jk graafwerk d m -w«S 8* RDENS BODEM VERBERGT ILE GEHEIMEN Drie sleuven -% Een veel gehoorde vraag is, waartoe een oudheidkundig onderzoek eigenlijk dient. Wij kunnen ons voorstellen dat er Leeu warders zijn, die het maar weinig belang rijk vinden dat zoveel tijd en moeite wordt besteed aan het zoeken naar scherven, mestlagen etc. Maar dat is ook niet altijd het belangrijkste. Wat de oudheidkundige en de geschiedschrijver graag willen weten is vooral de ontwikkeling van de „woon kern", d.w.z. wanneer deze is ontstaan en hoe zij is uitgegroeid. Welke problemen haden onze voorouders te overwinnen, toen zij grachten groeven, huizen, kerken en stinzen bouwden? Wat is de reden dat b.v. de Voorstreek nu juist loopt, waar wij deze thans vinden? Waarom stond de Min- nema-stins eigenlijk ter plaatse van het er later in gevestigde hotel De Doelen? De oplossing van dergelijke vragen kan van veel belang zijn als men straks grote ver anderingen in het stadsbeeld wil aanbren gen, straten gaat verleggen en verkeers wegen omleiden. Voor nieuwere vestigin gen is het noodzakelijk een goed inzicht te krijgen in de gesteldheid van de bodem, vooral in reeds lang bewoonde gedeelten. Zo zijn er nog vele andere punten te noe men, die practisch nut hebben. Op het eerste gezicht misschien niet prac tisch, maar uitermate boeiend is, dat der gelijke onderzoekingen tevens een beeld geven van de omstandigheden waaronder de oude stadsbewoners hebben geleefd, welke voorwerpen zij in hun keuken of op hun tafel gebruikten. Men krijgt een in zicht in hun wijze van wonen en het is verwonderlijk te bedenken dat zij, ondanks het verstoken zijn van gas, waterleiding en electriciteit toch genoeglijk wisten te le ven. Sfeer zonder een schemerlamp? Zeker, de kaars in de aardewerken kandelaar, ge plaatst in een nis nabij de open haard ver spreidde een rustig en aangenaam licht, dat geen pijn deed aan de ogen. Wat kan men verder niet over dit leven mijmeren als men weet, dat in de llde/12de eeuw de Leeuwarder terpen bij stormnachten door wilde watervloeden moeten zijn bespron gen? Van dit alles zijn de sporen terug te vinden als men de schop met zorg en de juiste aandacht voor het detail hanteert. Daarom nu iets over wat de drie gegraven sleuven hebben opgeleverd. Twee sleuven lagen aan de oostzijde van de Bagijnesteeg, m i - Deze toto toont een der protielwanden van de sleut, die voor het oudheidkun dig bodemonderzoek werd gegraven op het terrein waar hotel ,,De Nieuwe Doe len" heelt gestaan. Met behulp van het schetskaartje kan men de volgende bij zonderheden vinden: 1. Een puinsleut van een der muren van de vroegere Minnema-stins. Duidelijk zichtbaar is, dat men daar oudere woonlagen heett vergraven. Een omstreeks 1200 gegraven kuil, die ook weer verschillende woonla gen doorsnijdt 3. Een vegetatieband, ontstaan door langdurige begroeiing 4. Sliblagen, door hoge watervloeden aangebracht en verontreinigd door scherven en beenderen van ongeveer 1000 tot 1100.

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1962 | | pagina 13