^ar^mahKeijes
Bijzondere etalage
trok sterk
de aandacht
19
Zo werd aan de etalage gewerkt.
De heer J. G. Vos bezig
met het grimeren en costumeren
van de poppen
De goudwassers aan de arbeid.
Het pompje produceerde
echt water
e meeste Leeuwarders zullen tussen Sinterklaas en Kerstmis de
„aardmannetjes-etalage" van Vroom en Dreesmann wel hebben gezien.
Het was een blik in een onderaards wereldje, waar de boomstronken
door de zoldering groeiden en waar, in een wonderlijk, mysterieus
schemerlicht, de aardmannetjes aan het werk waren met het delven en
bewerken van de bodemschatten: klompjes goud, edelstenen enzovoort.
De delvers met hun houweeltjes (één lag op zijn rug en leek sprekend
op Hitier), de goudwassers, de stenenslijpers, de goudsmeden, ze waren
allemaal bezig. Behalve de „schaftploeg", die zich onledig hield met het
drinken van een glaasje. En dan was er het gedierte van dit onder
aardse rijk: de spinnen, mollen, vleermuizen, wormen en kevers, waar
van sommigen als trekdieren fungeerden.
waarschijnlijk gedacht, dat dit eta
lagemateriaal was gekocht.
Daarom is het wel aardig te ver
tellen, dat heel dit onderaards ta
fereel door de mensen van de eta
lage-afdeling van Vroom en Drees
mann zelf was ontworpen en uit
gevoerd. Het idee kwam van een
gekocht stukje decoratiemateriaal:
een aardmannetje, met een lijf en
De aardmannetjes aan het werk inhun ondergrondse
wereldje. Vooraan de goudsmidse, op de achtergrond
de delvers met hun houwelen. De liggende iiguur heelt
,,heel toevallig" het uiterlijk van Hitier meegekregen
handjes werden uit een soort plas
tic vervaardigd. De poppelijven
kregen meteen de vereiste starre
vorm, wanneer ze niet hoefden te
bewegen en de bewegende aard
mannetjes werden gemechaniseerd
met draden, stangetjes enzovoort
door etaleur R. Zantman. De heer
J. G. Vos zorgde voor de costume-
ring en de grimering. Bij de opstel
ling en de verdere decoratie, waar
bij echte, 2000 jaar oude, veenstob-
ben uit Drente werden gebruikt,
was speciaal de heer S. Catier
druk doende en de supervisie en
leiding van het totaal had de chef
van de etalage-afdeling, de heer
J. Lehmkuhl. Opmerkelijk is, dat
heel dit werkstuk zonder tekening
is gemaakt. Pas bij het inrichten
werd voor elk onderdeel de meest
geschikte plaats bepaald.
Duizenden hebben zich vergaapt
aan dit tafereel, dat door 17 zorg
vuldig weggewerkte electromoto-
ren in beweging werd gebracht.
Door hun belangstelling hebben ze
eer bewezen aan de makers van
dit bijzondere werkstuk. Wij willen
onze bewondering daarvoor alsnog
laten blijken, speciaal omdat we
hier te maken hadden met een
fraai stuk eigen werk.
De meeste Leeuwarders hebben dat
wonderlijke tafereel dus gezien en
bewonderd. Niet alleen de kinde
ren, maar ook de groten. Een be
kende Leeuwarder arts verklaarde,
dat hij er al zon keer of vier spe
ciaal naar was gaan kijken. En al
deze belangstellenden hebben zich
ongetwijfeld afgevraagd: hoe heb
ben ze dat gemaakt? Velen hebben
met leden van boomwortels. Daar
na ging men zelf aan het werk. De
„kale" poppetjes kregen drie soor
ten koppen, in klei geboetseerd
door de heer F. Gelenscer, een Hon
gaarse vluchteling, die bij V. en D.
werkt. Van deze kleimodellen wer
den gipsafgietsels gemaakt, waarna
met gipsverband de definitieve
exemplaren werden gevormd. De