DE RENTEKAART
ÏSuKoSffi
"Ued-w ardeh
NIET DE RAAD VAN ARBEID,
MAAR U ZELF HEEFT BELANG BIJ
Rentenuninier
Volgt1-'
Een Rentekaart is een ding waarop
men zegels dient te plakken. Verder
is haar kenmerkende eigenschap, dat
zij zoek is op het moment waarop de
Raad van Arbeid om opzending
vraagt.
Deze Raad van Arbeid is een instel
ling, die met een roerende zorg om
trent uw Rentekaart is vervuld. Wan
neer zo'n kaart zoek is, dan zendt
men aan de eigenaar of eigenares een
formulier, waarin allerlei inlichtingen
worden gevraagd.
Met dit formulier kan men twee din
gen doen:
1. terzijde leggen en vergeten;
2. invullen en opzenden.
In het eerste geval gebeurt er een
tijdlang niets, maar vergist u niet: de
Raad van Arbeid is als een vulkaan.
Aanvankelijk blijven de krachten ver
borgen, die onder het oppervlak
langzaam opwellen, maar plotseling is
de kook- en gloeihitte bereikt. Dan
komt de uitbarsting, in de vorm van
nieuwe papieren; brandbrieven, mogen
we wel zeggen. Daarin wordt gezegd,
dat men, jandorie, nu eindelijk eens
moet komen aanzetten met die Rente
kaart of anders moet verklaren waar
dat ding is gebleven. Het staat er na
tuurlijk een beetje anders een beet
je ambtelijker, maar men kan dan
toch maar zwart-op-wit lezen, dat bij
verdere nalatigheid de gevangenisdeur
opengaat.
Dan wilt u natuurlijk wel lopen, want
aan de gevangenis hebben we alle
maal een hekel. Vroeger ging het nog
wel, maar nu een aantal gevangenis
deskundigen de inrichting van de hier
ter stede van ouds gevestigde instel
ling totaal onvoldoende heeft ge
noemd, is de aardigheid eraf.
Daarom is het beter de Rentekaart
welbeplakt te bewaren en op verlan
gen te tonen.
Niet de dreiging van een opsluiting
in het gevang evenwel, maar heel an
dere belangen hangen met de Rente
kaart samen. En daarover willen we
hier iets vertellen, aan de hand van
enige voorbeelden uit de praktijk van
de Raad van Arbeid. Frappante voor
beelden.
De Raad van Arbeid te Leeuwarden
stuurt tegenwoordig dubbele briefkaar
ten uit aan personen, meestal vrouwen,
die vroeger een rentekaart hebben ge
had. Deze kaarten worden vaak niet,
of verkeerd ingevuld, teruggestuurd.
Een vrouw ergens in Friesland nam
de moeite de kaart correct in te vul
len. De Raad van Arbeid kwam sr al
dus achter, dat ze weduwe was. Haar
man, die drie tot vier jaar vóór deze
informatie was overleden, had nooit
een rentekaart gehad. Er was één
kind beneden zestien jaar. Op de kaart
van de moeder waren indertijd meer
dan veertig zegels geplakt en hiermee
VROUW
richt (loon
was aan het vereiste minimum vol
daan. Aldus was recht op wezenrente
ontstaan; met de kinderbijslag was het
geen groot bedrag, maar de vrouw
kreeg de achterstallige betaling nog
uitgekeerd en ontving aldus ongeveer
zeshonderd gulden ineens. Een bijzon
der aantrekkelijke beloning voor het in
vullen van een briefkaartje
Een soortgelijk verhaal kan worden
verteld van een veehouder, ouder dan
65 jaar, wiens doopceel door een amb
tenaar van de Raad van Arbeid volle
dig werd gelicht. Hij had een rente
kaart gehad, kreeg daarvoor een,
overigens zeer geringe, ouderdoms
rente en bovendien de kinderbijslag van
15.60 en 2.60 toeslag per maand
voor een schoolgaand kind tussen 16
en 27 jaar. Het gesprek met de ver
tegenwoordiger van de Raad van Ar
beid leverde bovendien enige honder
den guldens aan achterstallige betalin
gen op.
Het kan nog anders. Een ambtenaar
van de Raad van Arbeid kwam gere
geld door een straat waar een zieke
vrouw in bed voor het raam lag. Hij
ging er op letten en toen hij na enige
tijd wist met een langdurig ziektegeval
te doen te hebben, ging hij eens bij de
ze mensen op bezoek. De vraag kwam
ter sprake of de vrouw en moeder een
rentekaart had gehad en toen dit het
geval bleek te zijn, werd de zaak ver
der uitgezocht. Er wordt nu een uit-
kerig van ongeveer 15 gulden per
maand betaald.
In een krant stond het bericht over een
man, die in de kracht van zijn leven
was overleden. Een ambtenaar van de
Raad van Arbeid las het en begon op
eigen houtje een onderzoek in te stel
len. Tenslotte vervoegde hij zich bij de
weduwe, die met twee kinderen bene
den 16 jaar was achtergebleven. De
vrouw beweerde pertinent, dat haar
man nooit een Rentekaart had gehad,
maar de ambtenaar wist haar van het
tegendeel te overtuigen. Een aanvraag
voor wezenrente, met toeslagen, werd
prompt ingewilligd.
U merkt het: dit is een ode aan de
ambtelijke bemoeizucht, die zo vaak
het onderwerp is van critiek en spot
ternij. In alle hierboven vertelde ge-
(voor vervolg zie pagina 9)