5 oor. t er ïéér de jon- ood tide, i op iden jen- [ond Schuijer voor de café s velletjes te kopen. In bosjes gebundeld deed hij ze in grote baalzakken. Natuurlijk wist men Schuijer, die hoe klein hij ook was een bekende figuur was, ook in de Poptasteeg te vinden. Wanneer er ergens in de pro vincie en vooral in de Wouden kermis of een ander feest was, trok Schuijer erheen met zijn hondenkar om snoep te verkopen. Zijn zeer omvangrijke vrouw deed in dezelfde handel, zij liep met een korf met zakjes ulevellen en amandelen en stond 's winters wel op het ijs met chocolademelk en steken. Dat zij stiekum wel eens een hoge hoed van haar man „verkwanselde" zij intussen vergeven en vergeten. Vergeleken bij de naastliggende Potte- bakkersplaats, waar het vooral op zater dagavonden, wanneer het pas-gebeurde vloeibaar werd gemaakt in één van de zeer talrijke toen nog op de Nieuwebu- ren en in de omgeving bestaande cafés, nogal eens rumoerig was, is de Popta steeg altijd een stil en rustig straatje geweest, waarin een goede buurtgemeen schap heerste, die zich vooral ook mani festeerde bij tegenslag of ziekte van één der bewoners. In één van de hoeken van de lange steeg vindt men, zoals gezegd nog een oude, scheefhangende lantaarn. In het zachte schijnsel van deze lantaarn speel de zich, toen de steeg nog een volledig bewoonde straat was, een stuk buurt- gezelligheid ai, wanneer op mooie zomer avonden de bewoners met een stoel naar de lantaarn gingen en in de open lucht-sociëteit gingen kaartspelen.- Vele lange avonden werden er besteed aan schutjassen en klaverjassen. Je kon een speld horen vallen, vertelde ons iemand voor wie deze avonden nog een mooie herinnering zijn. Er vielen op deze avon den weliswaar geen spelcjgn, maar pin- dadoppen zoveel te meer. Tijdens het kaarten werden namelijk onvoorstelbare hoeveelheden sausjes" geconsumeerd. Eén van de bewoners, Nicolaas van Zandvoort, die zich iaam verwierf met zijn sterke verhalen over Atjeh en Lom bok, belastte zich met het aanvegen van de doppen de volgende morgen en zon der mankeren kreeg hij daar van de kaarters een „glaske bier" voor. De Poptasteeg is altijd bijzonder in trek geweest bij minnende paartjes, de twee lantaarns konden weinig uitrichten tegen de hoeken van de steeg en zo waren er altijd donkere plekjes, die als het ware tot vrijen uitdaagden. Het spreekt van zelf dat de verliefde harten niet zo ge steld waren op deze kaartavonden, want dan blokkeerde de sociëteit net de toe gang tot de meest romantische gedeelten. Opmerkelijk druk met vrijende paartjes was het altijd op Donderdagavonden, maar dat was een verschijnsel in de gehele stad, want op deze avond had den de dienstmeisjes haar „vrije" avond. De Pipsteeg hoorde volledig bij de ge zellige buurt die de Nieuweburen was en was daarop ook sterker georiënteerd dan op Achter de Grote Kerk. Zo hoorde men in de Poptasteeg ook de harmonica klanken, die de oren van de Nieuwebu- renbewoners streelden. De steeg zelf was trouwens evenmin van muzikaal genot verstoken, want een zoon van Van Zand voort zong graag en volgens de buurt mooi. De kaartavonden onder de lan taarn luisterde hij regelmatig op. Ver tolkte hij evenwel het lied „Mijn moeder vergeet ik toch nooit", dan werd de ontroering hem vaak zelf te machtig. F. L. SCHOUSTRA H. W. KEIKES Via een open ruimte in de Nieuweburen ziet men in de Poptasteeg, waarachter het dak van de Grote Kerk zichtbaar is. In het huisje met de kajuit woonde J. de Groot, de laatste bewoner van de steeg. Het hoge huis met puntdak rechts herbergde eens de velleninleggerij van Dwinger

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1956 | | pagina 5