Kirt w/aar vroeger veel gevochten u/erd
1
mondende, Korenmetersgloppe, die vroeger in verbinding
stond met de Pijpbakkerssteeg.
In deze, nog steeds bestaande Pijpbakkerssteeg rookte de vis-
koopman Hurkuik, die in de Peperstraat een winkeltje had,
zijn palingen. Later dreef Polak in hetzelfde stokoude en pas
kort geleden afgebroken pand zijn kopergieterij, waarin hij
met onbetwist vakmanschap zijn vijzels en schroefbladen voor
bootmotoren maakte, terwijl zijn vrouw in het Huis van Be
waring de vrouwelijke gevangenen verzorgde.
De voddenkoopman De Cocq van Delwijnen, van wie de
buurtgenoten zeiden dat hij „van t adel afvallen was, had
er z'n pakhuisje en ook is er een vellenbloterij in de Pijp
bakkerssteeg geweest en zelfs een opslagplaats van beenderen,
...Alleen de Pijpbakkerssteeg ligt er nog
vrijwel onaangetast
die soms ondraaglijk stonk. Dat laatste tot groot verdriet
uiteraard van de bewoners, tot wie onder anderen behoorden
de werkster Grietje Piekeboer, de barbiers Peter Maurits en
Gideon van der Leij, de straatmaker Jan Bergsma, de erwten
lezeres Akke Schuitmaker, de lompenkoopman Hendrik de
Jong en niet te vergeten de kermisreiziger Martinus Corpier,
de vader van de in Leeuwarden vermaard geworden „Pang".
In de rustiger Schuitmakerssteeg woonden de muzikant Adria-
nus van Merode, de korfmaker Piet Wiebenga, de veedrijver
en makelaar Minne Koopmans, de likeurstoker Pieter Weima
en Ouwe Jan de kattemepper, van wie werd verteld, dat hij
al veertig jaar aan gene zijde van de gele muren op het Blok
huisplein had gehuisd
En de Kromme Elleboogsteeg was de steeg van de scharen
slijper Omer Jansen, van de glazenwasser en polderwerker
Harriet Boonstra, van de blikslager Johannes Dronrijp, van
de strosnijder in de cartonnagefabriek Koenraad Naaijer, van
de ventster in galanterieën Maria Wijnands en van Ouwe
Mieke, een veedrijfster, die dik in de negentig werd.
Op het hoekje van de Kromme Elleboogsteeg en de Amelands
straat stond een oud huisje, dat net als zijn pas verwijderde
naamgenoot van de Groeneweg door de mensen uit de buurt
't Hemeltsje werd genoemd. Boven woonden maar liefst drie
gezinnen, beneden was een logement van Aaltje van der Brug,
de handige zakenvrouw, die later in de Boterhoek haar ,,Lüze-
hotel" kreeg met als vaste klanten vele glorieuze figuren van
de straat, zoals Jentje Tit, Slanke Willem en Trientje over
de hoed.
Met de meeste bewoners uit die goeie, veelbezongen en veel-
vervloekte ouwe tijd verdwenen bijna alle huisjes uit deze
stegen van de aardbodem. De Schuitmakerssteeg is gehalveerd
en alleen nog maar toegankelijk van de kant van de Tuinen
af, evenals de gruwelijk gekortwiekte Kromme Elleboogsteeg,
die ook al ten offer viel aan de uitbreiding van enkele zaken-
panden.
Alleen de Pijpbakkerssteeg ligt er nog vrijwel onaangetast en
zelfs nu is aan de dichtgemetselde poortjes van een van de
woninkjes nog te zien, dat hier, in een heel ver verleden de
„Piepebakkers" hun pijpen bakten.
En. de Pijpbakkerssteeg is in tegenstelling met al zijn soort
genoten uit dit huizenblok nog steeds bewoond! In een keurig
onderhouden huisje, pal tegenover de plaats waar eens een
poortje toegang tot de Korenmetersgloppe gaf, wonen twee
bejaarde mensen, die geboren en getogen zijn in deze buurt
van de Amelandsstraat. Het zijn Kees Koopal en zijn vrouw
Kees Koopal, een bekende figuur, die de eerste in onze
stad optredende orgelman was. Heel zijn leven heelt hij hier
met zijn vrouw en zijn dozijn kinderen gewoond en hij is er
niet rouwig om. ,,Want jonges, wat hewwe t hier allied ple
zierig had en wat waren de meensen hier altied fijn met
mekaar!"
H. W. KEIKES
F. L. SCHOUSTRA