Feest in de speelgoedkast Aanwinsten Openbare Leeszaal, Leeuwarden 21 „Wie heeft er honger?" vroeg de neger- pop. „Ik! Ik! Ik!", riepen ze allemaal door elkaar. „Ja", zei de maan, „na zo'n lange wan deling heeft natuurlijk iedereen honger. Maar wat hebben jullie te éten?" „We gaan poffertjes bakken op het for nuisje", riepen een paar poppen. En het fornuisje glom van plezier dat het ook mee kon doen met het feest. „Zeg eens", zei de kast, „zouden jullie dan het fornuisje ook maar niet even op de grond zetten? Als jullie met beslag morst op mijn oude planken, dan zou dat zonde zijn. De oude mevrouw heeft mij net helemaal laten schoonmaken en op poetsen vóórdat de twee meisjes met vakantie kwamen." Dat was makkelijker gezegd dan gedaan. Dat hele fornuis naar beneden brengen hoe moesten ze dat nou doen? Maar ook hier kwam het springtouw weer te hulp. „Als jullie mij nou vastbinden aan het fornuisje en jullie laten het heel langzaam naar beneden zakken, dan zal het best gaan." Zo gezegd, zo gedaan. De olifant klom langs het touw naar boven en maakte het vast aan het fornuis en toen lieten hij en de negerpop en de harlekijn en nog een paar poppen heel langzaam het fornuisje naar beneden zakken. Beneden stond de agent klaar om alles te regelen en de poppen zouden het opvangen en zachtjes neerzetten. Het viel helemaal niet mee. Het fornuisje was zwaarder dan zij hadden gedacht en de olifant en zijn helpers hadden er een hele houw aan. Opeens zakte het fornuis helemaal scheef en vielen alle pannetjes er af, die rolden met veel gekletter op de grond, hun deksels achterna. „Waarom hebben jullie die pannen er dan ook niet eerst afgehaald", riep de agent boos, toen hij er bijna een boven op zijn helm kreeg. Ja, dat hadden ze eerder moeten beden ken. Gelukkig waren de pannen en de deksels niet erg gedeukt en konden zij toch weer gebruikt worden. Na veel ge roep en gehijg en gesjouw stond einde lijk het fornuis met zijn vier pootjes op de grond. „Nu gauw een vuurtje aangestoken en beslag gemaakt", zei de pop met de blonde krullen en zij toog meteen aan 't werk. „Hè, wat begint dat lekker te ruiken riepen de dieren uit de ark. Nou, dat was ook zo. De blonde pop had heerlijk beslag gemaakt en de eerste poffertjes lagen al te dampen in een stenen speel- goedkom. De bromtol begon weer zacht jes te brommen van plezier! MAJA VAN HEEMSTRA Nederlandse romans: C. Baardman: De zwerver. A. van Cau- welaert: Vertellingen van de rechter. S. Greup-RoldanusDe draaikooi; histo rische roman. M. de Lannoy: Madame royale, de prinses in de schaduw. Deel 1 Het spinneweb; deel 2: de gouden hori zont. W. J. Lederer en E. Burdick: Gekke lui, die Amerikanen. M. van Noortwijk-Colijn: Spin in de morgen. G. Terasaki: Maar de regenboog bleef... R. Wagenaar: Vlucht naar de zon. J. West: De grote verzoeking. Engelse romans: J. de Hartog: The spiral road. M. Hlas- ko: The 8th day of the week. G. A. Jenkins: Twist of sand. W. J. Lederer en E. Burdick: The ugly American. Lin Yutang: Lady Wu; a true story. W. Maugham: Somerset. Then and now. N. Monsarrat: The ship that died of shame; and other stories. I. Murdoch: Under the net. 'i5 C. Ritter: A woman in the polarnight. R. Ruark: Poor no more. Nevil Shute: Trustee from the toolroom. C. P. Snow: The conscience of the rich. L. Uris: Exodus. A. Vail: Love me little. J. Weidman: The enemy camp. Friese romans: P. Akkerman: Fan it anker slein. J. Bilker: Boppe de wolken; de wraldreis fan Ealse de Boer. A. Wadman: Yn 'e lytse loege. A. A. van der Werf: En de sé wie net mear. Franse romans: B. Cendrars: L'homme foudroyé. P. Hé- riot: L'innocent. J. Marcillac: On ne tue pas pour s'amuser; detective. E. Peisson: Le sel de la mer. A. Schwarz- Bart: Le dernier des justes. P. Vialar: L'éperon d'argent. Populair-wetenschappelijke werken P. Bauduin: Zoeklicht op de reclame. F. Bloemhof: Kunstmatige inseminatie bij de mens. Th. Bovet: De overwin ning op de angst; over ziek en gezond geloof. R. de Bruine: Modern skiën. E. Brunner: Ons geloof. E. Chesser: Leven en laten leven. Citroen 2CV. G. Contenau: Zo leefden de Babyloniërs en Assyriërs ten tijde van Nebukadnezar. Max Dendermonde: Tot zover voorlo pig; gedichten. Deze vijftig jaren; een overzicht van de gebeurtenissen van de laatste vijftig jaren. Effectenbeurs en effectenhandel. K. von Frisch: Biologie voor iedereen. P. Gallico: The hurri cane story. K. Graftdijk: Paspoort voor de delta. W. Hirsch: Das Wesen des Komischen. Hoe vindt u dat er ge preekt moet worden? D. G. Jongmans en J. H. Jager Gerlings: Van bron tot bron; onder de Berbers van de Marok kaanse Sahara. W. Kemper: Wat be tekent uw droom? E. J. Klinsky en H. Reich: Lachende Kamera. A. W. Kroon: Camping; een praktische gids voor moderne toeristen. A. Lehning: Marsman en het Expressionisme. A. Mac Leish: J. B.; versdrama-in twee be drijven. I. van de Pol-Schokking: Wij maken een feest met de kinderen; 50 voorbeelden voor versieringen en ver rassingen. R. Polderman: Yoga; het geheim van een gezond en harmonisch leven. H. Read: Geschichte der moder nen Malerei. A. Roland Holst: Beziel de dorpen. A. Roland Holst en S. Vest dijk: Swordplay-wordplay; kwatrijnen overweer. A. Schierbeek: De honing bij van de steentijd tot heden. J. Scho- neveld: Salomo; de vorst van Israëls gouden eeuw. J. W. Schulte Nordholt: Abraham Lincoln. R. Schulte Nordholt- Treep: Het eenzame kind. D. van der Stoep en H. H. Felderhof: Opnieuw in de houten broek; over dominees, preken en kerkmensen. W. P. Theunissen: Iko- nen. E. Tylinek en O. Stepanek: Die renpark. C. Vorstelman en A. v. Onck: Vissen en. vangen! Vijf geestelijke toneelspelen der middeleeuwen. H. Wermuth: De Europese moerasschildpad. C. F. von Weizsacker: Het tijdperk der atoomenergie. J. P. Wiersma: Erf en wereld; over de agrarische toestand in Friesland na 1870. H. Windisch: Nieu we fotoschoolde techniek. Wonderen der oudheid; Europa. E. Zandstra: On bekend Nederland. M. Zeldenrust- Noordanus: Leven in gezinsverband; de invloed van de gezinsrelaties op het ge drag van kinderen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1960 | | pagina 20