MGER STII1 OP 1 LANGE PUI' BE DILIGENCE
Uit Grootmoed
ers
ansichtenalbum
Bij het begin van deze rubriek voel ik
me als het jarige jongetje, dat een
cadeautje mag uitzoeken, maar door
de overvloed van al het moois geen
keus kan doen.
Want welke van de duizenden beschik
bare prentbriefkaarten van Leeuwar
den nemen we het eerst? De oudste,
de mooiste, de merkwaardigste of de
„vervalste" misschien?
Nee, eerst een greep in de bak met
kaarten van het hartje van de binnen
stad, eerst twee oudjes van de Nieu-
westad.
1899 in de handel was, is het niet. Uit
enkele van de zeer vele reacties die
ik tot mijn genoegen na het verhaal
over mijn prentbriefkaartenverzame
ling in het decembernummer van de
Leeuwarder Gemeenschap mocht ont
vangen, leerde ik al, dat het in dit
artikel genoemde jaar van 1899 als
het geboortejaar van de prentbrief
kaart niet juist kon zijn.
Zo schreef mevrouw A. G. Zijdervold-
Menalda uit Amsterdam my zeer
enthousiast, in haar oude ansichtkaar
tenalbum „een zeldzaamheid te heb
ben gevonden", namelijk een brief
kaart met het poststempel 1898.
Deze kaart, die zij mij met een party
andere toezond, is 18 augustus 1898
vanuit Oisterwijk naar Frankfurt am
Main verstuurd. Daarmee ward dus
al duidelijk aangetoond, dat de prent
briefkaart in Nederland al voor 1899
bestond en zelfs al voor 1898, getuige
een prentkaart, die mevrouw G. Tys-
ma-Bekker uit Leeuwarden bezit.
Deze kaart, uit Hengelo verzonden
naar Leeuwarden, draagt het post
stempel 26 augustus 1897.
Maar kaarten van Leeuwarden, afge
stempeld en dus zeker uitgegeven
voor 1899, heb ik nog nooit gezien.
Misschien dat er uit de oude albums
van lezers toch nog eens zo'n oudere
kaart te voorschijn komt.
En nu we het toch hebben over het
medeleven van de lezers van de
Leeuwarder Gemeenschap met de
prentbriefkaart en het verzamelen
ervan: mag ik ook langs deze weg
allen hartelijk danken, die zo vriende
lijk waren mij de laatste weken Leeu
warder en niet-Leeuwarder prentbrief
kaarten toe te sturen?
De volgende maand zullen we op deze
plaats weer twee prentbriefkaarten
reproduceren van het „Leeuwarden
van toen".
Fenno L. Schoustra
Gouden Wagentje", de beroemde her
berg die uiterst links op de plaat nog
net om de hoek komt kijken.
„Het Gouden Wagentje" was het be
gin en het eindpunt van de diensten,
die de diligences onderhielden tussen
stad en het platteland. De herberg is
al lang verdwenen uit het stadsbeeld,
net als het mooie trapgeveltje er
tegenover, waarvoor het pand van de
verfhandelaar Vossenberg in de plaats
gekomen is.
Het enige, dat ons nog aan „Het
Gouden Wagentje" herinnert, is het
prachtige gevelsteentje uit de voorge
vel, dat sinds 1929 in de zijmuur van
het Sint Anthony Gasthuis in de Pijl
steeg prijkt.
Net als de foto van de Tuinen, die in
het decembernummer werd afgedrukt,
is deze van de Langepijp voor 1899
gemaakt en waarschijnlijk later als
prentbriefkaart uitgegeven.
Waarschijnlijk zeg ik, want geheel
onmogelijk, dat deze kaart al voor
Op de ene foto zien we de Langepijp
met een paar diligences, op de andere
het begin van de Nieuwestad, met het
eerste stuk van de Wirdumerdijk en
de oude, dus nog smalle Peperstraat.
Die Peperstraat zou nog een dikke
dertig jaar zo blijven, nadat deze fo
to werd gemaakt. In 1931 is de rech
ter huizenrij weggebroken en ont
stond de brede Peperstraat van nu.
Toen verdween dus ook het massieve
hoekhuis, waarin de stadsarchivaris
en boekverkoper Wobke Eekhoff heeft
gewoond. Rechts op de kaart (een
uitgave van S. A. Markus uit Leeu
warden) zien we de herberg „De Os
waarin nu een schoenenzaak geves
tigd is.
De andere prentbriefkaart is uitgege
ven door R. van der Velde's boekhan
del uit Leeuwarden. De foto is bijzon
der waardevol, omdat ze ons de dili
gences, de reiswagens laat zien, die
in de goeie ouwe tijd altijd op de Lan
gepijp stonden geparkeerd voor „Het