w:
Het Ruiterskwartier van weleer:
Nu xijn nogijlTWAALF „KOFFIE" HUIZN
STADSGESCHIEDENIS VAN HOREN - ZEGGEN
10
ie vandaag door de Lange Markt
straat loopt en het beeld van het
oude Ruiterskwartier van een vijftig,
zestig jaar terug in zijn herinnering
roept, zal geneigd zijn een vergelijking
te maken tussen die lange, op zes van
de zeven dagen in de week naargeestig
doodse straat langs het huidige markt
terrein en de gewoonlijk even stille
straat aan het voormalige veemarkt-
terrein. Beide straten monden op een
van de drukkere wegen van Leeuwarden
Alleen al tussen het hoekje van de Wir-
dumerdijk en de smalle Hoedemaker-
steeg twee huizen verder dan de
Oude Lombardsteeg, die zijn zeer toepas
selijke oude bijnaam van Bargesteeg
door alle jaren heen trouw heeft be
waard stonden er tien op een rijtje
bijelkaar en verderop waren er nog een
paar, waarvan enkelen zich, onder an
dere namen weliswaar en met andere
bazen erin, tot vandaag gehandhaafd
hebben.
deur!) was heel vroeger het logement
Het Metalen Kruis, dat later door de
jeugd van het Ruiterskwartier gemeenlijk
„Het soadsje naast 't Blauw Poortsje"
werd genoemd.
De naam van het logement op nummer
163 De Liggende Os - herinnerde
aan de koeien, die hier eertijds aan het
Ruiterskwartier aan de hekken stonden.
Toen de vorige eeuw plaats maakte voor
die van nu was IJsbrand Galama er de
baas, later was Fonger Dolle er enkele
uit, beide hebben ze één enkele gevel-
wand gemeen, die alle zon uit het zuiden
opvangt èn kenmerkender nog: de
bedrijven in beide straten zouden alle
broertjes en zusjes van elkaar kunnen
zijn. De een is wat flinker uit de kluiten
gewassen dan de ander en ze dragen
ook niet alle een even welluidende
naam de een heet hotel, de ander
herberg, logement, restaurant, café of
kortweg kroeg, maar het zijn alle bedrij
ven, die op de veemarkt en diens men
selijke bezoekers zijn of waren ingesteld.
De bedrijven van de Lange Marktstraat
zijn dat, zolang de terreinen van de
nieuwe veemarkt nog in staat van wor
ding verkeren, uiteraard nog, de bedrij
ven van het Ruiterskwartier waren dat
in het begin van deze eeuw eigenlijk
niet meer, want al een kwart eeuw eer
der, in 1874, was de veemarkt verhuisd
naar het terrein tussen de Snekerkade en
de Sophialaan, zodat toen ook de oude
veemarktbedrijven enigszins van karak
ter veranderden.
Vrijwel gelijk naar hun uiterlijk, ver
schillen de cafébedrijven van de Lange
Marktstraat in zoverre van de tapperij-
tjes en logementen en kroegjes, die we
een mensenleeftijd geleden konden aan
treffen in het Ruiterskwartier, dat deze
laatsten zonder enige twijfel veel en veel
gezelliger waren dan de grotere etablis
sementen van deze tijd.
Bijna al deze logementen en herbergen
droegen heel vroeger inderdaad een
aardige naam, maar wanneer we nu de
klok enkele tientallen jaren terugzetten
om te zien wie de kasteleins waren in
die gezellige tijd van weleer, vinden we
nog maar weinig van die oude namen
terug.
Op de hoek van de Wirdumerdijk en het
Ruiterskwartier stond 's Landswelvaren,
een welvarend logement en koffiehuis,
waarvan Willem de Jong de kastelein
was in de jaren rond de eeuwwisseling
en Jouke Loyenga in de eerste tien jaren
daarna. Loyenga stond niet alleen als
koffiehuishouder te boek, maar was ook
vrachtrijder en koopman in vee en wie,
van buiten komend, zijn sjees kwijt wilde
kon evenzeer bij hem terecht, want een
stalling had hij ook.
Drie panden verder was de herberg De
Veehandel van Warner Beneker en daar
naast stond de herberg Het Zwarte Paard,
die eerder De Zwarte Bles had geheten.
Tot het oorlogsjaar 1917 zat Sipke de
Vries erin en daarna werd Jongsma er
de kastelein. Diens schoonzoon weer
een De Vries zit nu nog in het, inmid
dels gemoderniseerde, bedrijf.
Naast de nog steeds bestaande, maar
voor slechts weinige stadgenoten be
kende Blauwe Poort (het officiële straat
naambordje van de gemeente prijkt nog
altijd achter de meest gesloten toegangs
jaren zetkastelein.
Galama's buurman rechts was de loge
ment- en koffiehuishouder Henderikus
Bender, wiens zaak de naam droeg van
't Wapen van Heerenveen en daar weer
naast woonde tot 1909, het jaar waarin
de sloper kwam, de kastelein en koop
man Jacob Bulthuis. Tegelijk met zijn
pand verdween 't Wapen van Heeren
veen.
In het Nieuw Friesch Koffiehuis op num
mer 157, dat in de tijd van de veemarkt
het Logement Het Graauw Paard heette,
zwaaide van 1894 tot 1910 Fetze Boersma
de scepter. Van 1911 tot 1920 zat Bouwe
Hoogkamp erin zeer tot zijn genoegen
mogen we wel zeggen, want hij had niet
alleen een mooie, maar ook een hele
beste zaak.
De laatste herberg voor de Bargesteeg
was De Roskam, die kennelijk eerder
betere dagen had gekend, omdat er
vroeger De Gouden Roskam uithing.
Jetse de Boer en Johannes van der Wey
hebben er samen vijftien jaar als kaste
lein in gezeten voor in 1914 Jan
Pinkster er zich vestigde. Die bleef er
tot '20, toen De Roskam verdween om
voor een garage plaats te maken.
Het ene hoekhuis van de Oude Lombard-
steeg en het Ruiterskwartier is, althans
de laatste zestig jaar, nooit een café ge
weest, maar wie er bij Jan Pinkster werd
uitgezet, hoefde toch niet ver te lopen
om een soortgelijke zaak te vinden, want
het andere hoekhuis was wel weer een
café. Eens was het het Bierhuis de Koren
beurs, maar toen de koffiehuishouder en
hersteller en koopman van naaimachines
Jacob van Keulen er in woonde, was het
die naam al kwijt. Als opvolger van Van