gymnasle, papa Van der Veen, Reny de
zwemster, Jitse de zwemmer, mevrouw Van der Veen-Terhenne en tenslotte
moeder Van der Veen
Kr is nog maar kort geleden een tijd geweest, dat er in het gezin
van de vertegenwoordiger Van der Veen van het Groot Schavernek
dagelijks over sport gebabbeld werd. Over voetbal of over zwemmen,
over gymnastiek of over watersport. „Niets bijzonders!'' roept u nu uit,
„dat gebeurt immers in duizenden huisgezinnen in deze stad." Maar
meestal praat men over de sportieve prestaties van anderen; er staan
nog altijd meer kijkers om het sportveld, dan beoefenaars van sport erop.
De Van der Veens bespraken de verrichtingen op het sportveld van elkaar;
zij zaten zélf tot over de oren in de sport. Nóg turnen ze, zwemmen ze,
zeilen ze, maar de gymnaste en de zeiler trouwden en niet langer bleef
de sport in het gezin een dagelijks onderwerp van gesprek.
Het begin van het verhaal van deze
echte Leeuwarder sportfamilie speelt in
een lang vervlogen tijd; het hoogtepunt
in 1952, het jaar, waarin de jongste zoon
Jitse, de zwemmer naar de Olym
pische Spelen in Helsinki ging. Het was
een jubileumjaar voor Jitse van der
Veen: precies tien jaar eerder begon zijn
zwemmersloopbaan in Amsterdam, waar
hij als invaller mee mocht doen aan
de Nederlandse zwemkampioenschappen
voor de jeugd.
Voor hij er op zijn startblok ging staan,
onderhield hij zich even zakelijk met zijn
vader, want niet alleen naar zwemmen
stond Jitses hoofd ook het zeilen had
zijn hart.
„Als ik een Fries record verbeter, krijg
ik dan dat larkje, dat op de werf van
Rozema in aanbouw is?"
„Dat larkje krijg je, als je kampioen van
Nederland wordt" antwoordde papa, die
ook wel wist, dat dét onmogelijk was.
Maar de oude heer Van der Veen ver
giste zich: invaller Jitse van der Veen
werd Neerlands rugslagkampioen en hij
kreeg er die lark bij cadeau!
Drie jaar later was hij met zijn Water
geusje kampioen van de Noord Neder
landse Watersport Bond en hij zou meer
titels hebben behaald, wanneer die N.N.
W.B. maar meer kampioenswedstrijden
had georganiseerd. Zo kwam zijn naam
vaker als zwemmer, dan als zeiler in de
krant. Hij werd rugslagkampioen van
nu
Dai
De
anc
nie
doe
Pie
ach
noc
ziei
var
al i
Voi
dan
zijn
troi
Qui
opz
de
ook
nas
kra
de
hoe
Daa
zich
gyn
huii
wae
Vee
vijf
stra
ven
lant
plot
jeut
piot
Sint
leid
S.S.:
wer
Toe
zold
de
rijer
zagt
de
een
wat
In c
van
vrei
noo:
wat
kan
wed
zesn