niet alleen medelijdenook hulp 13 SPASTIfl: De afdeling Friesland van de Bond ter bevordering van de belangen van Spastici heeft zich kort geleden in Leeuwarden gemanifesteerd met een bijeenkomst, die deze in dit gewest nog jonge organisatie voor het eerst buiten de beslotenheid van het binnenkamerse overleg bracht. Van hoeveel betekenis een ruimere bekendheid van de Bosk (zoals de vereniging bij verkorting wordt genoemd) is, kan al meteen blij ken uit het feit, dat men nog lang niet klaar is met de terreinverkenning in Friesland; van bestuurszijde deelde men ons mede, dat in dit gewest ongeveer dertig spastici (kinderen in hoofdzaak) bekend zijn, terwijl naar schatting in heel het land ongeveer tienduizend lijders aan deze soort verlamming moe ten zijn, op basis van één per duizend inwoners. Tenzij Friesland om onver klaarbare redenen een uitzonderlijk gunstig beeld zou vertonen, moeten er dus nog heel wat voor de vereniging „verborgen gevallen" zijn. Wat is spasticiteit? Wij citeren dokter C. Kapsenberg, lid van het hoofd bestuur van de Bosk. Hij beschrijft de afwijking als het gevolg van een her- senaandoening (vaak een bloeding) die omstreeks de geboorte plaats vindt. In de eerste levensmaanden is het vrijwel ondoenlijk om de aard van de afwijking vast te stellen. Pas geleidelijk wordt het duidelijk, dat het kind zich niet normaal zal ontwikkelen, dat het niet op tijd (of helemaal niet) leert kruipen, zitten, staan, lopen, spreken, tengevolge van een spastische verlamming van de spieren. Het spastisch geboren kind staat levenslange invaliditeit te wach ten, aldus dokter Kapsenberg, die hieraan echter meteen toevoegt, dat bij intensieve en vroegtijdige behandeling de graad van invaliditeit aanzienlijk verminderd kan worden, of het ont staan van ernstige invaliditeit voor komen kan worden. Is de vage hoop, die de medici op ge deeltelijk herstel bieden de enige reden voor de activiteit van de Bond ter bevordering van de belangen van Spastici? Het zou, dunkt ons, een aan vaardbaar argument kunnen zijn, want in medische zaken legt ook de kleinste kans op resultaat de plicht tot hande len op. De vraag is echter of het op de weg van een vereniging kan liggen zich in het terrein van de medische weten schap te dringen. In directe zin is dit uiteraard niet mogelijk en zelfs niet nodig, maar er zijn wel belangrijke bijkomstigheden, zoals de plaats van behandeling, die vooral wanneer deze zich over een lange termijn moet uitstrekken van essentieel belang kan zijn. Men weet, dat op heel het maatschappelijk terrein speciale voor zieningen het dunst gezaaid zijn buiten het westen van het land; Friesland hoeft het weliswaar in dit geval niet zo ver te zoeken, waar in Zwolle een behandelingscentrum is, maar ook het voortdurend heen en weer reizen met een spastisch kind naar de Overijselse hoofdstad brengt grote bezwaren en kosten mee. Een doeltreffende behandeling vereist een beperkte afstand tot het behan delingscentrum. Het spreekt vanzelf, dat een vereniging van belanghebbenden op zijn minst een sterke stimulans kan zijn bij het ontwikkelen van plannen in deze richting. Maar dit is niet het enige bestaansrecht van de Bosk; ook de gees telijke ontwikkeling van de spastische kinderen vraagt bijzondere aandacht en. een ombuiging van de mentaliteit van de omgeving, soms zelfs van de ouders. Vaak wordt de lijder aan dit gebrek gezien als de „stumper", die in het leven maar mag rekenen op mededogen en totaal ongeschikt is voor onderwijs om van een min of meer zelfstandige plaats in de samenleving maar niet te spreken. Een spastisch kind wordt meteen gedoodverfd als een achterlijk kind; de licha melijke onvolmaaktheid wordt als het ware doorberekend in het geestelijke. Dit is vaak onjuist, al is het misverstand verklaarbaar. De spasticus ontbeert namelijk door het gebrek aan lichaamsbeheersing veelal de mogelijkheid om van intelligentie blijk te geven, maar dit hoeft geen gebrek aan intelligentie te betekenen. Bij de lichamelijke normale mens straalt het verstandelijke vermogen naar buiten, als het licht in een huis door de ramen;_ bij de spasticus zijn veelal alle ramen geblindeerd, zodat men buiten niet kan zien of er licht brandt. De deskundige een psycholoog in dit geval laat zich echter niet misleiden door de geblindeerde ramen en kan met verfijnde middelen vaststellen, wat er in zo'n spastisch kind leeft. Zaak is dan dit tot ontwikkeling te brengen, in het belang van het kind zelf, zijn omgeving en de hele samenleving. Dokter Kapsen berg deelt mede dat ongeveer een vierde van het aantal spastische kinderen een normaal intellect heeft. „Door een vaak gebrekkige spraak en wonderlijke grimassen op het gelaat werd deze groep normaal begaafde spastici vroeger wel voor achterlijk gehouden", aldus deze medicus, die verder wijst op het leed van een kind, dat aan zijn intelligentie aangepast onderwijs moet missen of samen gebracht wordt met zwakbegaafden. Voor de normaal begaafden zijn de Mytylscholen (ongeveer zestig procent van de leerlingen is spastisch) een uitkomst. Voor een deel van hen zijn scholen met een internaat meer geschikt; genoemd kunnen worden de Adriaanstichting te Rotterdam, de Johannastichting te Arnhem en de St. Maartenskliniek te Nijmegem Een Mytylschool zou ook in Friesland moeten komen, opdat spastische kinderen zoveel mogelijk het voor hen geschikte onderwijs kunnen ontvangen. Zo tekent de taak van de Bosk zich al duidelijk en in al zijn^veelzijdigheid af. De organisatie moet ouders of verzorgers van spastici voorlichting verschatt zij moet spreekbuis van de belanghebbenden zijn bij overheid en particuliere instanties. Geijverd moet worden voor de oprichting van behandelingscentra en Mytylscholen, individuele steun aan leden is in vele gevallen nodig, wetenschap pelijke arbeid moet gestimuleerd worden en zo is er nog veel meer. Te veel voor deze vereniging, wanneer zij slechts steun zou kunnen verkrijgen van de direct belanghebbenden. De kring moet ruimer zijn, zij moet gevormd worden volgens de goede traditie, die van mededogen tot medewerking voert. Zo is Nederland in belangrijke mate de t.b.c. de baas geworden, zo wordt de kanker bestrijding aangepakt, zo moet ook voor de belangen van de spastici een breed draagvlak worden gevonden. Het fundament daarvoor wordt gelegd door de Bond ter bevordering van de belangen van Spastici; secretaris van de afdeling Friesland is de heer J. W. Schmand, Mesdagstraat 30 te Leeuwarden. Ei zit wel perspectief in het industrieterrein bij de Snekertrekweg

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1957 | | pagina 13