Heerlijk zeg,
zw/emmen in de inktpot
UIT GROOTMOEDERS ANSICHTENALBUM
Toen de zwembaden in Huizum en bij de
Wielen nog niet bestonden en er aan
een overdekt zwembad eenvoudig nog
niet werd gedacht, zwommen de Leeu
warders in een zwem- en badinrichting,
die de veelzeggende bijnaam De Inktpot
droeg.
Die Inktpot lag in een bocht van de
stadsgracht achter de Prinsentuin en wel
daar, waar de Noordersingel uitmondt in
de Spanjaardslaan.
Het was een bad, waarin de ratten de
baders om de benen vlogen en waarvan
het water soms zo zwart was, dat het
inderdaad veel leek op inkt.
Al in 1851 werd deze zwemschool met
badinrichting en twee bassins gesticht
door een heer uit Amsterdam, die de in
richting een jaar later overdroeg aan de
Sociëteit Zwem- en Badlust.
Financiële moeilijkheden dwongen deze
sociëteit zich na tien jaar zwem- en bad
lust te ontbinden, waarna verscheidene
eigenaars zich telkens op de exploitatie
wierpen met een optimisme, dat beslist
niet gerechtvaardigd was. Want onze
brave voorouders voelden meer voor de
tobbe thuis, dan voor de „douche- en
stortbaden in porceleinen kuipen" van
deze badinrichting.
Ook een uitbreiding van de inrichting
met een door de gemeente geëxploiteerd
volkszwembad was tot mislukken ge
doemd: na negen jaar, in 1897, werd
deze zwemschool weer opgeheven.
Er kwam een gelegenheid voor in de
plaats om sproeibaden te nemen, waar
voor de toenmalige eigenaar van de Inkt
pot het water leverde water tussen
twee haakjes, dat toch wel door filters
ging en dus gezuiverd werd.
Tot 1902 bleef de schutting aan de water
kant het overigens schilderachtige hoek
je van de stadsgracht ontsieren. In dat
jaar kreeg de Nieuwe Leeuwarder IJs-
vermaarde Inktpot uit grootmoeders tijd
aardig zien. De ene foto, als ansichtkaart
uitgegeven door de firma J. Postma Szn.
te Leeuwarden, is gemaakt vanaf het bol
werk van de Noorderplantage; voor de
andere, een uitgaaf van de weduwe C. F.
Schwaner van de Nieuwestad, stond een
fotograaf op de Noordersingel.
Ze vertellen ons, dat de Bad- en Zwem
inrichting een omvangrijk en vrij hoog-
opgetrekken bouwwerk was, dat archi
tectonisch bezien geen hoog rapportcijfer
verdiende.
De oudste foto is die van de firma Post
ma, die gemaakt is vóór 1905. Dat is aan
de brede witte rand aan de onderkant te
zien. Die strook werd vroeger voor
schrijfruimte bestemd, maar na 1905 was
het niet meer toegestaan prentbriefkaar
ten aan de voorkant te beschrijven.
Een bord op de schutting meldt, dat er
nog ruimte voor advertentiën te huur is,
maar op de andere, later genomen foto
zien we, dat van deze aanbieding al ge
bruik is gemaakt. De margarinefabriek
van Hendrik Brongers uit Groningen
prijst er dan haar overheerlijke Gruno-
margarine op.
De jongste foto beeldt ook de molen van
Vosman nog uit, de bekende molen Het
Lam, die op de hoek van de Molenstraat
en de Westersingel heeft gestaan. In 1919
is die molen afgebroken, waaruit we mo
gen afleiden, dat dit plaatje tussen 1905
en 1919 is gemaakt.
Interessant is ook De Groene Weide in
haar oude staat, in die tijd nog vermaard
als logement, waar op vrijdagen de boe
ren hun vigelantes stalden.
Van het oude tramstation aan de Wester
singel, uiterst links op deze kaart, is niet
meer dan een schim te zien en toevallig
rijdt er net niet een trammetje langs
op weg naar Marssum óf het Bildt.
Tot slot nogmaals, maar nu voor het
laatst, naar het Brandjeklooster terug.
Want intussen is ook de tweede babbe
lende büfrou bij de huisjes in dit hofje,
waarvan ik onlangs een prentbriefkaart
liet afdrukken, geïdentificeerd.
De heren Boomsma, die jarenlang in het
Heer Ivostraatje hebben gewoond, her
kende het oudje als Akke Tjeut, een
sprekende naam, die vroegere bewoners
van deze buurt wel bekend in de oren
klinkt.
FENNO L. SCHOUSTRA
club, die hier haar wedstrijden hield en
in barre winters nóg steeds houdt, het
gedaan, dat de omheining van het niet
meer gebruikte bad werd afgebroken.
Toen verdwenen dus ook de „adverten
tiën" op de schutting, die meldden, dat
de Solo margarine onovertroffen was en
niet meer kostte dan dertig cent per
pond.
In 1912, toen ook de exploitatie van de
sproeibaden geen lonende affaire bleek
en de inrichting stevige concurrentie
kreeg van het pas aan de Grote Wielen
geopende bad, werd tot opluchting van
velen het hele gebouw gesloopt. Er kwam
toen, tussen de Noordersingel en de
gracht, een brede groenstrook met wan
delpaden voor in de plaats, waardoor het
stedeschoon een belangrijk winstpunt
boekte. Later zijn ook de wandelpaden
weer opgeruimd en nu is er louter gras
op deze plaats.
Op de hierbij afgedrukte prentbriefkaar
ten kunnen we de meer beruchte, dan