Voorrangsperikelen voor de fietser n de f één laten >nger aiter- inde- igen. Be- soon 5ege- aan- dem, ïr of eede be rden [eren het :n is de dien g of ordt staat de vol- en 'gel) /eg- ordt een dat kan and ïre- en viel nog jfd- die ien; ers- lin- sen, ing, en de te rol- II et lijkt ons thans een geschikte gelegenheid, speciaal de I aandacht van de ouders te vragen voor het volgende probleem. Het komt hoe langer hoe meer voor, dat ouders aan zeer jonge kinderen een fietsje cadeau geven, zonder dat zij alles wat in. hun vermogen is doen, om hun jongen of meisje voldoende op te leiden in het verkeer. Daar vele kinderen op een loopfietsje reeds geleerd hebben op twee wielen hun evenwicht te bewaren, wordt voor hen de overgang van de loopfiets naar de echte fiets zeer ge makkelijk gemaakt. Maar dit betekent niet, dat ze zich meteen bij het andere verkeer weten aan te passen. Als men ziet hoe de jonge fietsers zich vaak in het verkeer gedragen, vraagt men zich met bezorgdheid af hoe het mogelijk is, dat er niet veel meer ongelukken gebeuren. Beseffen de ouders wel, dat tegenwoordig de verkeersopvoeding een heel belangrijk deel van de algemene opvoeding uitmaakt? Over het algemeen wordt de kinderen slechts een zekere angst voor eigen veiligheid ingeprent, als middel tot bescherming van henzelf. Als het kind van huis gaat, wordt vaak volstaan met: „Zul je voorzichtig zijn?" „Denk aan de auto's", of „Zul je goed uitkijken en niet te hard rijden?" Het is echter van het grootste belang de kinderen vroegtijdig met de regels van het verkeer bekend te maken. Dit is in de eerste plaats een taak van de ouders. Op school wordt hieraan reeds de nodige aandacht besteed, maar nog steeds is het verkeersonderwijs geen verplicht leervak. Zelfs indien dit wél het geval mocht worden, dan dienen de grondslagen van de verkeersopvoeding door de ouders te worden gelegd. Zij dienen daarbij te allen tijde het goede voorbeeld te geven en zich steeds als een heer (en dame) in het verkeer te gedragen. De kinderen leren van het goede voorbeeld het meest. Zij dienen reeds op jeugdige leeftijd te leren hun eigen veiligheid, maar ook die van alle andere weggebruikers te eerbiedigen. Nu is het wel duidelijk, dat men niet kan volstaan met de kinderen iets te vertellen over de regels van het verkeer en over de algemene principes van de veiligheid, zoals die ge meenlijk worden belichaamd in de slagzin „Goed uitkijken!" Veel beter is de kinderen, die beginnen te fietsen eerst eens mee te nemen, aanvankelijk in de eigen buurt en later door de stad om hun van allerlei te vertellen en hun reacties te toetsen. Daarna kan men het kind zijn eigen gang laten gaan, door het op te dragen alleen een vastgestelde route te fietsen eerst in een rustige wijk en daarna in de binnenstad. Volgt de vader of moeder het kind dan op een afstand, dan kan de jonge weggebruiker goed geobserveerd worden bij zijn doen en laten. Slaagt het kind voor dit privé-verkeersexamen, dan kan hem of haar het fietssleuteltje worden toevertrouwd en lijkt het nog niet verantwoord het kind alleen in het verkeer los te laten, dan is het beter het sleuteltje nog maar een poosje op te bergen. En na dit „toelatingsexamen" moet af en toe de controle eens worden herhaald om te zien of de jonge fietser zich niet zozeer op zijn gemak is gaan voelen in het verkeer, dat een gevaarlijk soort bravour de overhand krijgt. Ook voor ouders is het gemakkelijk, dat een fiets van een slot moet zijn voorzien. Op deze twee foto's ziet u verkeerssituaties op een straathoek, waarbij het gaat om de vraag wie voorrang heeft. Ter toelichting moge dienen, dat zowel de fiets als de auto in beweging zijn en dus een redelijke kans maken met elkaar in botsing te komen. Mocht dit ge beuren, dan is dit uiteraard de schuld van één van de twee. En wie zijn dan de overtreders? Dit vragen wij u en het antwoord, met een zo uitvoerig mogelijke om schrijving van de daarbij betrokken verkeersbepalingen, zouden wij graag vóór 10 april ontvangen. De beste beantwoording wordt beloond met tien gulden. Het adres is: Redactie „De Leeuwarder Gemeenschap", Voorstreek 103, Leeuwarden. Wilt u op de enveloppe vermelden „Verkeersprijsvraag"?

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1956 | | pagina 3