liomlcn*
water
in
JFr iesland
19
De ouderen onder ons zullen het zich nog
best herinneren, doch de jongeren onder ons
weten niet dat er vroeger (ongeveer een 45
jaar geleden) tijdens een droge zomer wa
ter werd aangevoerd uit de stad Londen ten
behoeve van hen die niet waren aangesloten
op het waterleidingnet.
Niet alleen door de gemeente Harlingen,
zelfs door dorpen ten zuiden van Leeuwarden
werd van deze unieke gelegenheid geprofi
teerd.
Nadat eigen en school- en kerkebakken to
taal waren leeggeput, waren de gemeentebe
sturen genoodzaakt een beroep te doen op
gemeenten met een eigen waterbedrijf. Daar
deze gemeentebedrijven vaak moeite hadden
om zelf in de behoefte te voorzien was zo een
beroep helaas tevergeefs. Was er nu een be
tere gelegenheid om water te betrekken dan
uit Londen? Immers de lijnboten Harlingen
—Londen hadden meestal weinig of geen re
tourvracht.
Uit de tanks van de boten werd te Harlingen
het water overgeheveld in tankwagens van
de Nederlandsche Tramweg Mij. welke hun
losplaats hadden aan de Stationsweg te Leeu-
warden ongeveer tegenover hotel „De
Pauw".
Vandaar werd het overgeheveld in tankwa
gens van de gemeente. Gemeentepersoneel
zorgde voor verdere distributie in de dorpen
van het vroegere zuidelijk Leeuwarderadeel.
Elk gezin kon voor zover dit nodig was, be
schikken over 2 emmers water a 2 cent.
Zoals het bij dergelijke gebeurtenissen gaat,
stond de schooljeugd er meestal vlak met de
neus bij, om zo nodig even een handje te hel
pen. Dat de watervoorziening hier in Fries
land toen te wensen overliet, behoeft geen
betoog. Zo kunt u in „De NV Intercommu
nale waterleiding Gebied Leeuwarden" van
W. H. Hanegraaff (Moormans Periodieke
Pers-1932) lezen:
„Verder ziende dan de grenzen der eigen ge
meente besloot het bestuur der hoofdstad
van de provincie echter samenwerking aan
te bieden aan een aantal zustergemeenten,
waar men voor de watervoorziening uitslui
tend op de regenbak en in tijden van droog
te op de kerkebak of op aanvoer van elders,
te Harlingen zelfs van Londen, aangewezen
was".
Hetgeen hierboven is gememoreerd zal on
getwijfeld een steentje hebben bijgedragen
tot de oprichting van de IWGL, die de laatste
jaren zo'n grote vlucht heeft genomen.
R. Hoitinga.
(De IWGL werd in 1922 opgericht. De door
de heer Hoitinga gememoreerde wateraan-
voer uit Londen was wellicht in de zeer dro
ge zomer van 1921. De toen gebleken tekort
komingen in de watervoorzieningen hebben
in belangrijke mate tot de oprichting van de
IWGL geleid. Leeuwarden kreeg zijn water
leiding overigens al in 1888; de watertoren
op het Zuiderplein dateert uit dat jaar.
Redactie L.G.).
De trein stopte voor het huis van de dokter.
Die kwam naar buiten gelopen om te zien
wat voor patiënt er werd gebracht. Klesse-
bes maakte de deur van de goederenwagen
open en tilde voorzichtig het lammetje er uit.
De dokter keek heel geleerd naar het gebro
ken pootje. „Daar zal ik een stevig verband
je om doen, en dan mag hij weer naar huis
Allemaal keken ze opgelucht dat het niet zo
heel erg was.
De dokter heette Wijsbol en je kon dadelijk
aan hem zien dat hij heel wijs was, want hij
had een grote bril op. Daar zat geen glas
is, want dat was niet nodig. Hij kon beter
zien als er geen glas in zat. Maar er zaten
wel dikke randen om de gaten, waar hij door
keek. Hij nam 't lammetje mee naar binnen
en na een poosje kwam hij terug en toen had
't lammetje een stevig verband om zijn poot
je. Het schaap was mee naar binnen gegaan,
want dat moest toch weten wat er met haar
kindje gebeurde. De dokter had meteen een
oude deken meegebracht. Daar maakte hij
een nestje van in de goederenwagen en leg
de er het lammetje voorzichtig op neer.
„Hoeveel kost 't, dokter?, vroeg Klessebes
een beetje benauwd, want misschien had hij
niet genoeg geld op zak. „Dat kost niets
zei de dokter, „ik vond het zo aardig van
jullie dat je het zieke lammetje meenam in
de trein en meebracht naar hier, dat nu hoe
ven jullie niets te betalen!". Ze klapten alle
maal in de handen van pret en bedankten de
dokter heel hartelijk.
Toen moesten ze weer naar de markt terug.
Ze konden niet draaien bij 't huis van de
dokter en moesten een paar straatjes omrij
den. Maar dat was niet zo eenvoudig. De
straatjes waren heel nauw. Het treintje
er net door. Als er ergens een raam open
stond moest Klessebes eerst aanbellen om te
vragen het raam te sluiten, want anders kon
warm van.
Ze kwamen langs de banketbakker, die had
een linnen zonnescherm naar beneden gela
ten, omdat de room zou smelten als de zon
er op scheen. Barendje Bos dacht dat hij er
net zo langs zou kunnen rijden. Tuuuut!
daar ging de trein en kraak! daar
scheurde het zonnescherm van boven naar
beneden in stukken! Wat een ramp! De ban
ketbakker kwam zijn winkel uitgehold en
stond van woede te springen midden op de
straat. „Heb je nou ooit", riep hij, „daar
rijden ze zomaar met een trein door de
straat! en daar scheuren ze zó maar mijn
zonnescherm! Wil je wel eens maken dat je
weg komt met je nare trein!". Dat was mak
kelijker gezegd dan gedaan De trem kon
niet draaien en moest dus doorrijden. Met
flodders van het zonnescherm die aan de
locomotief en aan de wagentjes hingen, reed
Brammetje Bos langzaam door. Toen stopte
hDat moet je betalen!" schreeuwde de ban
ketbakker woedend. Brammetje Bos greep al
naar zijn beurs. Er zaten niet zo erg veel
centjes in. Maar toen kwam de oude meneer
Krulbaard te hulp. Langzaam stond hij op,
boog zich uit zijn raampje en gaf de boze
banketbakker een gulden. Een hele gulden-
De banketbakker glom van plezier, dat had
hij niet verwacht. „Je mag nog wel eens mijn
de trein er niet langs. Als er iemand op een
stoepje stond dan werd die er bijna afgere
den en moest gauw in huis vluchten. Het erg
ste waren de uithangborden: de laars bij de
schoenmaker, de paling bij de visboer, de
schaar bij de kleermaker en nog een hele
boel meer. Telkens moest Barendje Bos op
de locomotief klimmen om zo'n uithangbord
wat opzij te duwen, anders kon de pijp van
de locomotief er niet langs. Hij kreeg 't er
zonnescherm scheuren", riep hij de trem na,
toen die weer verder reed.
Maja van Heemstra.