PICKWICK iStadcfenoten «MM*** hr-j DIE WE ALLEN KENNEN worden lan voddenman tot antiquair ^iócoman C€lom wil bouwvakker Wie een beetje thuis is in Leeuwarden, moet hem vaak aan het werk hebben gezien: de ijscoman, die de burgerlijke stand als Th. Henkes kent, maar die door de jeugd van Leeuwarden in de loop van tientallen jaren onveranderlijk als Tom werd aangeduid. Bijna dertig jaar lang is deze Tom met z'n ijscokar een bekende figuur in de stad geweest en nu er een kans is, dat we hem in de komende zomer niet weer in z'n smetteloos witte pakje zullen zien, moeten we hem nog maar gauw even in deze rubriek naar voren halen. De heer Henkes werkt nu namelijk bij de Leeuwarder Papierwaren Fa briek en hij denkt er sterk over om straks, wanneer de warmere dagen komen, in het bouwvak te gaan, waardoor er een eind zou komen aan z'n loopbaan als ijscoventer. Die loopbaan begon in 1933, toen hij voor de Friese Koe van de heer Y. D. Miedema een standplaats kreeg op het parkeerterrein van De Groene Weide. Rond zes jaar zou hij daar staan, om kort voor de oorlog te verhuizen naar de vlakbij gelegen Pier Panderstraat, waar een heel klein hoekje grond achter de apotheek van mejuffrouw Hay tink voor Tom een geknipte plaats bleek te zijn om zijn vele klanten van z'n smakelijke waren te voorzien. De hele oorlog bleef hij in deze hoek van de stad, behalve wanneer hij met een salonwagen de markt opging om daar dikwijls goede zaken te doen. Ook in de Mo lenstraat, bij de brandstoffenhan- del van Peletier, heeft de heer Hen kes een vaste standplaats gehad en het was ook daar, dat hij veel aan loop had, want de man langs de straat had hem toen al lang leren kennen als een uitermate opge wekte figuur, die zich door de moeilijkheden van de oorlog niet zo gauw uit het veld liet slaan. Met een zekere voldoening herin nert Tom zich nu nog de tijd, dat de Duitsers hem dachten nodig te hebben om de aanstormende Ame rikaanse legers te kunnen keren. Met vele anderen werd hij toen naar Tinaarlo gebracht om er alle mogelijke graafwerk te doen, „maar" zegt hij nu breed lach end ,,ik gal me uit voor inge nieur en daar hadden ze niet van terug!" Enkele jaren na de bevrijding kwam Tom in de lange pijpela op de hoek van de Voorstreek en de Koningstraat, waar hij nog altijd in trouwe dienst van de Friese Koe dertien jaar bleef. In deze Negerhut van Oom Tom, zoals het kleine, gezellige winkeltje bij voor keur door de heer Henkes en z'n klanten werd genoemd, begon Tom met een merkwaardige liefhebbe rij: hij animeerde z'n naar alle de len van de wereld uitzwermende vaste klanten hem geregeld prent briefkaarten te sturen, die hij dan als wandversiering op de muren prikte tot de hele lange wand van z'n winkel met kaarten was gevuld. De laatste jaren trok Tom met z'n karretje door de hele stad om ten slotte een laatste standplaats te vinden in de schaduw van de Oude Waag op de Nieuwestad. En nu maakt hij dus plannen het ijscovak voorgoed vaarwel te zeg gen en verder z'n geluk te beproe ven in het bouwbedrijf. Maar hele maal zeker, dat we de heer Henkes straks op de steigers zullen zien staan, is het nog niet. „We moeten nog maar eens zien", zegt hij. „Maar wanneer ik in zeven dagen met de ijscokar evenveel verdien als in vijf dagen in de bouw, dan weet u het wel. iedere week kunnen we hem nu met z'n koperen en tinnen potten en pannen op de markt zien staan. Door zelf op pad te gaan en vooral rond te neuzen in gasthuizen en inrichtingen voor bejaarden, vult de heer Van Vught z'n voorraad handelswaar voortdurend aan, waarbij het blijkt, dat er ondanks de grote vraag, toch altijd weer antikiteiten op tafel komen, ook daar, waar men ze niet direct ver wacht. De heer Van Vught, die nog altijd op het hoekje van het Sint Jobs- leen woont, vindt het alleen jam mer, dat het antiek wat prijzig is. Prijzig ja, maar niet duur, „want wat de meensen krije foor 't geld is goed, uutgesproken goed!" De heer Th. van Vught, die nu achtenzestig is en al tweeënveertig jaar „in de handel" zit, zou vreemd hebben opgekeken, wanneer hem in 1920 was verteld, dat zijn zake lijke ambities zich nog eens voor namelijk zouden richten op curiosa en antiek. Hij begon in dat jaar immers als voddenman en zou nog vele jaren later uitsluitend zijn brood verdie nen in de handel in deze stoffen, in oud ijzer en alle mogelijke af braakmaterialen. De grote belangstelling, waarin het antiek na de laatste wereldoorlog en met name in de laatste jaren kwam te staan, deed de heer Van Vught besluiten zich meer toe te leggen op de handel in antiek en

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1962 | | pagina 19