HEIN APPELDOORN:
GEERT SANNES
Stadgenoten
DIE WE ALLEN KENNEN
zes en tachtig jaar
en nog
altijd actief
9
1 -
leeft
voor de
voetballerij
I
mooi plekje op de vaste wal en
vonden dat bij het Noordvliet Slot.
Daar begonnen ze toen met een
kruidenierszaak, waarin ook drank
werd verkocht, ze deden in hout
en in turf en ze schaften zich een
klein schouwtje aan, dat met het
bordje „te huur" aan de toen nog
modderige wal van het Vliet werd
vastgelegd.
Zo begon voor Hein Appeldoorn
in 1887 een loopbaan aan de wa
terkant, want als elfjarige moest
die knaap dadelijk al met de klan
ten mee. Later werd het verhuur
bedrijf met een klein skütsje uit
gebreid. Daar kwam dan een lange
tafel midden in te staan en met
een gezelschapje van een man of
acht, negen gingen de Appeldoorns
het water op. Vooral het in de
goeie ouwe tijd zo roemruchte eli
tegezelschap „Het schaap met de
klomp", dat iedere dag tijdens het
borreluurtje te vinden was in het
Oranjehotel, heeft veel van dit
skütsje-met-schippers gebruik ge
maakt.
Hein Appeldoorn was in die en in
later dagen waarlijk niet de enige
op het Vliet, die zich met het ver
huren van boten bezig hield. De
concurrentie was zelfs vrij groot,
maar de namen van maar enkele
verhuurders hadden tot ver in de
stad een goede klank.
Zo vormde het echtpaar „Marcus-
aal" (hij heette Marcus, zij heette
Aal, men noemde haar Marcusaal
en hem de man van Marcusaal),
voor de hengelaars in de stad een
begrip en ook de korenmeter en
botenverhuurder Tjerk Voordewind
kende iedereen.
Voordewind (vader van de oud-
commisaris van politie in Amster
dam, die met Hein Appeldoorn nog
steeds vriendschappelijke betrek
kingen onderhoudt) was de eerste
in Leeuwarden, die een motorboot
had, maar niet lang, nadat hij die
boot in de vaart had gebracht,
kreeg Hein Appeldoorn er ook een.
Dat was de Henriëtte, die twaalf
jaar lang tientallen visclubs en ge
zelschappen naar het hartje van
het Friese waterland heeft ver
voerd.
Ook als schipper op boeiers en
andere indrukwekkende schepen
van de grote heren uit de stad,
heeft Hein Appeldoorn veel werk
gehad tot de enorme vlucht van
de watersport hem deed besluiten
aan de Grote Wielen een nieuw
verhuurbedrijf te stichten. Dat moet
omstreeks 1936 zijn geweest, zodat
het bedrijf daar ook alweer een
kwarteeuw bestaat.
Alleen de laatste jaren hebben we
deze vitale veteraan daar niet meer
geregeld kunnen zien; het wordt
hem langzamerhand toch wel wat
te veel om er elke dag, zoals vroe-«
ger, op de fiets naar toe te gaan.
Maar op de weinige zomerdagen,
die er elk jaar zijn, stapt hij toch
graag even op de bus om zelf te
zien hoe het reilt en zeilt in het
bedrijf, dat zoon Joop heeft voort
gezet.
pr "nr
Het is vroeg in het voorjaar, de boten moeten weer worden
gelakt, de oude heer Appeldoorn is er bij!
,,Hou dou 't potsje nou mar vast" heelt ie tegen zoon Joop gezegd...
J^i og een ouwe getrouwe uit de
buurt van het Vliet: Geert Sannes,
een man die lééft voor de voetbal
lerij. In z'n jonge jaren stond hij
als scheidsrechter op het veld,
daarna werd hij bestuurslid en
zelfs voorzitter van de voetbalver
eniging Leeuwarden, nu is hij nóg
niet van het voetbalveld af te
slaan.
Nog elk voorjaar vervult de heer
Sannes een belangrijke rol bij het
schoolvoetbaltoernooi op Cambuur
door de dikwijls wat al te onstui
mige jeugd op een afstand (van de
krijtlijnen) te houden.
Vooral bij het „penaltieskieten" is
een krachtdadig optreden zeer ge
wenst. Welnu, Sannes staat z n
mannetje nog wel en ze weten het,
die lieverdjes.
1 ik zesentachtig jaar is Hein Appeldoorn nu en nóg altijd is deze
stoere Stanfries van het Vliet een stug werkende kracht in de bedrijven
van z'n kinderen: nóg staat hij in het vroege voorjaar van 's morgens
vroeg tot 's avonds laat de boten te lakken voor het verhuurbedrijf van
z'n zoon Joop, nóg is hij in de zomermaanden een gewaardeerde hulp
in de slijterij van zijn dochter Sari.
Wie zo oud is en nog zo vitaal als
deze rasechte Liwadder kan veel
vertellen en er kómt wat los, wan
neer u de heer Appeldoorn vraagt
wat er in de loop van de laatste
driekwarteeuw op en rond het Vliet
zoal is gebeurd.
Want daar, even voorbij het Noord-
vliet Slot, heeft Hein Appeldoorn
z'n hele lange leven gewoond, daar
haalde hij z'n eerste kwajongens
streken uit, daar stapte hij, nu pre
cies vijfenzeventig jaar geleden
als „knecht" in een boot van z'n
vader, die in feite toen al met het
verhuurbedrijf begon, dat Joop
Appeldoorn nu nog heeft.
De oude Appeldoorn, Germ, was
tot dat moment schipper geweest,
maar z'n vrouw had een hekel aan
dat reizen en trekken: de Appel
doorns keken daarom uit naar een