ïuien ïn de U/eerd 9 .ft K.J \jSkJLo Een andere beroepswandelaar was Johannes Hilarius, die de door zijn vader begonnen boek- en papierhandel in het pand „Weerdt G 49", nu no. 26, voortzette. Hij maakte wel gebruik van de trekschuit, maar hij bezocht toch ook tal van plaatsen te voet. Op vrijdag was hij in zijn gezellig winkeltje, want dan moesten de buitenklanten met koffie en koek worden onthaald. Johannes, die in 1912 de zaak overdeed aan zijn zoon Pieter, behoorde tot de eerste fietsers van de stad en dat gaf natuurlijk, de Weerd ook weer vertier. Niet elk pand was zo n langdurige familiebestemming bescho ren als dat van Hilarius. Het huis no. 14 bijvoorbeeld her bergde eerst het glas- en aardewerkwinkeltje van Van der Sloot, later Snijders kruidenierszaak, toen een winkel in kinder wagens en rieten meubelen, vervolgens een schoenmaker, een zaak in bakkerijmachines, daarna lampekappen en tenslotte weer een schoenmaker. Dit pand vormt de hoek van de steeg, die blijkens het blauwe bordje „Gloppe" heet. Vroeger sprak men over de Moutemakerssteeg en over de herkomst van die naam behoeft men niet lang te denken, wanneer men weet dat de Leeuwarder bierbrouwers voornamelijk aan het Heeren- waltje hun bedrijven hadden en dat één van deze bedrijven een uitgang had en nog heeft via deze steeg. Het is steeds een triest, somber inhammetje geweest, waaraan zelfs de kortstondige vestiging van een winkeltje in gramofoonplaten niets verhelpen kon. De Weerd vormde de kortste verbinding van het stadscentrum met het oude politiebureau, de hoofdwacht aan het Hofplein, waarin nu secretariekantoren gevestigd zijn, en dat betekende dat de Weerd ten volle kon mee genieten van alle relletjes en opstootjes, die er in de stad te beleven waren. Zodra er immers iemand werd opgebracht wanneer het een dronke man was moest de politie wel eens een kar als vervoermiddel gebruiken dan ging de route, net als bij andere optochten, door de Weerd. Wat dat betreft woonden de gebroeders Van der Werff wel bijzonder mooi daar naast Hilarius. Ze waren poelier van beroep, en vooral op vrijdag hadden zij het druk, maar er zijn een paar reporters aan hen verloren gegaan, want er kon niets in of bij de Weerd gebeuren of zij waren er bij. Niemand herinnert zich de gebroeders Van der Werff anders dan op pantoffels te hebben gezien. Op pantoffels deden zij hun werk en op pantoffels ook liepen zij, hun werk in de steek latend, achter elk opstootje aan. Wanneer zich 's nachts iets op straat afspeelde dan waren ze niet te lui om er voor op te staan en er (op pantoffels) achteraan te gaan. Er valt veel meer te zien en te beleven in die Weerd van enkele Bijna alle huizen aan de westzijde van de Weerd hadden tuinen, die doorliepen tot aan het grachtje, dat in 1869 werd gedempt en de (nog bestaande) Bagijnesteeg werd. Achter het pand Weerd 5 evenwel bevond zich nog een Hink, hoog huis, dat waarschijnlijk uit het water oprees. Dit huis, vroeger het bierhuis van Gorter, is nu in gebruik als bakkerij van de firma Ypes. tientallen jaren terug; we kunnen zien bij de dames Sikkens, die op 22 wonen en hoedjes maken, we kunnen de uitstalling bekijken van Vergrfes, die winkelier in dameskleding is, en van Kramer, die naaimachines verkoopt in het pand, Waarin zijn dochter een fourniturenhandel zal drijven. We kunnen bij zijn bovenbuurman, de organist Tichelaar, muzieklessen nemen en we kunnen bij Josephus Schatraad, die op de hoek van de Bagijnestraat woont, sigaren en een lot kopen. Ondanks de „dichte" huizen vinden we in de Weerd al de gezelligheid van de winkelstraat, die ze zal worden. Maar dan zijn we in gedachten alweer in de tijd van nu en moeten we haastig maken dat we op het trottoir komen, want voor het autoverkeer is de Weerd maar een lastige hindernis en voet gangers, nou ja, die zijn ook lang niet meer zo in tel als in de tijd van Popke Popma, Feico Ronner, Hermanus Hofmann, Jan Ypes en Johannes Hilarius. F. L. SCHOUSTRA H. W. KEIKES

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1956 | | pagina 11