i 1
gw
lÉfaA-
^2)ie jeugd van tegenwoordig..*
Mi
-
;w
v^'iiP
tweeling
^^m-;
^|i^^'TM«-6:i
U kent het klaaglied over de jeugd van
tegenwoordig. Ze vernielen alles. Ze zijn in
huis niet te houden. Ze interesseren zich
nergens voor. En ze hebben geen respect
voor mensen met grijs haar en mensen zon
der haar.
De jeugd van teqenwoordig is dus in begin
sel gelijk aan de jeugd van vroeger, die
thans de generatie van de klagers vormt. In
beginsel gelijk, maar het beginsel wordt
thans hier en daar wel iets anders uitge
werkt dan vroeger. De adspirant nozem
klimt tegenwoordig op een bromfiets en
raast ermee door het verkeer. „Zo waren
wij vroeger toch niet", zucht de bezadigde
forty-ager. Dat klopt, want een kwart eeuw
geleden waren er nog geen bromfietsen.
Lastig, baldadig, brutaal.... een probleem
dus. Het kenmerk van onze tijd is, dat we
overal problemen van maken. In probleem-
lozer tijden noemde men de kinderen van
tien tot twintig in een slechtgeluimde bui
„snotneuzen". Tegenwoordig zijn het „teen
agers". Daar zit het verschil. Men kan geen
inleidingen houden over het snotneuzen-
vraagstuk, tenzij in medisch-hygiënisch ver
band en onder auspiciën van de zakdoek
industrie. Maar wel leent het „teenagers-
vraagstuk" zich tot uitgebreide bespiegelin
gen en diepgaande studies. Men kan sub
tiele verbindingen leggen met de naderende,
zich ontwikkelende en half-voltooide puber
teit en langdurig redetwisten over de aan
pak.
De jongelui van vroeger werden ook aan
gepakt bij wangedrag en niet zo zuinig ook.
De „genezing door handoplegging" is inmid
dels uit den boze en geheel uit de tijd. Te
genwoordig heft men waarschuwend de vin
ger op en betoogt, dat geweld tot niets leidt.
Ja erger nog, de zieltjes worden erdoor ver
kreukeld en de sporen daarvan blijven heel
het leven bestaan.
Als dat zo is, dan hebben zeer veel kinderen
van nu erg enge ouders. Ouders, die niet
volgens het boekje zijn grootgebracht en nu
geestelijk maar wat rondtobben. Zouden ze
dat misschien in de gaten hebben, onze „tie
ners"? Zouden ze daarom misschien zo on
handelbaar zijn? Want gezag kan men niet
met bars geweld afdwingen. Dat was vroe
ger ook niet het geval, want toen was de
straffende vaderhand allerminst bij machte
het kwaad der baldadigheid met wortel en
tak uit te roeien
Het is dus allemaal erg moeilijk en wij zul
len ons niet uitsloven u de oplossing van
het vraagstuk aan de hand te doen. Slechts
willen wij u, ter beschouwing en ter over
denking, een plaatje aanbieden van een
groep kinderen, die hun tentje hebben ge
bouwd in de berm van de Willem Lodewijk-
straat. Een paar stokken, een stuk touw, een
handjevol wasknijpers en wat oude kleden
en lappen
Eilieve, waar blijven wij nu met onze ge
schriften over het verantwoorde spel? Wat
oude rommel blijkt plotseling voldoende te
zijn om een baldadigheid-beteugelende acti
viteit in het leven te roepen.
Misschien valt het wel wat mee met „het
probleem". Misschien komen we al een heel
eind met wat oude rommel en hier en daar
een plekje grond in de stad, waar de jeugd
haar gang kan gaan. Dat laatste is wel heel
belangrijk in een stad, die steeds verder
dichtgroeit en zich uitbreidt en waar, bijge
volg, steeds meer kinderen hun heil en ver
maak zullen moeten zoeken.
Maandblad onder auspiciën van de
Stichting „Leeuwarder Gemeenschap"
10e jaargang no. 4 - april 1961
Redactie-commissie
Mevr. A. J. Bearda Bakker-Stuiveling
H. Kingmans
Pater H. W. Dijkman O.P.
J. T. Vellenga
Redacteur: W. H. Kuipers, telef. 28203
Adres administratie:
Voorstreek 101-103, tel. 22046 en 22047
Redactie:
Stadhuis Leeuwarden, tel. 21141
Abonnementsprijs 2,50 per jaar
Giro-nummer 809910 ten name
N.V. Erven Koumans Smeding,
Leeuwarden
Dit zijn de tweelingzusjes Boorsma, nog nèt
14 jaar oud, tijdens de uitreiking van een
levensvreugd-televisietoestel bij mejuitrouw
M. H. Kuhlman in de Camminghastraat. De
tweeling verleende medewerking aan deze
overdracht in haar kwaliteit van lentekonin
ginnetjes. Ze waren daartoe uitverkoren bij
het Songlestival van de Sectie Jeugd van
de Stichting Leeuwarder Gemeenschap, waar
ze, als de Twin-Sisters, met hun liedje wel
iswaar buiten de prijzen vielen, maar toch
een zeer gewaardeerde prestatie leverden.
Elisabeth en Sjoukje Boorsma zijn de doch
ters van de heer S. Boorsma, die concierge
is van de Meisjes H.B.S. We stelden hem de
hachelijke vraag ot hij kon zeggen wie op
de ioto Elisabeth is en wie Sjoukje. Want
er is geen verschil te ontdekken in deze
twee, tenzij de gezichtsuitdrukking verschil
lend is, zoals op deze ioto. Maar dat zegt na
tuurlijk niets. Elisabeth kan net zo kijken
als Sjoukje en omgekeerd. Vader Boorsma
nochtans kon, zonder aarzelen, verklaren,
dat Sjoukje links en Elisabeth rechts is al
gebeeld. Een knappe prestatie, vonden wij
en onze achting daarvoor steeg nog, toen
we vernamen, dat het hoofd van de lagere
school, bij wie ze een jaar in de klas heb
ben gezeten, in al die tijd niet heett kunnen
leren de twee uit elkaar te houden