Verzameling is wereldberoemd
Chinees porcelem in Princessehof
.^e t^eeuwarber /jemeenscljah
1 5
V O
Misschien is het meest waardevolle boek
dat we in de bibliotheek van de Ottema-
Kingma Stichting vinden dat van de
hand van wijlen notaris Nanne Ottema
zeli: ,,Chineesche Ceramiek". Het werd
geschreven naar aanleiding van de ver
zameling in het Princessehoi, een verza
meling die overal op de wereld waar
ceramiek-kenners en -liefhebbers wonen,
bekend is.
Iedere verzamelaar wordt natuurlijk op
een bepaald moment door iets gegrépen
en dat „iets" laat hem dan niet meer los.
Hij wil er meer van weten, hij wil her
komst en makelij bestuderen, hij gaat
verschillende specima verzamelen. De
een doet het met snuifdozen, een ander
met horloges, weer een andere zoekt het
in kostbare wiegedrukken en doet
men het in het eenvoudige och, dan
zijn er altijd nog de suikerzakjes, siga
renbandjes en lucifersdoosjes.
Nanne Ottema is gegrepen door de cera
miek. Op 17-jarige leeftijd mocht hij een
keuze doen uit de diggelkast van zijn
grootmoeder en hij koos toen, volgens
zijn voorwoord in het hierbovengenoem-
de boek, iets „dat nu nog voor mij een
ceramische puzzle is". Dit vaasje werd
het begin van de beroemde verzameling.
Nanne Ottema had het geluk veel te
kunnen reizen, hij kon daardoor zien en
vergelijken, spreken met experts, musea
en verkopingen bezoeken. Want verza
melen is niet stil op je stoel blijven zit
ten en dan maar afwachten of er iets in
Maandblad onder auspiciën van de
Stichting Leeuwarder Gemeenschap"
6ejaarg.no. 10 november 1957
Redaktie-commissie
Mevr. A. J. Bearda Bakker-Stuiveling
H. Kingmans
Pater G. T. Oostvogel O.P.
A. Vandamme
J. T. Vellenga
Hoofdredakteur W. H. Kuipers, Tel. 8203
Adres Administratie
Voorstreek 101-103, Telefoon 22046 en 22047
Redactie Stadhuis Leeuwarden, tel. 21141
Abonnementsprijs f 1.80 per jaar
Giro-nummer 809910 ten name
N.V. Erven Koumans Smeding, Leeuwarden
huis gebracht wordt. Hoewel ook dit wel
eens gebeurt!
Er bestonden vele boeken in diverse
talen over de ceramiek, maar in het
Nederlands was daar weinig van. En nu
is het een van de grote verdiensten van
Nanne Ottema, de self-made man" op
het gebied van de kennis der ceramiek,
om in ónze taal zo'n lijvig boek geschre
ven te hebben, waardoor hij het porce-
lein en aardewerk in zijn geheel en de
collectie in het Princessehof in het bij
zonder, nader tot ons, Nederlanders,
bracht.
Bent u wel eens die collectie gaan zien?
Of schrikt het u af te horen over Ming
en Sung, over „familie verte" en familie
rose"? Och ja, het is ook wel moeilijk.
Een schilderij en een beeldhouwwerk
zijn veel gemakkelijker, een muziek
compositie streelt het oor. Maar zo'n
vaasje of potje, wat is daar nu eigenlijk
aan? Houdt u dan niet van een mooie
vorm, van een menselijk figuurtje dat
met slechts enige lijntjes werd aange
geven, van een merkwaardige tint? Gaat
u nu eens naar het kleine zaaltje in het
Princessehof (de verzameling schrééuwt
om meer ruimte!) en staat u dan eens
even stil bij die statige vaas vol bloemen
en takken, dat gekleurde bord met die
vrolijke figuren, die buikige vaas met
ruiters, die dekselpot met de hofscène
erop, dat bord met de woeste paardjes.
En dan de kleuren: celadon het won
dermooie groen, het „poeder-blauw"
een blauw dat nauwelijks te beschrijven
is, het stille wit en het doffe zwart, het
koraal en het geel-bruin, het keizerlijk
geel. Dit laatste mocht alleen gebruikt
worden voor het porcelein dat op 's kei
zers tafel kwam; het is versierd met de
draak-met-vijf-klauwen, die ook op 's
keizers kleren werd geborduurd.
In de 18de eeuw hadden verschillende
handeldrijvende volken contact met China
en dus ook met de Chinese porcelein-
handel. In Kanton bezaten Engelsen, Ne
derlanders, Fransen, Zweden, Denen en
natuurlijk Portugezen en Spanjaarden
hun handelshuizen, via welke instanties
de thuiszitters rijkelijk werden voorzien
van porcelein. Natuurlijk hadden deze
Voorbeeld van Chinees porcelein uit het
Princessehof. Een turkoa's-gr oen-blauw
geglazuurde ruiterfiguur, 25 centimeter
hoog, uit de Ming-periode (13681644)
oosterse kunstproducten invloed op de
ceramiek van het westen. Maar evenzo
goed drukte het westen weer zijn stem
pel op porcelein en aardewerk van het
oosten. Vooral toen „bestellingen" wer
den gedaan over zee, soms bij hele ser
viezen tegelijk, en men het zgn. chine
de commande" ging maken. Afbeeldingen
van westerse lieden, familiewapens, voor
stellingen uit bijbel en mythologie deden
hun intrede op de Chinese ceramiek. U
moet dan ook niet verbaasd zijn Euro
peanen afgebeeld te zien met oosterse
gelaatstrekken!
En wat maakten al die voor ons onbe
kende pottenbakkers nu wel? Grote
„martavanen" (potten om water en voor
raden in te bewaren), kopjes, schotels
en borden, kommen en schalen, vazen
en beelden, kannetjes en trekpotjes, dier
figuren en afgodsbeelden; en al deze
voorwerpen dan weer in verschillende
vorm en grootte, gekleurd en ongekleurd.
U weet natuurlijk dat het kraak-porcelein
die naam kreeg omdat een bepaald type
schip kraak genaamd het naar ons
land bracht? Tegenwoordig denken we
wel eens dat het zo heet omdat het zo
dun en breekbaar is.
Daar wij in onze stad zulk een beroemde
collectie hebben als die van het museum
Princessehoi, kan ik u alleen maar aan
raden daar eens te gaan kijken, al bent
u dan niet op de hoogte van alle Ming's
en Sung's! U zult er zeker van genieten.
En mocht u iemand treffen die u er wat
meer van vertelt, dan zal het een nieuwe,
zeer levende wereld voor u ontsluiten.
M. J. VAN HEEMSTRA