drie Waar eens molens hun wieken heten wentelen UIT GROOTMOEDERS ANSICHTENALBUM FENNO SCHOUSTRA TERUG 5 ven vol jaar heeft grootmoeders ansichten album onaangeroerd in de kast gelegen. Laten we het nu weer openslaan om onze speurtocht te vervolgen door ons Leeuwarden, zoals het was in oma's jeugd, vijftig, zestig jaar geleden, toen de eerste prentbriefkaarten op de markt werden gebracht. De eerste blik, die we nu weer in het album slaan, valt op een kaart, die een hoek van de stad in beeld brengt, waarover de laatste maan den nogal wat te doen is geweest: de Harlinger- trekweg bij de Wilhelminabaan. Die kaart is door Dijkstra's boekhandel uitge geven, nog voor de Wilhelminabaan werd aan gelegd. Dat wil dus zeggen vóór 1905, want zo als de statige toegangspoort van dit sportterrein het ons nog steeds vertelt, kwam de Wilhel minabaan in dat jaar tot stand. Wanneer de plannen van het Leeuwarder gemeentebestuur worden gerealiseerd, zal de Wilhelminabaan de pensioengerechtigde leeftijd niet meer kunnen halen, want waar nu in de zomermaanden nog de paarden draven, is een brede verkeersweg geprojecteerd, die straks de nieuwe veemarkt moet verbinden met de binnenstad. Ongeveer op de plaats, waar zestig jaar ge leden een onbekende fotograaf die ijverig bo mende schipper vereeuwigde, komt dan pal tegenover de Langemarktstraat een nieuwe brug, waardoor de aftandse Verlaatsbrug over bodig wordt en kan worden opgeruimd. Ook van deze Verlaatsbrug vond ik in groot moeders ansichtenalbum een prentbriefkaart, maar die is, door een mij niet bekende uit gever, veel later in omloop gebracht dan het oudje met de trots rokende schoorsteen van Fortuna's meelfabriek erop. In zoverre is die kaart van de oude Verlaats brug van belang, dat ze ons precies laat zien, hoe de situatie tot voor een dertig jaar nog was. Want al lijkt het op het eerste gezicht, alsof er hier niets veranderd is, toch is dat wel zo. Van de twee brugwachterswoningen, die hier eertijds stonden, is er nu nog maar één; die welke we op deze foto zien, heeft het veld moeten ruimen om de inrit naar de brug groter te maken. Ook de prachtige rij bomen, die eens de Wes tersingel sierde, is op deze foto nog te zien; zij het dan in een droevige staat, want toen de fotograaf dit plaatje maakte, wachtten de bo men juist, al ontdaan van hun zware takken, op de komst van de houthakker, die ze tegen de grond zou slaan. Hoogst interessant is deze kaart verder, omdat ze ons zo aardig de vrijdagdrukte van die ,,Een vol jaar heelt grootmoeders ansichten album onaangeroerd in de kast gelegen" zo begint onze medewerker Fenno L. Schoustra dit vervolg op de serie ,,Uit grootmoeders an sichtenalbum". Met het herstel van deze rubriek begroeten we met vreugde het herstel van de schrijver, die een langdurige, ernstige ziekte achter de rug heelt. We nemen aan, dat onze lezers zich met ons zullen verheugen over de terugkeer van deze gewaardeerde medewerker. Om hemzelt en om ons blad. N dagen laat zien. De grachten liggen vol met vrachtboten, beladen met kisten en zakken en vaten en vee; op de kaden staan de vracht auto's in een lange rij. Het pontje van de Wes terkade brengt net een paar passagiers naar de overkant; de Verlaatsbrug lijkt volgestouwd met paardenwagens en vracht- en personen auto's, en wie goed ziet, ontdekt tot zijn ver rassing ook een auto van Fortuna's meelfabriek op de brug een van die gezellige ouderwetse ratelbakken, die zich nog lang handhaafden in het steeds moderner wordende verkeer en wer kelijk een bezienswaardigheid vormden in de stad. Die wagen kwam natuurlijk juist van de fa briek die op de andere prentbriefkaart is afge beeld, hoogoprijzend boven de overige bebou wing van deze buurt. Al beroofd van z'n wie ken prijkt de graanmolen De Fortuin er ook nog op als laatste van de drie, die hier eens hun wieken lieten wentelen. Want behalve De Fortuin, die tot 1873 op de Wirdumerpoortsdwinger-stond en toen verhuis de naar hier, waren er nog twee molens bij het begin van deze trekvaart naar Harlingen: de oliemolen De Kat en de oliemolen De Jonge, welke laatste in 1871 in de bocht van de weg werd gebouwd. Geen van de drie heeft zich dus tot de huidige dag kunnen handhaven en wie nu eens rustig het onbeschrijflijk lelijke gebouw van de oude stoommeelfabriek van Swildens en Kuipers be kijkt, moet er niet aan denken, welk een schil derachtige schoonheid er in deze hoek van de stad verloren is gegaan, toen men die fabriek hier bouwde en de molens ontmantelde. Maar zo is het nu eenmaal op zoveel plaatsen in de stad gegaan en we mogen ons nog geluk kig prijzen, dat althans de beelden uit die dagen voor een deel voor ons bleven bewaard en dat dank zij grootmoeder en haar ansich tenalbum! FENNO L. SCHOUSTRA

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1961 | | pagina 5