rj-onöervAh
Lage huur bracht hem in
Leeuwarden terug
11
de penseel- of de paletstreek. Des
noods bracht de kunstenaar zijn
verven in een streek van boven
naar beneden op het doek. Grote
formaten waren voor deze strijk-
techniek vooral geëigend.
„In Amsterdam had men mij al
'gezegd dat ik in beeldhouwen
moest doorgaan. In het Gooi vond
ik in leraar Schrikker een goede
boetseerleermeester" vertelt Zon
dervan. „Toch trekt mij nog voor
lopig de kleur. Niettemin ga ik,
wanneer het geld het toelaat toch
beeldhouwen. Ja, het geld is be
langrijk. Op zwerftocht in Zweden
ontdekte ik dat er met hulp in een
restaurant-keuken zoveel te verdie
nen was, dat men het daarna weer
een poosje in de kunst kon uitzin
gen. Het is ook het geld dat mij
weer in Leeuwarden terug bracht.
Hier, en dan speciaal voor mijn
atelier, Gedempte Keizersgracht
17boven, is de huur lager. Daar
tegenover staat dat de verkoop
van het werk in het Gooi gemak
kelijker gaat."
„In Amsterdam en het Gooi ge
bruikten wij bij de opleiding de na
tuurvormen. In het werk voor je
zelf gaat gaande weg deze natuur
vorm van hulpmiddel tot doel
worden. Wil men een om hulp
smekende beelden dan zal men om
de capressie van het smeken te
versterken bijvoorbeeld de mense
lijke figuur op de grond liggend en
met grote, magere, voor zich uit
strekkende handen tekenen. Een
vrijere vormgeving zal bij het
sterk uitdrukken van iets al dadelijk
geboden zijn. Een paar jaar gele
den boeide mij in het Stedelijk Mu
seum te Amsterdam een bepaald
abstract schilderij van Kandinsky
op slag. Ik zag er iets oosters in.
En omdat ik een halve oosterling
ben kan ik wel zeggen of het oos
ters is of niet. Sedertdien zag ik
in het abstracte mogelijkheden. Al
tijd gebruikt men evenwel, bewust
of onbewust bekende en voor het
doel geëigende vormen uit de wer
kelijkheid. Ik kom dikwijls tot
planten-vormen om een groei-pro-
ces uit te drukken".
„Hoe ik werk?"
„Ik begin met het opbrengen van
verf zonder dat ik een bepaald on
derwerp op het oog heb. Al wer
kend ga ik er vormen, nog zonder
betekenis, in zien die ik aardig
vind. Deze vormen ga ik duidelij
ker maken. Met het duidelijker
maken wordt tegelijk gekeken naar
de plaats en de beweging van de fi
guren in het vlak. Het sterker door
werken of het perfectioneren van
vorm en kleur is dan aan de beurt.
Al doende komt er ongemerkt het
gevoelselement bij te pas.
In deze olieverf lijkt boven links een oog te zijn. Vandaar gaan
gedrapeerde vormen naar rechts om tenslotte verticaal naar beneden
te hangen. Men gelooft met het oog van een geestverschijning te
doen te hebben. Een dreigende sfeer komt uit het schilderij tot de
beschouwer. De maker gaf het de naam van Groei-proces
ling
/er-
xlel
zijn
hij
mie
ling
L957
;hte
„Natuurlijk sprak ik alleen van het
vrije werk. Bij opdrachten houd ik
mij, zo nodig, aan de werkelijkheid.
Niet gebonden aan iets kan men
zich verder verliezen. Het gewone
leven is toch immers van geen be
lang voor het gevoelselement."
„De mij meest aantrekkende gro
te meesters vind ik: Kandinsky,
Klee en Miro. Zij doen mij, de een
meer, de ander minder, aan de bo
tanische oorsprong van de wereld
denken, toen er alleen kleuren en
vormen waren. Misschien is het de
gedachte aan de oer-wereld, die mij
van vele en fijne vormen doet hou
den."
Wanneer ik geld had om materi
aal te kopen zou ik veel meer kun
nen doen. Uiteindelijk moet ik mij
uiten en dat kan alleen met verf
en krijt op doek en papier of met
linoleumsnede, enz. Soms gebruik
ik een doek zes keer. Op enkele
doeken zitten zes onderwerpen over
elkaar heen geschilderd. Af en toe
schilder ik dun op een stuk glas
om het geschilderde daarna op een
stuk papier af te drukken. Het is
slechts de eerste aanloop. Later ga
ik weer overheen penselen. Meest
al is na-dien de oorspronkelijke af
druk niet meer te vinden."
E. K.
In een met slechts enkele
vormen opgebouwde aquarel
ligt het accent op het midden.
De gevulde middenpartij breekt
het blad doormidden.
De donkere vormen eisen de
de aandacht op. Zij lijken
gepantserd en hebben kracht.
Er is een spanning in deze
rondingen alsof zij groter willen
worden. Door deze expansiedrift
krijgt men het idee te maken
te hebben met jonge, levende
cellen, op het punt zich explosief
uit eigen pantser te willen
breken. De aquarellist gaf ze de
naam „Zeevormen".
am-
niet
van