Huis en maag in de üorige eeuie
Wij kloppen nog eenmaal bij dokter
Asman aan en citeren zijn bevindin
gen in de jaren vóór 1870, zoals die zijn
vastgelegd in „Proeve eener genees
kundige plaatsbeschrijving".
In zijn tijd hadden nog heel wat hui
zen stenen vloeren, ook op de boven
verdiepingen. Voor de hygiëne niet
slecht, vond dokter Asman, maar dan
moesten zij ook goed onderhouden zijn.
Daar dit gewoonlijk woningen waren
van de zg. „huisjesmelkers" was dit
niet het geval, zodat het vocht in de ga
ten of barsten der vloeren bleef staan.
De nieuwere huizen, meest op specula
tie gebouwd, waren veel te licht van
constructie. Doordat grachten wer
den gedempt en nieuw aangelegde
straten hoger werden gemaakt, zoals
in de Breedstraat, Nieuweburen en
Monnikemuurstraat, kwamen de be
staande huizen ongeveer anderhalve
voet onder het straatniveau te liggen,
wat vochtigheid in de hand werkte.
Wat de winkelhuizen betreft: het
beste deel hiervan werd aan de „zaak"
opgeofferd en de eigenaars woonden in
de sombere en muffe achter- en zijka
mers. In de arbeidershuizen werd nog
wel gestookt met de vuurpot, waarin
men houtzaagsel brandde. Dit gaf ove
rigens wel een aangename warmte,
wat niet gezegd kon worden van de ko
lomkachel, die dikwijls een veel te
grote hitte gaf. Daarbij kwamen dan
nog wel eens kolendamp en tabaks
rook, zodat de atmosfeer voor de sla
pende kinderen in de bedsteden
's avonds zeer ongezond was. Tegen
de bedsteden was dokter Asman na
tuurlijk ook zeer gekant.
In de Weerklank „heeft men ongeluk
kig op zeer onregelmatige wijze ge
bouwd. Het ware te wenschen, dat
Leeuwarden zich mogt verheugen in
een goed bouwreglement". De oude
krotten moesten, volgens hem, opge
ruimd worden men is er, na negen
tig jaar, nog steeds mee bezig. Als ty
pe van een „onbewoonbare kamer" le
zen wij o. a.: „De ingang vindt men
onder den trap, die aan den voorgevel
naar boven naar een dergelijk vertrek
voert. Een enkel raam geeft de licht
stralen slechts gelegenheid om dit ver
blijf voor totale duisternis te bewaren.
Dit vertrek met een bedstede en stee-
nen vloer en bewoond door 4 personen
is lang 2.80, breed 2.30 (met de bed
stede 3.30), hoog 2.20 meter".
Weinig goeds viel er te melden over de
„bedelaarskwartieren of passanten
huizen" die gevonden werden in de Bo
terhoek, Wisjestraat, Reigerstraat, de
Tuinen, Nieuweburen, bij de Hoekster-
poort en in de Slotmakerstraat en waar
de trekkende bevolking dikwijls op stro
op zolder sliep, mannen aan de ene,
vrouwen aan de andere kant. Overdag
wat werkend en potjes kokend in een
bedompt vertrek.
Wat de voeding in die dagen betreft:
de minder kapitaalkrachtigen konden
zich het eten van vlees slechts zelden
permiteren, maar men at veel meer
vis dan tegenwoordig. De aanvoer van
platvis en karpers was zeer groot en
ook die van zeevis was aanzienlijk.
Toezicht op het broodbakken van ho
gerhand was in 1870 niet meer nodig.
Doordat er een broodfabriek was opge
richt hadden de bakkers concurrentie
gekregen en was er weinig aanleiding
voor de vrees, dat ondeugdelijke of
„onder de maats", brood zou worden
geleverd. Koek- en banketbakkerswa
ren waren ook deugdelijk te noemen.
„Dat de medici hier zoo dikwijls de
schadelijke gevolgen van het gebruik
van genoemde producten hebben te be
kampen, ligt dan ook gewoonlijk niet
aan de qualiteit, maar aan de quanti-
teit, die er van wordt gebruikt. Het
gebruik van gebak, enz. is hier bij ve
len een dagelijksche gewoonte; bij en
kele gelegenheden voorts, vooral in de
kraamkamer, is de consumptie hier
nog steeds buitengewoon groot".
Wat het fruit betreft: gedurende de
epidemie van Aziatische cholera werd
streng toegezien dat geen onrijpe
vruchten in de handel kwamen. Maar
tegen het eten van rauwe vruchten was
weinig te doen en dokter Asman vond
dat vooral de jeugd der minder gegoe
de klasse veel te veel rauwe wortelen
at.
Melk en karnemelk werden niet ge
keurd, maar volgens dokter Asman
waren zij dikwijls met veel te veel wa
ter aangelengd. Bier en wijn werden
niet zo veel gdronkeit, daarentegen
gingen de sterke dranken er zeer
goed in. „De consumptie hiervan is
zeer belangrijk en, gaat men na, wie
hoofdzakelijk de consumenten zijn en
van welke qualiteit de drank dikwijls
is, dien deze menschen gebruiken, dan
behoeft men geen enthousiast voor de
afschaffingszaak te zijn, om den tegen-
woordigen toestand te betreuren".
Men stopte er van allerlei in: peper
korrels, spiritus, vitrioli, loodsuiker, en
de drinker was er de dupe van. Wel
bestonden er allerlei bepalingen op de
openingsuren der dranklokalen en het
niet mogen afleveren aan jeugdige
personen, maar aan deze verboden
werd slecht de hand gehouden. In tien
jaar tijds (1855-1864) werden de accijn
zen op sterke dranken meer dan ver
dubbeld en er bestaan ongeveer twee
honderd kroegen in onze stad.
M. J. VAN HEEMSTRA.
vervolg van pag. 5
tine-dienst in het getroffen gebied, ter
wijl zij ook is belast met de iden
tificatie en berging van doden.
De nog in oprichting zijnde A.B.C.
dienst zal zich speciaal bezig moeten
houden met de bestrijding van de ato-
mische-bacteriologische en chemische
oorlogsvoering.
Tenslotte beschikt de leiding der B.B.
nog over een verbindingsdienst, wel
ke de beschikking heeft over mobilo
foons en portofoons, welke in tijd van
nood via hun radio voortdurend met
de commandopost in verbinding zijn.
Uit bovenstaande opsomming blijkt
wel duidelijk dat de organisatie B.B.
over een belangrijk aantal vrijwilli
gers moet kunnen beschikken om
deze organisatie in stand te houden
en zodanig te doen functioneren, dat
zij nuttig werkzaam kan zijn indien
dit, onverhoopt, nodig mocht zijn.
Een opwekking aan alle welwillen
de burgers van onze stad om hier
aan hun medewerking te verlenen
is hier dan ook zeer zeker op haar
plaats.
De eerste woningen van Eigen Brood Bovenal" aan de Oldegalileën, de vereniging,
die deze maand haar eeuwfeest heeft gevierd. Deze woningen dateren van 1863: de
foto werd in 1913 gemaakt. Deze woningbouw was, vergeleken bij wat toen gebrui
kelijk was, een zeer grote verbetering.