<)e ttuuni februari m bedl
r^eeuivarier LJemeensclia/i
behalve de grijze rug de witte vlekken
en de witte buik. Het vrouwelijk geslacht
heeft in het vlieggebied een rossiger
verenkleed.
Bekijken we een verspreidingskaartje
van de smient, dan zien we dat de vogel
behalve in Scandinavië, Oost-Duitsland
en Polen broedvogel is op IJsland en
Schotland, waar ze in de heide en op
eilandjes van moerassige terreinen hun
broedsel grootbrengen.
Temidden van al die smienten zwemmen
enige slobeenden rond. Deze vogels val
len vooral op doordat beide geslachten
een lepelvormige snavel hebben; het
mannetje is een prachtig getekende eend
met kastanjebruine buik, witte borst en
groene kop; het wijfje is weer eenvoudig
bruin getint maar bij beide geslachten
vallen, behalve de kop en de snavel, de
smalle vleugels op. Slobeenden hebben,
behalve de bekende manier van gron-
delen, soms de gewoonte al zwemmend
met de snavel de bovenste waterlagen
af te zeven. Tijdens deze bezigheid
komen allerlei kleine organismen de
snavel binnen; de buit blijft achter de
dunne hoornplaatjes in de snaveltanden
hangen.
Naast zomer- en wintertalingen kunnen
we pijlstaarten aantreffen; ranke eenden
met een lange spitse staart, die vooral in
de vlucht opvalt. Al komt deze eend
als broedvogel in ons land voor, toch
vinden we hun nesten voornamelijk in
Polen, Finland, Noorwegen, een groot ge
deelte van Zweden en Duitsland, voorts
in Schotland, Engeland en op IJsland.
Eenden kunnen behalve grondelend
waarbij ze „op hun kop" staande voedsel
trachten te vinden op een andere
wijze aan hun kostje komen, namelijk
door regelmatig onder water te duiken
zoals de kuifeendjes. De mannetjes van
deze noordelijke broedvogels zijn direct
te herkennen aan hun zwarte verenkleed,
waar de witte flanken duidelijk tegen
afsteken; verder valt ons een klein
kuifje op. Het wijfje daarentegen is
bruinachtig getint met weinig of geen
wit aan de snavelbasis. Ook hier zien
we resten van een kuifje, hetgeen een
belangrijk verschilpunt vormt met het
vrouwelijk geslacht van de toppereend,
waar wel een duidelijk witte band aan
het begin van de snavel te zien is. De
mannetjes-toppereend mag er ook zijn
met zijn lichtgrijze rug, witte flanken,
zwarte borst en kop met groene weer
schijn.
Naast deze duikeenden kunnen we voor
al in het begin van de herfst regelmatig
tafeleenden aantreffen. Temidden van de
bruin-grijze wijfjes zien we de prachtig
getekende mannetjes met hun grijze
verenkleed en zwarte borst waar de
bruin-rode kop bij afsteekt.
Echter niet alleen het voorkomen van
deze eenden maakt een excursie naar de
Grote Wielen de moeite waard. In het
bijzonder vragen verder de vertegen
woordigers van de zaagbekken onze aan
dacht. We zien daar het mannetje van
de grote zaagbek: een laag over het
water zwemmende eend met een lange,
slanke getande snavel, een donkere kop
en groene weerschijn) zwarte rug en
rose-witte borst. Ook het vrouwtje is er
waar te nemen; zij heeft een bruine kuif
en is bruin aan de keel, duidelijk afge
scheiden van de witte hals. Deze plotse
linge kleurovergang is een belangrijk
verschilpunt met het wijfje van de mid
delste zaagbek, waarbij het bruin gelei
delijk in de witte hals overgaat. We
moeten deze zaagbek overigens voor
namelijk aan de kust zoeken; Kornwer-
derzand biedt een uitstekende gelegen
heid om de middelste zaagbek te bestu
deren.
Volledigheidshalve noemen we hier de
kleinste zaagbek, het nonnetje, waarvan
we het mannetje met zijn zwart-witte
tekening de mooiste zaagbek vinden.
Maar ook het wijfje met haar bruine
kruin, witte keel en grijs lichaam met
zwarte vleugelspiegel mag er zijn. Al
deze noordelijke ambassadeurs vinden,
evenals de duikeenden, duikend hun
voedsel.
Het is onmogelijk in dit artikel alle
voorkomende eendensoorten te beschrij
ven maar het feit, dat er soms wel vijf en
twintig duizend kunnen voorkomen, be
wijst wel welk een belangrijk pleister-
oord we hier hebben. Al ligt het terrein
aan een drukke verkeersweg, toch is
het altijd mogelijk rustig de vogels te
bestuderen.
BAUKE VAN DER VEEN
Maandblad onder auspiciën van de
Stichting „Leeuwarder Gemeenschap"
5e jaarg. no. 3
Maart 19 56
Redactia-commissla
Dr J. G. Aalderi
M«vr. A. J. Baard» Bakkar. Stuiveling
J. K. Dijkstra
Pater P. v. d. Eisen O.P,
Jhr J. W. J. Witten Ella.
Hoofdredacteur W. H. Kuipers. Tal. 2003
Adres Redactie en Administratie
Voorstreek 101-103. Telefoon 2046 en 2047
Abonnementsprijs f 1.80 per jaar
Giro-nummer 809910 ten name
N.V. Erven Koumans Smeding. Leeuwarden
1. De opening van de Bejaardensociëteit in het voormalige Nieuwe
Stadsweeshuis op 1 februari.
2. Dr. O. Postma ontving op 22 februari het ereburgerschap van Won-
seradeel waar hij is geboren uit handen van de burgemeester
van deze gemeente.
3. Op 4 februari ramde een olietrein op de Zwettestraat een vrachtauto.
4. Het lossen van kolen moest, in verband met het sterk gestegen ver
bruik, in een rap tempo geschieden.
5. De finish van de Elfstedentocht, met de vijf „winnaars".
6. Op 6 februari ontstond een ontploffing in een opslagplaats van gas
flessen in de Heerestraat, die heel wat consternatie en angst ver
oorzaakte.
7. Een brand bij de C.A.F. aan de Snekertrekweg op 11 februari bood
een ernstige aanblik, die achteraf gelukkig niet geheel met de feiten
in overeenstemming bleek te zijn.
8. Sluitstuk van het ijsvermaak was de wedstrijd voor arresleden op
25 februari.
9. Het nieuwe kinderdagverblijf in het vroegere Nieuwe Stadsweeshuis
werd op 29 februari geopend, zeer tot genoegen van de directrice
mejuffrouw K. Westerhuis, die u op deze foto ziet.
10. Ten slotte nog een herinnering aan het ijsvermaak; dit zijn ulo-scholie
ren, die op 15 februari hun krachten op de schaats maten.