De Grote U/ïelen
PLEISTERPLAATS
VOOR DE EENDEN
Bij bijna elke tak van sport, waarin Tiny
Brada zich sportief bewoog, schaarde ze
zich onder de uitblinkers en daarom werd
ze ook nog buiten het zwembad, buiten
het handbalveld en de volleybalzaal een
zeer opvallende figuur. Op het atletiek-
veld bijvoorbeeld, waarop zij bij het
kogelstoten en speerwerpen tot voortref
felijke prestaties kwam.
Tweemaal werd ze op deze nummers
Fries jeuadkampioene, eenmaal bezette
ze bij de Nederlandse kampioenschappen
voor senioren bij het kogelstoten een
derde, eenmaal een vijfde plaats.
Die vijfde plaats gaf nog meer voldoe
ning dan de derde, want pas op de zesde
plaats en dus achter Tiny Brada, kwam
toen een zekere Fanny Blankers-Koen.
Dezelfde Fanny Blankers-Koen, die een
jaar later bij dat kogelstoten om het
kampioenschap van Nederland de lau
werkrans om de schouders kreeg....
Tiny's successen op het atletiekveld en
in het zwembad zijn nu verleden tijd,
maar nóg handbalt ze en nóg speelt ze
volleybal. Zoals de broers Johan en Ype
beiden nog voetballen. En.... zoals
zuster Yttje nog zwemt, want dat is de
tweede zwemster uit deze sportfamilie.
Yttje Brada ze zou een traditie gebro
ken hebben, wanneer ze zich nooit op
het korfbalveld had vertoond, maar de
zwemsport toch bleef haar ideaal.
Wel, ze zou er nog veel succesvoller in
zijn dan haar oudere zus, want terwijl
HET ZIT IN DE (SPORT)FAMILIE
Tiny alleen kampioene was bij de jeugd,
kwam Yttje bij herhaling op het ere
schavotje bij de ouderen.
Driemaal in successie werd ze Fries
kampioene op de honderd meter vrije
slag, eenmaal veroverde ze als rugslag-
zwemster de hoogste eer van ons gewest,
niet minder dan vijfmaal greep ze op de
vijftienhonderd meter Frieslands eretitel.
Negen trotse kampioenstitels in totaal
t wanneer het een beetje wil, zijn het er
over een paar jaar nog veel meer.
Waarmee de naam Brada, die nu al zo
lang onder de sportmensen met veel
waardering wordt genoemd, voorlopig in
het nieuws zou blijven ook!
Ziehier het sportverhaal van de Brada's
in een notedop. Het verhaal van vijf
Brada's, die korfbalden, voetbalden, die
handbalden en zwommen. Die in de
Nederlandse sportwereld nooit de hoog
ste trap bereikten, die geen nationale
kampioenschappen verwierven, maar al
leen hun sport bedreven om de sport.
Iedere Leeuwarder kent ze en iedereen
heeft ze wel eens aan het werk gezien.
Of bij de L.K.C. Friso, of bij de L.A.C.
Frisia, bii de L.D.Z., bij Vitesse, Mara
thon, Olympus, Hermes, bij C.J.O. of bij
wie weet welke andere vereniging, want
ze hebben bijna alles bij de hand gehad,
die vijf uit het gezin van de heer Brada,
de vleeshandelaar....
FENNO L. SCHOUSTRA
I en noorden van de straatweg naar Groningen ligt het uitgestrekte
plassengebied van de Grote Wielen, dat vooral in de zomermaanden
bijzonder in trek is bij de Leeuwarders. Wanneer na de warme dagen
de zeilers en zwemmers zijn verdwenen, dan blijven alleen de vissers over,
maar als de ijzige kou het water doet verstijven, dan komen de Leeuwarders
terug om naar hartelust op de gladde ijzers rond te zwieren. Over de
menselijke bedrijvigheid in dit gebied willen we het deze keer echter niet
hebben; uw belangstelling mag thans worden gevraagd voor het dieren
leven en in het bijzonder dat der vele soorten eenden, die hier een goed
domein vinden. Hun gebied kan nog worden uitgebreid door het onder
water lopen van laaggelegen delen van het land. Niet alleen de aanwezig
heid van twee eendekooien en een grote voedselrijkdom bepalen het aantal
eenden, maar ook en vooral de ruimte van het landschap, dat de dieren
een gevoel van rust en veiligheid geeft.
Zodra de rietpluimen beginnen te kleu
ren, komen de eenden uit het noorden;
soms blijven ze enige tijd pleisteren om
daarna door te trekken, ook hebben we
kans dat ze de gehele winter blijven.
Daalt de temperatuur evenwel beneden
het nulpunt dan is weldra de gehele
eendenmassa verdwenen om aan het eind
van de vorstperiode terug te komen.
Naast de wilde eenden, die zich voorna
melijk in de kooien ophouden en waar
van vooral de prachtig getinte woerden
opvallen, zijn het de smienten, die het
grootste deel van het vogelleger uit
maken. Het bruingrijze wijfje met haar
blauwe snavel vormt een contrast met
het prachtig getekende mannetje, dat
vooral herkenbaar is aan zijn rossige
kop waarover een gele kruin loopt.
Niet alleen deze kenmerken zijn van
belang, maar men hoort deze dieren
ook, met hun indrukwekkend „uwieuw-
uwieuw", dat over het water klinkt.
Al zoeken smienten wel „grondelend"
naar voedsel, toch geven deze vogels er
de voorkeur aan om op ondiepe gedeel
ten al knagend naar plantendelen te
zoeken. Regelmatig gaan de eenden in
grote zwermen omhoog en zien we,
vooral als het zonlicht wat gunstig is,