Kijkje bij de (oude) Vrouwenpoortsbrug Uit grootmoeders ansichtenalbum door te breken, nu hij geen draaibrug, maar een hefbrug is. Het verhaaltje over het station van vroeger en nu, in het vorige nummer van dit blad, heeft de heer P. van der Brug uit de Koningsstraat in de pen doen klimmen om enkele herinnerin gen op te halen uit zijn jeugd, toen Cohen de schoenpoetser nog iedere dag voor het stationsgebouw stond. Dat was Salomon Cohen, de vader van de aan iedere Leeuwarder welbeken de Roosje Cohen, die enkele maanden geleden overleed. Salomon poetste de schoenen van de reizigers. Dat moet een winstgevende bezigheid zijn ge weest. Want wat zei Salomon, wanneer de klant vroeg, wat hij verschuldigd was? Dan zei Salomon dit: „De vori ge meneer gaf een kwartje...." En een kwartje was wat in die tijd! Van een andere Cohen uit het begin van deze eeuw wordt volgens de heer Van der Brug verteld, dat hij hij altijd zijn eigen portret tekende, wanneer hij zijn handtekening moest zetten. De letters van zijn naam wer den dan in die tekening verwerkt een omslachtige, maar zeer indruk wekkende wijze van signeren dus. De heer Van der Brug schreef ook over de koetsen voor het station. Die wa ren o.a. van de hotels De Phoenix, De Doelen en Weidema en niet te verge ten van Goslinga, „de bokke- boer" een vermaarde figuur uit het oude Leeuwarden. De bokkeboer was een ondernemend man. Hij maakte zich vooral voor het vervoerswezen verdienstelijk, exploi teerde de „Leeuwarder Paarden Tram" en onderhield met zijn ratelen de vehikels bloeiende diensten op de Groote Wielen en op de vroeger zo be roemde Marsumer kermis. Over het ontstaan van 's heren Goslin- ga's bijnaam lopen de meningen uit een. Er wordt gezegd, dat hij deze bij naam dankte aan een grote verloting, die hij op touw had gezet en waarbij de hoofdprijs uit twee stuks hoornvee zou bestaan. Toen de overgelukkige winnaar dacht een paar vette koeien te zullen ont vangen, kwam de heer Goslinga er met twee bokken aan. Maar de heer Van der Brug schreef nu, dat hij de bokkeboer werd genoemd, omdat hij zulke onooglijke en magere paarden voor z'n tramwagens had net bok ken dus. Welke lezing nu de juiste is? Ach, het doet er niet zo veel toe. Alleen blijkt uit de verschillende meningen wel, hoezeer de volksmond in de loop der jaren bepaalde feiten kan vertekenen. FENNO SCHOUSTRA Dat de omgeving van de Vrouwen poortsburg er in grootmoeders tijd heel anders uitzag, dan nu, leren ons deze twee oude prentbriefkaarten. De ene foto is gemaakt vanaf de brug en laat ons links op de achtergrond de herberg De Groene Weide zien, voor de andere posteerde de fotograaf zich in het plantsoentje naast de brug, zo dat hij ook de molen van Vosman en het tramstation op het plaatje kreeg. Het zijn beide kostelijke opnamen, die een mooi beeld geven van dit hoekje Leeuwarden van toen. Voor de Groe ne Weide staan tal van vigelmts's in het gelid de herberg is wijd en zijd bekend en trekt vooral op marktdagen veel bezoek. De Vrouwenpoortsbrug spiegelt zich prachtig in het water van de gracht; de enige voetgangster, die er gebruik van maakt, accentueert de rust van het moment, waarop de fo tograaf dit plaatje maakte. Beide foto's zijn ver voor de eerste we reldoorlog gemaakt. Vosmans molen Het Lam werd in 1919 met de grond gelijk gemaakt, het tramstation werd vijf jaar later opgeheven, toen het nieuwe station aan de Snekerkade ge reed kwam. De oude Vrouwenpoortsbrug dateerde van 1879. Hij moest in dat jaar een voorganger vervangen, die het maar acht jaar uitgehouden had. Want de brug, die de gemeente in 1871 op deze plaats over de stadsgracht sloeg, bleek goed en wel klaar te zwaar te zijn om te worden gedraaid. En twee jaar daarvoor brak de brug met een luide knal in tweeën, na nauwelijks tien jaar trouwe dienst. Lange tijd is het met de Vrouwen- poortsbruggen dus een lijdensgeschie denis geweest en van de huidige brug kan gelukkig worden gezegd, dat hij niet te zwaar is om omhoog te gaan en weinig kans zal lopen om midden- O

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1959 | | pagina 5