I RHNH1 fiüPifaT ff r ■i 1 Stadsgracht was voor vijand vee hreed I te r 7 - 7 BABBELTJES OP DE BRUG ml S ,1 i 19 door FENNO L. SCHOUSTRA _n ons vorige babbeltje-op-de-brug waren we, gravend in de geschie denis van de Leeuwarder stadsgrachten, gevorderd tot het jaar 1483, toen de stad getroffen werd door een geweldige brand, die honderden huizen verwoestte. De vervelende financiële consequenties van die ramp werkten wel vertragend op het aanleggen van de nieuwe verdedigings gracht om de stad, maar toch gingen die werkzaamheden door: van het punt, waar nu de nieuwe Schaverneksbrug ligt, werd nadat het tra ject van hier via het huidige Wilhelminaplein tot de Huizumerbrug over de Weaze dus al was voltooid in noordelijke richting verder gegra ven tot even voorbij de kerk van Oldehove. Daar kreeg de gracht een bocht en in een vrijwel rechte lijn trok men het water nu door tot de Ee, die hier iets moest worden verlegd: het stuk van deze rivier, dat ongeveer gelegen moet hebben, waar nu de Breedstraat is, werd daarom gedempt en door het graven van een grachtje van de Dubbele Pijp bij de Nieuweburen tot de plaats, waar de nieuwe Hoeksterpoort zou worden gebouwd, en van het grachtje, dat later Wortelhaven zou heten, kwam de nieuwe verbinding met de binnengracht tot stand. Toen het graafwerk aan de verdedigingsgracht zover gevorderd was, dat alleen de oostkant van de stad nog niet door een waterkering was beschermd, trof Leeuwarden een nieuwe ramp. Na een vechtpartij tussen enkele plattelanders en een aantal bierbrouwers uit de stad, kwamen er onder de bezielende leiding van de vuurvreter Worp Lieuwes Juckema niet minder dan achtduizend Schieringers uit Oostergoo en Westergoo op de been om het nog altijd gehate Vetkopersgezinde Leeuwarden aan deze onbeschermde oostkant aan te vallen. Met Pieter Sijbrands Auckama als aanvoerder stelden de burgers van de stad zich tot het uiterste teweer, maar na twee vruchteloze aanvals- pogingen kreeg Juckema de stedelingen toch onder de knie en plunde rend en moordend trokken de Schieringers door de stad. Terwijl talloze burgers in paniek vluchtten en vele anderen op de stin- sen van de edelen werden gevangen gezet, schonden de overwinnaars de wallen en sloegen het geschut van de stad kort en klein. Na een nieuwe aanval van de haatdragende Schieringers, die de Leeu warders vijf jaar later bij Barrahuis konden afslaan, werd het de hoogste tijd om de verdedigingsgracht te voltooien en precies dertien jaar, nadat de eerste schep aarde ervoor was verplaatst, kwam de hele gracht gereed. Hoe belangrijk dat was bleek al in 1495, toen Leeuwarden alweer een vijandelijke aanval moest doorstaan. Nu waren het de Hopman Fox en Goslik Juwinga, die met kwade bedoelingen oprukten tot de gracht; ditmaal bleek het water voor de vijand veel te breed te zijn. Door het aanleggen van deze nieuwe verdedigingsgracht kwamen de versterkte uitgangen midden in de stad te liggen, zodat er nieuwe poor ten moesten worden gebouwd. De poort bij het begin van de Sint Jacobs- straat (bij het Naauw) werd daarom afgebroken en (groter) herbouwd aan het eind van de Wirdumerdijk, waar nu hotel Amicitia staat en Onze Lieve Vrouwenpoort in de Grote Kerkstraat (bij de Sint Anthony- straat) werd vervangen door een nieuwe poort aan het eind van de Nieuwestad. Verder kwam er een nieuwe Hoekster- of Catharinapoort aan het eind van de Voorstreek, waar nu het gebouw staat, waarin dit blad wordt gedrukt. Zo heeft de Hoeksterpoort er vroeger uitgezien. Onze voorouders hebben het niet de moeite waard gevonden de poort te behouden voor het nageslacht. iiiiliiiiliiiii r Op dit schilderij van een hardrijderij van vrouwen in 1809 (onder een inktzwarte lucht op het ijs van de Westersingel) zijn beide Vrouwenpoorten goed te zien. De waterpoort stond op de plaats, waar pas geleden de nieuwe Schaverneksbrug is gelegd. Ook moesten er weer nieuwe waterpoorten worden gebouwd en wel vier in totaal: een poort aan het eind van de Weaze, die de Huizumer Waterpoort werd genoemd, een over de Nieuwlandsvaart bij het Scha- vernek, die Onze Lieve Vrouwen Waterpoort zou heten, een naast de Hoeksterpoort en een aan het eind van de Tuinen, die de naam kreeg van Vlietster- of Tuinster Waterpoort.

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1962 | | pagina 19