volgende maand veertig jaar
Sterke volksclub, die dank en waardering verdient
v.v. Leeuwarden
pen de roodwitten zich in de competitie-
strijd, maar hoe teleurstellend verliep
voor de mannen van Jippe van der Duim
dit eerste seizoen! Met slechts een over
winning uit acht wedstrijden eindigden
ze onderaan in de eerste klas van de
F.V.B. Hun spel „op een schoen en een
klomp" bleek nog niet te vergelijken te
zijn met dat van teams, die al jaren uit
kwamen in competitieverband.
Maar ongelooflijk snel paste het kleine
volksclubje zich aan de nieuwe omstan
digheden aan en pas veel later zou blij
ken, dat juist dit eerste seizoen van
Leeuwarden ook het slechtste was ge
weest. Want nimmer meer kwamen de
roodwitten onderaan te staan, nooit zou
den ze weer hekkensluiter zijn!
In het tweede jaar van zijn bestaan kon
het elftal al beslag leggen op de derde
plaats en weer een jaar later was Leeu
warden de grote kampioen van de
Friese Voetbal Bond.
Er volgde nu promotie naar de derde
klas van de Nederlandse Voetbal Bond
en met spelers als de Del Grosso's, Steen-
Tussen Oldehove en Heer Ivostraatje,
waar vroeger onze voorouders een laat
ste rustplaats vonden en nu het hart van
het Friese transportwezen klopt, strekte
zich een halve eeuw geleden nog een
landelijk lapje grasland uit. De grijze
keien, die nu op zon- en feestdagen, wan
neer er geen vrachtrijders komen, het
plein zo'n triest en doods aanzien geven,
lagen er toen nog niet: op de hoek tegen
over het tapperijtje van Boomsma, waar
de slokjes niet meer dan vijf centen
kostten, stond nog een school en het Su-
rivestraatsje, alsmede de Boterhoek met
zijn bijbehorend warnet van sloppen en
steegjes prijkten er nog in volle glorie.
In die sloppen, in die steegjes en
straatjes met een overvloed van piete
peuterige huisjes woonde de arbeiders
jeugd van Leeuwarden, een jeugd, die
weinig van de zonzijde van het leven
zag, maar die in het hoekje grasland van
het voormalige Oldehoofster kerkhof een
benijdenswaardig rijk speelterrein had.
De meisjes deden er hun spelletjes, de
jongens speelden er „roverke", waren er
aan het „landsjekappen", of pestten er
de spinnende mannen van de lijnbaan
door de hennepdraden door te snijden.
De oudere knapen, kerels van negentien,
twintig jaar, introduceerden er in de ja
ren van de eerste wereldoorlog een
nieuw vermaak.
In navolging van de mannen van het
roemruchte Frisia en van de vele clubjes
van het Kanaal, gingen ze er voetballen:
eerst gewoon op klompen met een ten
nisbal, later op een schoen en een klomp
met een echte voetbal, die de heren van
het deftige Frisia hadden afgedankt en
grootmoedig beschikbaar stelden voor de
jongens van de Oldehove.
Het duurde niet lang of er ging geen
avond zonder voetballen voorbij iede
re dag werd er aan de voet van de oude
toren „gemetst" en snel won nu de ge
dachte veld, dat er eigenlijk een voetbal
club tot stand zou moeten komen.
Lang en breed werd er onder de „ballen-
sjotters" over gepraat, tot een van de
meest vooruitstrevenden, Jippe van der
Duim, tenslotte de knoop doorhakte en
op de veertiende augustus 1917 de Voet
balvereniging Leeuwarden oprichtte.
Met veel voortvarendheid namen de
jonge initiatiefnemers de organisatie ter
hand en na enkele vergaderingen op een
bankje in de Prinsentuin besloten ze hun
clubje, dat net voldoende leden had om
één elftal te vormen, te laten inschrijven
voor de competitie van de Friese Voet
balbond.
Met de beste bedoelingen bezield wier-
bergen, Nijdam, Kretschman, Hanke Vis
ser - „de beste kieper van Leewadden"
Tiemersma, De Groot en Van der
Heide, vormde Leeuwarden een alom ge
vreesde ploeg, die het presteerde onmid
dellijk ook het derde klasse kampioen
schap te veroveren.
Zelfs leek het er veel op, dat Leeuwar
den ongehinderd verder zou oprukken
naar de eerste klas, maar nu keerde
Friesland de overmoedig geworden voet
ballers in hun zegetocht.
Een jaar later echter was Leeuwarden
toch alweer kampioen en dank zij twee
overwinningen in de promotiestrijd tegen
H.S.C. kon het kleine, maar gezonde
volksclubje in het zesde jaar van zijn
bestaan al overgaan naar de eerste klas
se van de N.V.B.
Niet minder dan twee en dertig jaar heeft
Leeuwarden in die eerste klas gespeeld,
zonder ooit kampioen te worden, zonder
ook maar eenmaal onderaan te komen.
Het vorige jaar, toen het beroepsvoetbal
het amateurisme al van zijn plaats had
verdrongen, degradeerde Leeuwarden,
door niet bij de eerste vijf clubs te ein
digen, naar de tweede divisie, waarin
(Zie voor vervolg pag. 8)
Een plaatje uit de oertijd van het Friese voetbal, toen Leeuwarden nog niet bestond,
maar toen verschillende mannen, die later een vooraanstaande rol zouden spelen
in de nu jubilerende vereniging, toch al voetbalden. Niet in Leeuwarden dus, maar
in de L.V.C., een clubje, dat spoedig na de oprichting van Leeuwarden ter ziele
ging en toen veel leden naar „De Klompzag gaan. De betaamde doelman Hanke
Visser troont op dit plaatje, behangen met medailles en reeds uitgerust met een
zware snor, trots achter de bal. Ook Nanne van der Heide staat er op en Floris
Tiemersma, nu ere-voorzitter van Leeuwarden, zit aan Vissers rechterkant.