Koninklijke bezoeken op de prentbriefkaart H ebben we de vorige maand de belangstel ling van het Huis van Oranje voor de drafsport tot uiting gebracht door het repro duceren van een foto van een door de Prins van Oranje in 1830 in Leeuwarden bezochte draverij, nu zullen nog eens twee prent briefkaarten getuigen van de liefde voor het paard van ons koningshuis. UIT GROOTMOEDERS ANSICHTENALBUM -liltefc i J. 7 van het prachtige schouwspel van de gitzwar te Friese paarden in volle draf. Het koninklijk bezoek van 1905 staat veel ouderen onder ons nog helder voor de geest en er is toen ook bepaald niets nage laten om het tot een onvergetelijke gebeur tenis te maken. De stad was op verscheide ne punten luisterrijk versierd en de sportie ve Leeuwarders kregen zoveel sportevene menten voorgeschoteld, dat ze nauwelijks wisten, waarop ze hun aandacht moesten be palen. Op een „expresselijk daarvoor aangelegde houten wielerbaan" op het terrein van de IJsclub aan de Bleekerstraat werden o.a. handicap en scratchraces voor beroepsren ners gehouden en ook „een match" voor mo toren over vijftien en twintig kilometer tus sen de Nederlandse kampioen Jan van Gent en de Amsterdammer C. de Bruin. Op het Wilhelminaplein waren grote volks spelen en de gloednieuwe Wilhelminabaan kon prachtig met draverijen worden inge wijd. Maar de oude baan aan de Harlinger- straatweg bestond op dit moment ook nog en het was daar, dat men voor de konink lijke gasten een tribune had opgesteld, van waaruit koningin en prins het ringsteken van de sjezen konden volgen. De straatweg was toen uiteraard nog niet bebouwd en vlak naast de harddraversbaan lagen nog de rails van het tramlijntje, dat het noorden inging. De start van de hard draversbaan lag ongeveer op de plaats, waar nu de Westerparkstraat begint en de finish lag bij de villa „Baens-ein", die de herinnering aan het harddraven in haar naam dus aardig heeft bewaard. De foto voor de hierbij afgedrukte prent briefkaart moet niet ver van de finish zijn gemaakt en wie de plaat goed bekijkt zal de inzittenden van de eerste sjees wel herkennen: het zijn Jhr. Van Sminia en Freule Clara van Weideren Rengers. Hun namen weten we dus nog, maar wie is die besnorde poli tieman met z'n prachtige koperen helm, uiterst links op de plaat? Wie het weet mag het zeggen hoor! FENNO L. SCHOUSTRA Ze zijn beide in 1905 gemaakt, toen Konin gin Wilhelmina en Prins Hendrik een bezoek aan Friesland brachten. De ene, uitgegeven door F. T. Huisinga, heeft de indrukwekken de ereboog vereeuwigd, die men voor dit vorstelijke bezoek op het Zaailand tegenover de Prins Hendrikstraat had opgesteld, de an dere, ook een uitgaaf van de heer Huisin ga, laat ons de stoet van de Friese sjezen zien, die op de harddraversbaan op de Har- lingerstraatweg deelnamen aan een groot concours hippique. Alleen al uit het feit, dat onze ouders het de moeite waard vonden enorme erebogen op te richten, mag blijken, dat een derge lijk koninklijk bezoek in die dagen als een geweldige gebeurtenis werd beschouwd. Wie er nu de dagbladen van toen nog eens op naslaat, zal dan ook tot z'n verrassing zien, dat de krant tijdens zo'n bezoek aan vrijwel niets anders aandacht schonk: letter lijk pagina's en pagina's werden volge schreven met de meest hoogdravende ver slagen over het doen en laten van koningin en prins. Trouwens, ook in 1830 was dat al zo, toen zoals we de vorige maand hebben gezien de Prins van Oranje en Prins Alexander naar Friesland kwamen. Nog meer mis schien dan in 1905 werd een bezoek aan het gewest van koninklijke hoogheden toen als een belevenis gevoeld, die men beslist niet mocht missen en tot de dood toe konden de mensen er toen verheugd over zijn een glimp te hebben opgevangen van koning of prins. De krantenverslaggever van 1830 spreekt dan ook van een „niet te beschrijven vreug de" bij de bevolking, toen de Prins van Oran je in Leeuwarden bij het paleis aankwam en „dadelijk aan de Heeren Burgemeester en Wethouders, benevens aan de Officieren van de dienstdoende Schutterij gehoor ver leende." Op de derde dag van het bezoek bezoch ten de prinsen toen de draverij aan het Zaailand, waarover we het de vorige maal hebben gehad en waar zij bijzonder genoten

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1961 | | pagina 7