EEN BLOEMLEZING UIT REISBESCHRIJVINGEN
Buitenlanders schreven over Leeuwarden
Niet op de Oldehove
10
''ST-
Nachtwacht
(uit „Voyage Pittoresque" 1839)
,,'s Morgens geeft men hen melk, ver
dund, met lauw water, en een stuk
brood; 's middags een groentesoep;
's avonds roggebrood en koffie. Soms
geeft men hen een beetje vlees, vaker
spek; maar het zijn de eeuwige ge
droogde groenten, die, met gerst, de
basis zijn van deze primitieve keuken.
Het is, zoals men ziet, een vrij trieste
zaak, temer omdat het brood verre
van goed is. Het is stijf, zwart, voch
tig en herinnert aan wat wij aten tij
dens het beleg van Parijs".
In 1885 verscheen in Londen het boek
„Sketching Rambles in Holland" van
George H. Boughton A.R.A., fraai ge
ïllustreerd en uitvoerig een bezoek aan
Leeuwarden beschrijvend. Het ver
haal gaat onder meer over de vraag
of het gezelschap de Oldehove zal be
klimmen, een kwestie waarbij de Ne
derlandse tolk Jacob als bemiddelaar
moet optreden:
„Omdat wij meenden dat het van be
lang zou zijn de binnenkant van de to
ren te zien, verzekerde hij (Jacob)
zich van de hulp van een kleine, leven-
Misschien behoort u tot de trou
we lezers van reisverhalen,
van beschrijvingen van vreem
de landen en hun bewoners. De
liefhebbers daarvan vindt men
over de hele wereld en zo lang
er gereisd is, zo lang hebben
reizigers hun indrukken en be
levenissen te boek gesteld. Er is
uiteraard ook menigmaal over
Friesland en Leeuwarden ge
schreven, maar deze reisbe
schrijvingen krijgt men hier
doorgaans niet onder ogen. Ver
schillende zijn echter in de Ge
meentebibliotheek bewaard ge
bleven en het is wel interessant
eens te weten hoe buitenlanders
in dergelijke werken over de
Friese hoofdstad hebben ge
schreven.
Daar is om met de oudste te be
ginnen de Voyage pittoresque dans
la Frise" (Schilderachtige reis door
Friesland) van P. J. Gauthier, uitge
geven in 1839. De auteur mag een
Fransman zijn geweest, een onbeken
de was hij niet in deze streken, want
hij was gehuwd met Charlotte Jeanne
barones van Limbourg-Stirum, in
Leeuwarden geboren. Zijn beschrij
ving van Leeuwarden is nogal zake
lijk van toon en laat weinig blijken
van persoonlijke reiservaringen, maar
zij getuigt wel van waardering voor
de Friese hoofdstad: „Deze stad is on
weersprekelijk de mooiste, de rijkste
en de sterkste van de hele provin
cie
We laten P. J. Gauthier's beschrijving
van Leeuwarden verder maar rusten
en nemen een andere Franse reisbe
schrijving ter hand. Zij dateert uit 1876
en werd verzorgd door Henry Havard,
die een groot deel van Nederland
doorkruiste en van deze reis verslag
uitbracht in „La Hollande Pittores
que". In schrille tegenstelling tot de
beloofde schilderachtigheid beschrijft
de auteur, bij de behandeling van zijn
bezoek aan Leeuwarden, vrijwel niets
anders dan de gevangenissen, waar
toe ook de Kanselarij behoorde. Deze
laatste werd gebruikt voor „lichte ge
vallen" en had in belangrijke mate het
karakter van een werkhuis. De toen
nieuwe gevangenis droeg over het al
gemeen de bewondering van de auteur
weg, maar over het eten was hij slecht
te spreken:
1885)
Buurpraatje in Leeuwarden
(uit „Sketching Rambles in Holland"