BIJ HET FEEST VAN EEN TACHJJJ}±AR]_GE
arm
Kostelijke herinneringen aan jeugdjaren
van
1111
Zo kwam Brinio veertig jaar geleden voor de
voetlichten. Het turnpakje van nu is wel heel
wat vlotter dan dat van toen. Een van de stoere
turners draagt bij z'n gymnastiekshirt een das!
BRINIO
koen in 1884 de Leeuwarder Gymnastiek- en Schermvereniging Adolf Spiesz één jaar
bestond, stuurde de secretaris van Brinio de leden van deze jubilerende club een vrien
delijk briefje, waarin hij hen hartelijk feliciteerde met de verjaardag „Uwer" vereniging
en waarin hij „van ganscher harte" de hoop uitsprak, dat de G. en S.V. Adolf Spiesz
nog vele jaren in bloei zou mogen toenemen.
Die hoop is niet in vervulling gegaan. De club,
die de naam droeg van de grondlegger van het
schoolturnen in Duitsland heeft de eeuwwisse
ling niet meer mogen beleven, evenmin als tal
van andere gymnastiekverenigingen, die deze
tak van sport in het laatst van de vorige eeuw
trachtten populair te maken in Leeuwarden.
Clubs als Claudius Civilus, Bato, Friedrich Lud-
wig Jahn zijn alle maar een kort leven bescho
ren geweest alleen het in 1882 opgerichte
Brinio bleek sterk genoeg om alle kinderziek
ten te doorstaan en bestaat nu nog: op de twee
de mei zal deze krasse en nu koninklijke ver
eniging als de oudste turnclub in Leeuwarden
haar tachtigste verjaardag kunnen vieren.
In het weekend van 5 en 6 mei zal het feit van
de oprichting in het grijze verleden worden her
dacht en wel met een receptie, met een feest
avond en met een reünie voor dames en heren,
die in jonger jaren bij Brinio de vreugden van
de gymnastiek hebben beleefd. Tijdens deze
reünie en dat belooft zeer interessant te
worden zal een voor Friesland nieuwe tak
van sport worden geïntroduceerd, die bij uit
stek geschikt is om te worden beoefend door
de ouderen onder ons, die de spieren graag nog
wat lenig willen houden.
Op deze samenkomst van de oud-leden zon
dagmorgen 6 mei in Zalen Schaaf zullen
natuurlijk heel wat sterke verhalen van vroeger
worden verteld en kostelijke herinneringen uit
lang vervlogen tijden worden opgehaald.
Maar niemand zal dan nog kunnen vertellen
van de oprichting van deze vereniging, die voor
het ontplooien van de turnsport in Friesland zo
veel goeds heeft gedaan de oprichters, de
mannen en vrouwen van het eerste uur zijn er
niet meer. Maar in enkele gelukkig bewaard
gebleven! cahiers hebben ze hun denken en
doen en laten uit die begintijd van Brinio vast
gelegd en wie zich ook maar enigszins voor
die goeie ouwe tijd interesseert, zou smullen
van deze ronduit kostelijke lectuur.
Alleen al het reglement („Toebehoorende aan
de vereeniging zelve; in bewaring bij den Pre
sident der vereeniging") is een studie waard.
Artikel 1 zegt, dat de vereniging zich ten doel
stelt „in de gymnastiek te oefenen en om later
van de overgebleven gelden te beschikken".
In artikel 3 is vastgelegd, dat de vereniging be
staat „uit werkende leden en uit een bescherm
heer". „Ieder lid, dat zich onophoudelijk on
ordelijk gedraagt en als 't ware oproer smeedt"
aldus artikel 7, „mag op voorstel van het be
stuur voorgoed uit de vereeniging verwijderd
worden".
Artikel 13 bepaalt, dat ieder lid in het bezit
moet zijn van een reglement „en moet zelf een
cahier daarvoor geven". De secretaris was ver
plicht om alle reglementen te schrijven hij
kreeg daarvoor de hulp van de andere leden
van het bestuur.
In artikel 24 is de contributiebepaling vastge
legd: „de contributiën bedragen per week fl. 0.10.
De boeten worden dan geheven, wanneer een
lid zich onordelijk gedraagt of als hij te laat
of in het geheel niet op eene vergadering of
les komt". Het volgende artikel vermeldt de
grootte van de boeten: vijf cent voor een lid,
„wanneer hij 10 of meer minuten te laat op
eene vergadering of les komt; tien cent voor
een lid, „wanneer de reden van zijn verhinde
ring niet wordt grondig gekeurd door de ver
gadering".
Belangwekkend, tenslotte, zijn ook de artikelen
29 en 31. Het eerste zegt, dat „een lid, dat niet
iedere week (op den nader te bepalen dag) zijne
schulden afdoet, moet voor iederen dag, waar
op hij later betaalt, 1 cent meer betalen" en
het laatste bepaalt, dat „wanneer de vereeni
ging uitelkander gaat om de een of andere
reden, wordt het nog overige geld onder de nog
overzijnde leden, gelijkelijk verdeeld".
Hoogst interessant zijn ook de correspondentie
boeken, waarin de secretaris van Brinio keurig
notuleerde welke brieven hij verzond; tussen
twee haakjes: vele honderden per jaar! De sfeer
van die rustige ouwe tijd komt er prachtig uit
naar voren en duidelijk blijkt eruit, dat het
bestuur terdege de hand hield aan het regle
ment.
Op 11 oktober 1882 moesten de eerste boeten
worden opgelegd: „Gewoon lid Jac. L.! Gij zijt
op de les van woensdag 4 Oct. wegens onorde
lijkheid beboet, door den president, met de
somma van 3 ets." „Gewoon lid W. R.; idem".
Op de 17e januari 1883 kregen de heren J. H.
en S. F. dit briefje in de bus: „Ik heb de eer
U te melden, namens 't bestuur van Brinio, dat
wij de leden hebben geraadpleegd en U hier
nevens eervol ontslag geven als gewoon lid!"
Dezelfde dag ging ook dit epistel voor de heer
A. de K. in zee: „Bij deze verzoek ik U te wil
len lezen in ons reglement artikel 9 van de
afdeling III. Dan zult gij zien, dat gij, zoo ge 't
nog niet weet, uwe contributie's nog moet be
talen tot 1 April 1883. U verzoekende dit in
overweging te nemen, noem ik mij, enzovoort".
Dezelfde heer L., die we net al hebben ontmoet,
kreeg in maart 1883 een dikke boete van een
dubbeltje „wegens twee dagen te lang houden
van De Turnvriend", maar nog harder werd het
gewoon lid, de heer J. G. aangepakt. Hij ver-
pofte het de hem opgelegde boeten te betalen
en werd „deswege" de vereniging uitgesmeten.
In april 1883 gaan er twee brieven uit naar de
kastelein van Het Boschhuis aan de Groninger
straatweg. Het eerste is vrij uitgebreid en kon
digt de komst van de vereniging aan, met de
mededeling, dat de leden wel een pannekoekje
zouden lusten. „Wil u zo goed zijn eens op te
geven, hoeveel dat kosten zou voor 25 perso
nen, als ieder bijvoorbeeld 3 of 4 opat?" Het
tweede is uiterst kort en krachtig: „Wegens de
verregaande duurte uwer zaak, zullen wij Zon
dag a.s. uw huis niet bezoeken!"
De pannekoeken lagen in het Boschhuis dus
hoog in prijs, maar ook bij A. de Hoop te Qua-
tre Bras, waar men het toen probeerde, waren
ze niet goedkoop: „Daar vele leden onzer ver
eeniging uwe pannekoeken vrij duur vinden,
zal er waarschijnlijk wel geen gebruik van ge
maakt worden. Toch zullen wij, bij mooi weder,
ten Uwent verschijnen!"
Met deze en tientallen andere kostelijke her
inneringen en anecdotes als basis zou een heel
gedenkboek te vullen zijn, maar al is Brinio
gelukkig nooit toegekomen aan het verdelen
van de kas, voor het uitgeven van een passend
jubileumboek is er geen geld. Het vastleggen
van de geschiedenis van deze nu tachtigjarige
en oudste gymnastiekvereniging in Leeuwarden
zullen we dan ook aan latere geslachten moe
ten overlaten.
FENNO L. SCHOUSTRA
-