Fa. e. JOIJERS ÏM
VERHUIZINGEN
TRANSPORTEN
LEEUWARDEN, EMMAKADE Z.Z. 62
TEL. 0 5100-24595, b.g.g. 25765
20
Toen zij aan tafel zaten moesten de andere
kinderen natuurlijk ook het verhaal van
de geit horen. Ze leefden allemaal erg mee,
want ze wisten dat Mieke soms gekke
sprongen kon maken.
Jaap begon Evelientje te plagen: ,,Zie je
nu wel, je bent een stadskind, de geit is
je de baas!"
Maar de grote jongens namen het voor
haar op. „Niks, hoor! je bent flink geweest,
Evelientje", zei Sjoerd. „Want je hebt het
touw niet losgelaten toen je gevallen
bent."
„En zeg jij maar niets, Jaap", zei Arend,
„jij bent verleden jaar ook uitgegleden
toen je de geit moest wegbrengen en toen
heb je 't touw los gelaten en we hebben
uren moeten zoeken voor we Mieke weer
vast hadden. En toen was j ij negen jaar
oud en Evelientje is pas acht!"
Jaap kreeg een kleur en zei niets meer.
Hij at stil zijn pap op.
Toen ze klaar waren met 't eten zei oom:
„Als Arend en Evelientje nu eens even
wat eten aan Mieke brachten, dan kon
Evelientje meteen zien, dat ze niet altijd
zulke gekke sprongen maakt."
Toen ze dicht bij de boomgaard kwamen
voelde Evelientje zich helemaal warm wor
den en zij begon langzamer te lopen. Maar
Arend nam haar bij de hand en zei: „Kijk
eens wat een boel aardappelschillen moe
der meegegeven heeft; Mieke zal ze niet
eens allemaal op kunnen." Nu dat viel wel
mee, want Mieke had erge honger na haar
renpartij. Arend hield Mieke vast en Eve
lientje liet de geit uit het mandje eten.
En opeens zei Evelientje toen: „Nu ben ik
helemaal niet meer bang voor Mieke!"
„Mooi zo", zei Arend, „dat dacht ik wel,
want je bent een flinke meid. „Beiden
stonden nog even bij de geit te kijken en
toen aaide Evelientje haar over de harige,
witte rug en zei: „Mieke, morgen gaan we
weer wandelen als je al het gras hier hebt
opgegeten. En als je dan springt, dan houd
ik het touw weer goed vast en laat ik mij
niet meer in de sloot glijden."
's Middags mochten Evelientje en de twee
lingen met buurman mee, die had een
boodschap in de stad te doen. Dan konden
ze meteen zien, dat de kermis opgezet
werd. Dat was een feest! Ze zaten achter
in de wagen, want die moest bij de smid
gerepareerd worden. Terwijl zij daar op
wachten, liep buurman met hen door het
stadje en deed zijn boodschappen. Vanzelf
kwamen zij op het grote plein. Daar was
het een drukte van belang. Er werd ge
timmerd en met planken gesjouwd en een
witte tent werd opgezet. Toen die stond
kwamen er een heleboel vlaggetjes om
heen te hangen en dat zag er zo vrolijk
uit. De paardjes van de draaimolen lagen
nog op de grond, de baas was net bezig
zijn molen op te bouwen. De paardjes wa
ren fel gekleurd: rood en groen en geel en
blauw.
Evelientje keek haar ogen uit en was er
stil van. Jaap en Koosje, die vorig jaar
ook al naar de kermis waren geweest, ver
telden haar hoe prachtig het worden zou.
„Kijk, daar staan de botsauto'tjes! En daar
is de tent waar ze zuurstokken verkopen!
O, en kijk een man met een aapje!"
Ja, heus, daar liep een man en op zijn
schouder zat een klein bruin aapje. Het
keek met zijn kleine, zwarte oogjes naar
de kinderen en trok zulke rare rimpels in
zijn voorhoofd. Het had een rood wollen
jurkje aan en een puntmutsje op. Evelien
tje staarde vol verbazing naar het kleine
dier. „Een aangekleed aapje", zei ze heel
zachtjes. Ze had wel eens apen in de die
rentuin gezien, maar die hadden geen
kleertjes aan.
De man zag het kleine meisje, dat naar het
aapje keek. „Wil je het eens van dichtbij
zien?" vroeg hij en toen ging hij op zijn
hurken bij de kinderen zitten en het aapje
was vlakbij. In zijn zwarte, leerachtige
handjes had het een koekje vast, daar beet
hij in. Maar zijn zwarte oogjes bleven naar
de kinderen kijken.
„Hij eet een koekje", zei Jaap verbaas I
„Ja, daar houdt hij zoveel van!" zei de
man. En toen ging hij weer verder en oom
moest zijn wagen ophalen.
's Nachts droomde Evelientje van een
aapje dat bij haar in de draaimolen zat en
dat op een koekje zat te bijten en. hij
gaf haar óók een stukje!
MAJA VAN HEEMSTRA.
Bergplaats voor meubelen
Verpakken en verzenden naar alle werelddelen
Ruim een
halve eeuw
ervaring